Het kalifaat van Damascus (3)
De tweede groep, die in verzet kwam tegen de kaliefen van Damascus, bestond uit diegenen die de aanspraken van de familie van de profeet op de heerschappij steunden. Dat kwam er op neer dat zij van oordeel waren dat ‘Ali en een lijn van zijn afstammelingen de legitieme hoofden van de gemeenschap, of imams, waren. Deze aanhangers van ‘Ali (de sji’at ‘Ali of sji’ieten) zullen Perzië (Iran) als hun stamland gaan beschouwen, vooral sinds de zoon van ‘Ali, Hoesayn, huwde met de dochter van de laatste Sassanidische koning. Ze geloofden dat een van die afstammelingen van ‘Ali eens zou opstaan om de heerschappij der rechtvaardigheid in te stellen. Deze verwachting van de komst van een Mahdi, ‘hij die geleid wordt’, (een soort messianisme, om met een joods-christelijke term te spreken) ontstond al vroeg in de geschiedenis van de Islam. Hoesayn zal in een gevecht bij Kerbala in Irak worden gedood en zijn dood zal de aanhangers van ‘Ali de kracht van het in de herinnering levende martelaarschap schenken.
Het sji’isme kan men dus met een zekere mate van vereenvoudiging zien als de islam van de overwonnenen, met al de frustraties, de wrok en de sociale eisen van bepaalde groepen als kenmerk.
Vanaf die tijd zal het sji’isme uiteenvallen in verschillende sekten, waarvan er één bv. de Abassiden zal steunen in hun strijd tegen de Oemayyaden. Maar ze zullen er niet voor beloond worden en ook later, onder de Abassiden, zullen de sji’ieten blijven vervolgd worden door de orthodoxe (soennitische) moslims.
Onder die Abassiden geraakte het sji’isme verdeeld in verschillende bewegingen, gaande van gematigd tot extreem. De zaydieten bv., die de vijfde imam niet aanvaardden maar wel diens broer Zayd, en in het gebied aan de Kaspische zee een imamaat zullen stichten. De isma’ilieten, die Isma’iel als zevende imam beschouwden, ook al stierf hij vóór zijn vader, de zesde imam, en bleven wachten op zijn terugkeer. De Fatimiden tenslotte, de dynastie die terugging op iemand die beweerde af te stammen van ‘Ali en Fatima, zijn latere erfgenamen van de politiek en religieuze leer van de isma’ilieten. Via die Fatimiden zijn de druzen van Syrië en Libanon ook een afsplitsing van die isma