ALGEMENE GESCHIEDENIS 3. De Oudheid: Griekenland (9)

Archaische periode: 750-500 v.Chr.

In 776 v. Chr. worden de eerste Olympische spelen gehouden: een belangrijke datum voor het Griekse ‘gevoel’: niet een staatsstructuur, maar een gevoel van eenheid van taal en cultuur zal de Griekse beschaving kenmerken. Olympia, waar sindsdien om de vier jaar spelen werden gehouden was niet de enige plaats waar dat gebeurde; ook in Delphi, ter ere van Apollo, in Nemea ter ere van Zeus, en te Isthmia, ter ere van Poseidon, werden regelmatig spelen georganiseerd. De winnaars van deze vier spelen werden gekroond; de winnaars van de jaarlijks terugkerende spelen in Athene, de Panathenaea, kregen een amfoor met olie.
In het begin van deze periode verschijnt het gemunte geld, een uitvinding van de Lydiërs, een volk uit Klein-Azië met als hoofdstad Sardis, uitvinding die wordt overgenomen door de Klein-Aziatische Grieken. Met het geld vergroot ook de handel: deze bevordert verdere ‘colonisering’ en de vorming van een burgerij, een ‘aristocratie’ (of overheersing van de besten) in de polis. Deze aristocratie vervangt geleidelijk de ‘monarch’ of koning, hoofd van de regering in de verschillende polis. In Athene zal in het begin van die zesde eeuw Soloon, militair, politicus en dichter, de eerste wetgeving voor de stad opstellen.

In de zesde eeuw v.C. staan in verschillende polis ‘mannen van het volk’ op, tirannen (nog zonder negatieve bijklank), die in naam van de sociaal lagere klassen de macht van de aristocratie bevechten en overnemen. In de stadsstaat Athene is dat Peisistratos. Soms gaat het bij die tirannen om echte dynastieën. Maar meestal, als het sociaal probleem is ‘opgelost’, neemt de aristocratie de macht weer over. Enkel in Athene zal de tirannie worden gevolgd door een vorm van ‘democratie‘, dank zij de maatregelen van Cleistenes, zoon van een adellijke familie. Hij gaf elke vrijgeborene het recht te zetelen in de volksvergadering, die werd bestuurd door een ‘boule’ of raad, waar iedere vrije burger tweemaal gedurende één jaar lid kon van zijn.

Athene (in Attica) en Sparta (in de Peloponnesos) komen als leidinggevende steden op de voorgrond tijdens die zesde eeuw. Maar je kan je geen grotere tegenstelling indenken: Athene, erfgenaam van de Ioniërs, en van de Myceense beschaving; Sparta, erfgenaam van de Doriërs met hun militaire ideaal en levenswijze. De volgende eeuw, de vijfde, zal getuige zijn van hun verbeten vijandschap en strijd om leven en dood.
Beeld van een kore  met mantel (peplos)

In diezelfde zesde eeuw groeide het contact van de Griekse ‘colonisten’ met de buitenwereld. Speciaal vermeldingswaard is het contact met Egypte, via Griekse huurlingen en handelaars. De Griekse historicus Herodotus vermeldt de nederzetting Naucratis in Egypte, die hijzelf bezocht en waar de Griekse inwoners vlug heel rijk werden. Het Naucratis van Herodotus is tot nog toe niet met zekerheid gelocaliseerd. In elk geval hebben de Grieken van Egypte de monumentale bouwstijl in steen nagebootst in hun tempels. Met drie stijlen: de Ionische (vooral aan de westkust van het huidige Turkije), de Dorische op het Griekse vasteland, en later de Korinthische stijl. De Griekse bijdrage bestond in de lijn en het evenwicht en vond in deze zesde eeuw zijn uitdrukking in de naakte ‘kouroi‘, beelden van jonge mannen, en in de gedrapeerde ‘korai’, meisjes: de uitbeelding van het lichaam, de manier van staan en de glimlach zijn typisch ‘grieks’.




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.