2. De Homo sapiens neanderthalensis
2.1 Beschrijving van de soort
Gaan we meer dan vijftig duizend jaar terug in de prehistorie van de mens, dan stuiten we op fossielen, die afkomstig zijn van een soort mensen, dat duidelijk verschilt van de homo sapiens sapiens. Het gaat om de homo sapiens neanderthalensis, zoals hij nu wordt genoemd.
Toen in 1856, drie jaar vóór het verschijnen van Darwin’s Origin, in de Neandervallei bij Düsseldorf in Duitsland een fossiele schedeldoos en dijbeenderen werden gevonden van een wezen dat duidelijk primitiever aandeed dan de huidige mens, interpreteerde men die vondst op de meest uiteenlopende manieren: volgens sommigen was dit fossiel afkomstig van een wilde man uit een barbarenras, volgens anderen van een primitieve soort, of van een individu met pathologische kenmerken. Pas later, toen de vondsten van soortgelijke mensen toenamen, begon men minder uit zijn nek te kletsen. Een belangrijke vondst van de Neanderthaler was de man van Spy (België) gevonden in 1886, die de geleerden ervan overtuigde dat men inderdaad met een verschillende soort mens te doen had en niet met geïsoleerde genetische uitzonderingen.
Maar lang kreeg de fameuze Neanderthaler het odium mee van een mens, die op een aap geleek. Inderdaad, vergeleken met de homo sapiens sapiens, heeft de Neanderthaler een langere schedel, een relatief laag voorhoofd, een ontwikkelde beenwal (boven de ogen), een vooruitstekend (prognaat) gezicht met een dikke neus en een naar achteren wijkende kin. Zijn schedelinhoud is gemiddeld iets groter (1500 cm3) dan die van de homo sapiens sapiens. Hij was blijkbaar sterk gespierd, het spaakbeen is ten opzichte van de opperarm vrij kort, zoals ook het kuitbeen ten opzichte van het dijbeen. Deze kenmerken worden door sommigen gezien als voordelig voor het trotseren van koude, iets wat voor deze mens die zich verspreidde over het vrij koude Europa een pluspunt was.
De meeste fossielen van de Neanderthaler zijn gevonden in Europa, maar ook in het Nabije Oosten, voornamelijk in Iran en in Israël werden fossiele resten van deze mens gevonden. Samen met de fossielen werden werktuigen gevonden, die alle uit eenzelfde cultuur stammen, het Mousterien genoemd (naar de grot bij Le Moustier in de Dordogne, waar de eerste herkenbare verzameling van die ‘industrie’ werd gevonden): uit vuursteen gemaakte afslagen die van een kernsteen werden afgeklopt en dan bijgewerkt tot spitsen, messen en schrabbers, gebruikt naar men vermoedt voor het slachten en villen van dieren en het maken van werktuigen uit hout en ander zacht materiaal.
Blijkbaar hebben de Neanderthalers in de ruwweg 100.000 jaar van hun verblijf hier op aarde (van 120.000 tot 35.000 v.C.) op gebied van werktuigen nauwelijks enige evolutie gekend. Wel moet worden gezegd dat onlangs in Frankrijk Neanderthalers werden teruggevonden samen met materiaal dat voor de rest bij homo sapiens sapiens-fossielen werd aangetroffen. En in het Nabije Oosten heeft men Mousterien-werktuigen gevonden bij fossielen van anatomisch ‘moderne’ mensen.
Verder blijkt ook dat Neanderthalers hun doden begroeven (in een graf in Iran werden zelfs bloemen aangetroffen), en dat ze het vuur kenden.
Konden ze ook spreken? Dat wordt door sommigen betwijfeld (de superioriteit van de homo sapiens sapiens zou o.m. te danken zijn geweest aan de taal, die deze laatsten konden hanteren…), maar een vondst in Israël heeft dan weer anderen doen besluiten dat de Neanderthalers konden spreken: in 1983 vond men in Kebara (Israël) een bijna intact geraamte van een Neanderthaler, dat lag in een smal graf. Moshe, zoals de man werd genoemd, miste wel de meeste van zijn onderbenen en zijn schedel (de onderkaak en één boventand waren er wel). Er was ook nog één beentje erbij, dat overal elders ontbreekt omdat het het enige been is in het menselijke skelet dat niet met een ander is verbonden, maar met het strottenhoofd: het hyoid been, dat een belangrijke component is van het anatomische apparaat dat spreken mogelijk maakt. Uit de aanwezigheid van dat beentje zou kunnen worden besloten dat de Neanderthalers inderdaad de taal kenden.
oktober 6th, 2006 at 19:51
Hoi Andre,
Ik wilde vragen; Bij welke homo soort is vermoedelijk het eerst de speer gebruikt?
oktober 10th, 2006 at 9:55
Beste André,
Je vraagt bevat terecht het woord ‘vermoedelijk’. Veel weet men nog niet, zeker als het gaat om gereedschap dat heel vergankelijk is. Bij de neandertalers heeft men, voor zover ik weet, enkel vuistbijlen gevonden. Of ze dus ook speren maakten, weet men niet. Wellicht niet, en is de homo sapiens de eerste geweest. En wanneer dit juist het geval was, ja dat mag joost weten. Je mag niet vergeten dat de vondsten van fossielen, hoe talrijk ze nu ook zijn, slechts een minieme fractie uitmaken van wat als mens – neanderthaler of homo sapiens – op deze aarde heeft rondgelopen. En dat het meeste daarvan met de tijd spoorloos is verdwenen.
Hartelijk,
André