GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel III (2)
De Osmaanse of Ottomaanse dynastie:
Onder druk van de Mongolen waren de Osmanen (een van de belangrijkste Turkse stammen) vanuit Chorasan naar Klein-Azië getrokken, waar ze het gezag erkenden van de seldsjoekische sultan van Konya. Orhan, de zoon van Osman I (1281-1326), die zijn naam gaf aan het rijk, nam Bursa tot hoofdstad en organiseerde het rijk. Stapsgewijs hebben zij heel Klein-Azië veroverd op de andere Turkse emiraten en op de Byzantijnen. In 1354 staken ze naar Europa over, in 1365 werd Adrianopel (nu Edirne) residentie van de Osmaanse sultan, die kort daarop Servië (in de slag van Kosovo), Bulgarije en Bosnië veroverde. Het beleg van Konstantinopel werd onderbroken door de invasie van de Mongolen onder Timoer Lang, die in 1402 de Turken bij Ankara versloeg. Het Osmaanse rijk herstelde zich echter van de slag en in 1453 werd Constantinopel ingenomen en gemaakt tot hoofdstad van het Osmaanse of Ottomaanse Rijk, met de nieuwe naam: Istambul.
In het westen werd de islam geconfronteerd met de groeiende macht van de Portugezen in de Indische Oceaan en de Spanjaarden in de westelijke Middellandse Zee. In 1492 werd de laatste moslimdynastie uit Spanje (Granada) verdreven. De Osmanen zullen in het begin van de zestiende eeuw proberen de verdere opmars van de Portugezen te stuiten en in de Middellandse Zee de Spaanse expansie in te dammen, door o.m. steunpunten uit te bouwen in Algiers (1525), Tripoli (1555) en Tunis (1574). In Marokko zullen ze echter nooit voet aan wal krijgen.
In het oosten werd de macht van de Osmanen bedreigd door de Safaviden. Deze Perzische dynastie was in het begin van de zestiende eeuw opgekomen en voerde het sjiisme, tot dan toe een eerder Arabisch fenomeen, in Iran in (later werd Isfahan hun hoofdstad). Een langdurige strijd volgde om de controle van de grensgebieden tussen beide machtscentra.