8.3 De moderne visie

De visie van Teilhard, hoe interessant en verrijkend ook, is niet enkel door theologen en filosofen, maar ook door de neodarwinisten, de wetenschappers die de evolutietheorie van Darwin in haar verdere ontwikkeling tijdens de twintigste eeuw aanhangen, bekritiseerd en ten dele of helemaal afgewezen. Hier wil ik alleen ingaan op de afwijzing door de wetenschap, omdat het juist de kern van de zaak betreft: die ‘finaliteit‘, die Teilhard legde in de evolutie. De neodarwinisten verwerpen met klem de idee dat de evolutie slechts volledig zou kunnen verklaard worden, als men aanneemt dat er ergens een tussenkomst is van God of er een ID bestaat die die evolutie heeft mogelijk gemaakt en nog steeds mogelijk maakt. Tussen haakjes: Darwin vermijdt in zijn eerste boek zorgvuldig over de mens te praten, juist omdat hij wist hoe gevoelig dat dit lag in kerkelijke kringen. De wijze waarop in de bijbel de schepping van de mens door God wordt beschreven duidt er op dat hier iets is gebeurd, dat aan alle toeval ontsnapt.
De moderne wetenschap vertrekt van het kennen van de mens, een kennis die zintuigelijk is. Het is mogelijk dat de mens over een ander soort kennis beschikt, Teilhard spreekt in navolging van de Franse filosoof Bergson van de “intuïtie”, een rechtstreeks kennen buiten de zintuigen om, maar die kennis is niet wetenschappelijk en toepasbaar op de theorie van de evolutie, een fenomeen dat zich binnen deze wereld van de zintuigen afspeelt. De neodarwinisten beweren trouwens ook nog dat je geen andere kennis nodig hebt om de evolutie in haar geheel te verklaren. Het boek van de ‘filosoof’ Daniel C. Dennett: “Darwins gevaarlijke idee” (Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2001) probeert dat met hand en tand uit te leggen. Hij slaagt daar vrij goed in, al maakt hij de belofte in de loop van zijn boek op alle bezwaren van de “gelovige” mensen een antwoord te zullen geven, m.i. niet helemaal waar.

De moderne wetenschap stelt ons voor een enorme uitdaging. Ze verkent het menselijk kennen en gaat tot aan de grenzen ervan. Telkens weer schuiven die grenzen op en worden fenomenen verklaard, die vroeger onverklaarbaar waren of toegeschreven werden aan een buitenaardse God. Wellicht komen we zo op een dag in de buurt van de laatste grens, daar waar de laatste vragen worden gesteld en de wetenschap echt niet in staat is te antwoorden: waarom leven wij, waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe. Aan die grens gekomen moeten we als mensen in alle bescheidenheid kunnen zeggen dat we niet weten. Dat we het mysterie van het mens zijn niet kunnen peilen. En dat enkel een of andere vorm van mystiek ons kan verzoenen met onze onwetendheid.




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.