Het einde van het West-Romeinse Keizerrijk
Twee nauw met elkaar verbonden oorzaken:
de groeiende onmacht en onregeerbaarheid van het rijk, door onvoldoende middelen om het bestuursapparaat efficiënt georganiseerd te houden, om het leger waarin meer en meer vreemden lage en ook hogere posten gaan bekleden op peil en in de hand te houden; de corruptie en onbekwaamheid van keizers en hofhouding; de sociale mistoestanden in de steden en op het platteland. Het verval was reeds begonnen in de derde eeuw, door ontvolking van de steden, wegkwijnen van de handel, verwaarlozing van het wegennet.
het opdringen van de nieuwe Germaanse volkeren aan de grenzen van het rijk. Stammen, die al min of meer sedentair waren geworden, en soms zelfs al