ALGEMENE GESCHIEDENIS 3. De Oudheid: Egypte (6)
Ramses III en de “zeevolken”
Rond 1200 v.C. treedt in het oostelijke bekken van de Middellandse Zee een periode in van onrust en beweging. Het rijk der Hettieten stort in elkaar, Egypte kan zich nauwelijks staande houden en verliest elke greep op het gebied buiten de eigen grenzen. De Mykeense beschaving in het huidige Griekenland (waarover later meer)wordt verwoest door nieuwe invallers uit het Noorden (de Doriërs genaamd). Het machtsvacuüm, dat Hettieten en Egyptenaren in het gebied veroorzaken, wordt opgevuld door min of meer onafhankelijke kleine staten. Van korte tijd daarna dateert de bloei van het koninkrijk Israël.
Egyptische bronnen gewagen van invallen van