ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (V, 4)
2. Groot-Brittannië onder het huis van Hannover
Groot-Brittannië was in de 18e eeuw op financieel, economisch en militair gebied de sterkste staat van Europa. Sinds de Glorious Revolution van 1688 had het parlement duidelijk het overwicht op de monarchie. Deze tendens werd nog sterker toen vanaf 1714 de koningen uit het huis van Hannover de troon bezetten. George I (1714-1727) en George II (1727-1760) waren niet erg thuis in het koninkrijk, spraken slecht Engels en brachten hun vakanties in Hannover door. De staatszaken schoven ze naar het kabinet toe, dat onder die twee koningen overheerst werd door de Whigs.
Ook al deden deze koningen lang niet van al hun voorrechten afstand, toch begon door die omstandigheden het princiep gelding te krijgen: