GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel I (12)
Vanaf 1939: De nationale staten
Door de tweede Wereldoorlog veranderde de machtsstructuur in de wereld. De nederlaag van Frankrijk, de financiële lasten van de oorlog, de opkomst van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie als supermachten en een zekere verandering in de publieke opinie zouden in de volgende twee decennia tot het einde van de Britse en de Franse heerschappij in de Arabische landen leiden. De Suez-krisis van 1956 en de Algerijnse oorlog van 1954-1962 waren de laatste grote pogingen van deze twee mogendheden om hun positie te handhaven.
In 1945 wordt de Arabische liga opgericht. In 1947 wordt Pakistan gesticht op basis van gebieden met een aanzienlijke islamitische meerderheid.
In één gebied, Palestina, leidde de Britse terugtrekking tot een nederlaag voor de Arabieren toen de staat Israël in 1948 werd gesticht.
Elders werden de voormalige heersers vervangen door een regime van een of andere soort dat het complex van ideeën nastreefde dat zich rond het kernidee van het nationalisme had gegroepeerd: de exploitatie van de nationale hulpbronnen, onderwijs voor iedereen en de emancipatie van de vrouwen. Zij stonden voor de taak hun politiek uit te voeren in maatschappijen die zich in een proces van snelle verandering bevonden: de bevolking groeide snel; steden dijden uit, met name de hoofdsteden; en de nieuwe massamedia – film, radio, televisie en cassette – maakte een ander type mobilisatie van de publieke opinie mogelijk. Dat was bv. het geval in Iran waar Mohammed Mossadeq en zijn partij van het Nationale Front de Iraanse olie-maatschappij nationaliseren.