Het christendom: wezen en geschiedenis
C.III.Het Rooms-katholieke paradigma van de Middeleeuwen.
In het vorige paradigma is Rome al ter sprake gekomen, maar nog steeds vanuit de verte. Nu komen we terecht in een paradigma, waarin Rome meer dan centraal staat, en dat ons heel vertrouwd zal overkomen, omdat wij ook in de twintigste eeuw er ons nog in bevonden.
C.III.l De ommekeer in de Middeleeuwen
Ook deze verandering van paradigma is lang voorbereid tijdens het vorige paradigma, ook al is het er duidelijk van te onderscheiden. Ze is mogelijk gemaakt o.m. door:
De verandering van paradigma neemt een aanvang door volgende ontwikkelingen tijdens de middeleeuwen:
- de Germaanse volksverhuizingen van de 5/6de eeuw, die de ondergang betekenen van het West-Romeinse Keizerrijk, en de doop van Clovis, koning der Franken, in de katholieke kerk, in het jaar 498/99
- het optreden van de profeet Mohammed (in 622 begint de islamitische tijdrekening) en de verovering, door de Arabieren, van de oostelijke en zuidelijke Middellandse-Zeelanden van het vroegere Romeinse Rijk (Syrië met Antiochië, en Egypte met Alexandrië)
- de vernieuwing van het Christelijke Rijk door Karel de Grote (+814)
De doorbraak van het nieuwe paradigma komt echter pas met de Gregoriaanse hervorming van de elfde eeuw (ten koste van de eenheid van de Kerk door de breuk met de Oosterse kerk). Het bereikt zijn hoogtepunt in de twaalfde en dertiende eeuw, geraakt in een crisis in de veertiende en vijftiende eeuw, om in het begin van de zestiende eeuw volledig te verstarren (de Reformatie van Luther brengt nu ook een breuk teweeg binnen de westelijke kerk zelf). Maar het weze duidelijk: tot de dag van vandaag biedt dit paradigma al dan niet bewust het denkkader voor vele traditionele katholieken.
Het nieuwe paradigma wordt vooral door het Latijnse element geschraagd, ook al bevat het ook archaïsche geloofsvoorstellingen en