ALGEMENE GESCHIEDENIS 4. De Middeleeuwen (II, 5)

In het Oostfrankische rijk komt in de tiende eeuw, na het uitsterven van de Karolingische dynastie, een sterke dynastie aan de macht in Saksen, het Noorden van het land. Otto I de Grote onderwerpt de andere hertogen (die van Lotharingen, Zwaben en Beieren), verslaat de Hongaren en Slaven (waarmee de verovering van het Oosten en de kerstening van de Slaven een aanvang neemt) en wordt in 962 bij veldtochten in Italië door de paus keizer gekroond in Rome: het begin van het Heilige Rooms-Duitse Rijk.
De droom van Keizer Karel en sommige van zijn opvolgers wordt weer opgenomen: herstel van het Romeinse Keizerrijk. Na wat schermutselingen met de Oost-Romeinse keizer erkent deze laatste Otto als keizer van het Westen. Otto I beschouwde in navolging van Karel de Grote alleen de Frankische gebieden waarin hij als koning werd erkend, als delen van het keizerrijk. Het Westfrankische Rijk hoorde er dus niet (meer) bij. Wel was het in het begin traditie dat de paus ondergeschikt was aan de keizer. Dat blijft echter niet zo en zal in de volgende eeuwen dan ook leiden tot het conflict tussen het




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.