5. De Australopithecus
5.4 De Australopithecus afarensis
We zijn zo’n drie miljoen jaar terug in de tijd en blijkbaar nog niet aan het einde van onze zoektocht naar de voorouders van de mens. Dat werd nog maar eens duidelijk in 1973, toen de Amerikaanse paleoanthropoloog Donald C. Johanson in Hadar (Noord-Ethiopië) een kniegewricht vond, duidelijk van een hominide, en tussen de drie en vier miljoen jaar oud. Het jaar daarop vond Johanson een bijna volledig skelet, dat hij Lucy noemde, met zijn wetenschappelijke naam: Australopithecus afarensis, naar het Afar-volk dat in die buurt woont. Het jaar daarop vond hij nog fossielen van een vader, moeder en kinderen.
In Laetoli (Tanzania), 1500 km. verwijderd van Hadar, werden in 1978 door Mary Leakey enkele fossielen en vooral een voetspoor teruggevonden van twee hominiden, een vrouw (?) en een kind, over een afstand van 80 voet, wellicht afkomstig van de Australopithecus afarensis.
Lucy is een hominide, nog geen mens, daarvoor is het hersenvolume te klein (tussen 380 en 450 cm3), en zijn verschillende trekken te primitief. Maar er bestaat geen twijfel over dat ze iets gemeen had met de mens: ze liep rechtop. En de ouderdom ervan is respectabel: tot 3,5 miljoen jaar oud. De Australopithecus afarensis heeft dus minstens 1 miljoen jaar rechtop rondgelopen alvorens een splitsing kwam die leidde naar de homo.
In augustus 1995 kwam het bericht van een nieuwe vondst, gedaan door Meave Leakey (schoondochter van de fameuze Louis Leakey) nabij het Turkanameer in Kenya: de Australopithecus anamensis (anam = meer), ten hoogste 4,1 miljoen jaar oud en met meer zekerheid in de lijn van de andere Australopitheken, dwz rechtoplopend, maar met een sterk op de aap gelijkend gebit. Volgens de geleerden zouden in die periode heel wat soorten ‘australopitheken’ hebben kunnen rondlopen in die Oostafrikaanse valleien. Waarom ze rechtop gingen lopen is nog niet uitgemaakt, maar het zou niets te maken hebben met ‘savanne’-toestanden, aangezien de plaats waar die fossielen zijn gevonden vroeger geen savanne maar vol oerwoud was.
Met die nieuwe vondst zijn we weer een stapje verder opgeschoven naar het moment waarop aapmensen en mensapen hun eigen weg zijn gegaan, een moment dat volgens moleculaire onderzoekingen zou liggen tussen 4 en 6 miljoen jaar geleden…
Over de oorzaken van het uiteengaan van apen en mensen (mensapen en hominiden) is het nog steeds gissen. Volgens Prof. Yves Coppens, een Fransman die doceert aan het Collège de France zou het te maken kunnen hebben met klimatologische veranderingen, die in Oost-Afrika hebben plaats gehad. Tijdens het Mioceen (een periode van het Tertiair, meer dan 5 miljoen jaar geleden) is de “rift valley”, een tektonische kloof die over heel Oost-Afrika van Noord naar Zuid loopt, gaan bewegen waardoor een scheiding is gekomen tussen de Oost- en de Westkant: in het oosten is het landschap droger en minder bebost geworden, in het westen is het vochtige tropische woud blijven bestaan. De soorten, die in het oosten leefden hebben zich aan de nieuwe situatie moeten aanpassen, iets wat een ontwikkeling van vormen heeft meegebracht die in het westen, in het tropisch regenwoud niet gebeurden.
(wordt vervolgd)