GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM : Deel II (13)
De militaire verovering
In de jaren na de dood van de profeet is Oemar, die naderhand de tweede opvolger ofte kalief zou worden, de man die de militaire verovering heeft georganiseerd en geleid. Mohammed zelf heeft waarschijnlijk nooit echte mundiale ambities gehad. Ook al is de islam zoals het christendom een ‘absolute’ godsdienst, dwz met een boodschap die in principe bestemd voor elke mens, toch heeft Mohammed allicht enkel zijn eigen Arabisch volk voor ogen gehad bij de beoefening van zijn profetendom.
In de laatste jaren van het leven van Mohammed had keizer Heraclius van Byzantium oorlog gevoerd tegen het Perzië van de Sassaniden. Deze oorlog eindigde met de overwinning van Byzantium in 629. Maar hij had ook de beide rijken uitgeput en ze tot een gemakkelijke prooi gemaakt van de Arabieren.
Bovendien was het christendom in het Byzantijnse Rijk sterk verdeeld in verschillende schismatische bewegingen: in Syrië en Egypte bv. uitte het verzet tegen het centralisme van Byzantium zich in de ‘ketterij’ van het monofysisme (Christus slechts één natuur: de goddelijke). Dat verzet kan ook zijn wortels hebben gehad in het feit dat de bevolkingen van die provincies (overwegend Semitisch) het beu waren overheerst te worden door de vreemdelingen, die Indo-europeanen waren.
De christelijke bevolking vond het blijkbaar gemakkelijker te leven onder een heerser die onpartijdig stond tegenover de verschillende christelijke groeperingen, temeer dat het nieuwe geloof van hun overheerser hen niet helemaal vreemd zal zijn geweest.