Het Christendom: wezen en geschiedenis
C.III Het Rooms-katholieke paradigma van de Middeleeuwen
C.III. 11 De crisis van het Rooms-katholieke paradigma (slot)
De Renaissancepausen en de onmacht tot kerkhervorming
De Renaissance heeft in de kerk geen algemene ingrijpende veranderingen teweeg gebracht, tenzij men de italianisering van paus en curie als zodanig wil zien. De pausen uit die periode bevorderden vol ijver de geest van de Renaissance: één van de voorbeelden ervan is natuurlijk de Sixtijnse kapel. Van de ambitie van de vroegere pausen om over de hele wereld te heersen was slechts het bezit van een middelgroot Italiaans territorium overgebleven, één van de vijf grotere Italiaanse machtscentra naast het hertogdom Milaan, de republieken Florence en Venetië en het koninkrijk Napels. Door een frenetieke bouwwoede en bevordering van de kunst wilden de pausen zichtbaar tot uitdrukking brengen dat de hoofdstad van het christendom tenminste ook het centrum was van kunst en cultuur.
Dit ging allemaal ten koste van de hervorming van de kerk, die natuurlijk een heel andere mentaliteit had geëist van die pausen. Ze waren tenslotte heel gewone Italiaanse renaissance- vorsten, die niet terugschrokken voor intriges en moord in het besturen van hun pauselijke staat. Wie heeft al niet gehoord van de pausfamilies della Rovere, Borgia en van de Renaissancepausen Innocentius VIII en vooral Alexander VI? Zij waren zo bezig met de uitbouw van hun eigen macht, dat ze niet door hadden dat in 1517 een onbekende monnik Martin Luther zou zorgen voor een paradigmaverandering, die aan hun universele aanspraak op macht ook in het Westen voorgoed een einde zou maken.