4. De wetenschap geeft antwoord

4.3 Friedrich Miescher

Elke cel, dat was nu wel duidelijk, bevatte in de chromosomen en genen van zijn kern de instructie voor de groei en het gedrag van elke andere cel. De vraag was nu: waaruit zijn de chromosomen gemaakt? Het antwoord kwam van de biochemie. Al in de tweede helft van de negentiende eeuw had die zich gestort op de studie van de organische stof. Die bleek voor twee derden te bestaan uit water, en voor één derde uit verschillende organische elementen: het talrijkst vetsubstanties en dan ook nog proteïnen. De proteïnen, grote stikstoffen organische moleculen, waren de opbouwende stof voor het lichaam. Een bepaalde soort proteïnen, de enzymen, dienen voor het afbreken van het voedsel en het omzetten ervan in suikers om op te bouwen, te genezen, energie te verschaffen.
De Zwitserse biochemicus, Friedrich Miescher, wierp zich op de studie van de proteïnen: hij slaagde erin de nucleus (kern) van een cel af te zonderen en te vinden waaruit die bestond: het bleek geen proteïne te zijn, maar een stof gemaakt uit 96 atomen (Miescher sprak nog van 112), die hij nucleine noemde. Nu is het gekend als nucleinezuur, of deoxyribonucleinezuur, afgekort DNA (DeoxyriboNucleic Acid). Miescher is gestorven zonder echt te hebben gerealiseerd dat zijn nucleine de informatiedrager (met vier variabelen of letters) is van ons lichaam.

DNA kan men omschrijven als een organische chemische stof met complexe moleculaire structuur, die te vinden is in alle prokaryotische en eukariotische cellen en in veel virussen. Het DNA bevat de code voor genetische verandering om erfelijke trekken door te geven.
Het is een spiraal van twee om elkaar gewonden strengen. Elke streng bestaat uit een ketting van nucleotiden, dwz. een samenstel van een suikermolecule (deoxyribose) , een fosfaat en één van de vier stikstofhoudende bases, nl. Adenine, Guanine, Cytosine en Thymine). De RNA-molecule (RiboNucleicAcid) is eraan verwant.
Het gen is een segment van DNA dat de code bevat voor de samenstelling in de cel van een specifieke proteine (=een complexe molecule, bestaande uit aminozuren en nodig voor de chemische processen in levende organismen). De meeste proteinen, in levende organismen, zijn samengesteld uit een twintigtal aminozuren, in verschillende orde opgesteld.

De chemische analyse van het DNA is uitermate belangrijk gebleken, niet enkel voor het onderzoek naar de evolutie, maar ook voor het onderzoek naar de verwantschap tussen mens en dier en tussen dieren onderling. We zullen het er nog over hebben bij het overlopen van de evolutie van de mens.
(wordt vervolgd)




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.