ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (V, 6)
4. De oostelijke mogendheden in de achttiende eeuw
Rusland, onder Iwan III en IV in de 17e eeuw nog een archaïsche en theocratische monarchie, zal onder Peter de Grote (1689-1725) snel evolueren naar een absolutistische monarchie naar westers model. Peter de Grote poogde met behulp van deskundigen en technieken uit het westen Rusland tot een volwaardig Europese mogendheid te maken. Hij maakte zelf incognito rondreizen in Europa (o.m. in Nederland, waar hij werkte op de scheepswerven van Zaandam), stuurde heel wat Russen naar het westen om Europese technieken te leren en trok techniekers aan voor allerlei industrieën: scheepsbouwen, weverijen, tapijten en dergelijke. Peter de Grote richtte het leger opnieuw in, en voerde een politiek van absoluut autoritarisme en etatisme. Alles was er voor en van de staat, iedereen werd aan de staat onderworpen, de boeren werden lijfeigenen (voor zover ze het nog niet waren). Zo ontstonden langzaamaan in deze samenleving twee totaal tegengestelde standen en sociale systemen: de boeren op het platteland als lijfeigenen en in de steden burgers en arbeiders, die een zekere vrijheid genoten.
Alle pogingen van Peter de Grote om Rusland te verwestersen zijn op het tegendeel uitgelopen: Rusland werd een autoritaire monarchie, met vooral grootgrondbezitters en lijfeigenen. De burgerij, die zich niet kon inpassen in een samenleving van onderdrukte boeren en evenmin in een staat, waarin de Tsaar almachtig was, gaat de westerse (vooral Franse) ideeën en cultuur aanhangen en zo totaal vervreemden van het eigen volk. Niet in staat een invloed uit te oefenen op het onmetelijk Russisch sociaal lichaam, zal de burgerij de ideeën van het westers liberalisme doen ontaarden in anarchistische theorieën. De revolutie van 1917 zal dan ook die burgerij radikaal uitsnijden uit de Russische samenleving.
Polen wordt in de achttiende eeuw geregeerd door de oligarchie van zelfzuchtige edelen, die er niet in slagen het een nationale vorm en bezieling te geven. Nog voor de eeuw teneinde liep ging het tenonder en werd het verdeeld tussen Pruisen, Rusland en Oostenrijk.
Turkije wordt in de 18e eeuw voorgoed de