7. Slotbeschouwingen
De relatief schaarse vondsten van onze voorouders, zowel homo als australopithecus, laten (voorlopig althans) vele vragen onopgelost: waarom ging die hominide rechtop lopen? hoe leefde hij, wat at hij? Hoe komt het dat de mens als enig landzoogdier onbehaard is, geen vacht heeft? Wat heeft voor de spectaculaire groei van de herseninhoud op zo’n relatief korte tijd gezorgd (van 500 cm3 tot 1500 cm3 in amper twee miljoen jaar tijd)?
Uit de studie van de fossielen van hominide, homo en dier, uit de studie van het landschap en de plaats van de vondsten en uit de analogie met de huidige situatie hebben een aantal auteurs hypothesen naar voor gebracht, die weliswaar geen wetenschappelijke zekerheid bevatten, maar toch interessante denkpistes leveren. Hier volgen er enkele.
7.1 De ‘naakte’ aap of over het onbehaard zijn van de mens:
We weten niet of Lucy behaard was of niet; meestal wordt ze afgebeeld met een bescheiden beharing zoals die van een mensaap. Hoe dan ook, de beharing verdween in de loop van het proces. Hoe is het mogelijk dat onbehaardheid werd uitgeselecteerd?
Onbehaardheid, zegt men gewoonlijk, zou het gevolg zijn van het rennen op de vlakte. De typisch menselijke zweetklieren moesten zorgen voor afkoeling en dat gebeurt beter als er geen haar in de weg zit. Maar waarom hebben andere dieren het niet? De mens is de enige primaat die zweet. En die dus gedwongen is om in de buurt van beken en meren te blijven, om tijdens de hete dagen zijn waterpeil op hoogte te houden. Bovendien biedt onbehaardheid een echt nadeel: de baby’s kunnen zich niet meer aan de vacht van hun moeder vastklampen (zelfs bij de sterk behaarde chimpansees is het vallen van zuigelingen de belangrijkste doodsoorzaak). Daarom moet onbehaardheid voordelig zijn geweest om een andere, belangrijker reden: omwille van het waden in ondiep water, op zoek naar voedsel…
Praktisch alle onbehaarde zoogdieren zijn tegenwoordig ofwel waterdieren, of waders zoals varkens. Hoe langer het dier in het water heeft geleefd, des te completer is het haarverlies. Het verlies aan isolering door haar wordt gecompenseerd door een onderhuidse vetlaag. Die vetlaag en ook de vorm van het bekken omwille van het rechtop lopen bevorderen trouwens ook het voortbewegen in water.
Het zou dus wel eens kunnen dat de voorloper van de mens een aquatische mensaap is geweest. Eén van de voorwaarden daartoe is echter dat op een bepaald ogenblik in hun evolutie die mensapen of hominiden (misschien de Australopithecus afarensis, waarschijnlijker nog zijn voorlopers) geïsoleerd moeten hebben geleefd in kleine populaties onder strenge klimatologische omstandigheden. Want in dergelijk geval verloopt de evolutie het snelst. Zo’n gebied waar dat kon is gevonden ten Noorden van Hadar, waar Lucy is ontdekt: zo’n 6