GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel IV (8)
Terwijl bij de intellectuelen reformistische ideeën leefden, pogingen tot nieuwe, moderne interpretatie van de islam (met feitelijke scheiding tussen het terrein van de godsdienst en dat van het maatschappelijke leven), bleef de grote massa trouw aan de traditionele geloofsopvatting en gebruiken. De voorganger in de moskee en de soefi-leraar bepaalden nog steeds de publieke opinie over de dingen van de dag, vooral op het platteland.
Maar ook bij het gewone volk won de meer activistische, politieke versie van de islam stilaan terrein. Als voorbeeld het ontstaan van een beweging in Egypte, die soortgelijke groepen in andere islamitische landen tot voorbeeld zou dienen: het Genootschap van Moslimbroeders (de Moslimbroederschap), in 1928 door een onderwijzer opgericht. Deze beweging is begonnen als beweging tot hervorming van de individuele en maatschappelijke moraal, gebaseerd op een analyse van wat er aan de moslimmaatschappijen mankeerde. De islam was, zo geloofde men, in verval geraakt door een alom heersende geest van klakkeloze navolging en door de invloed van de uitwassen van het soefisme. Daarbij kwam nog de invloed van het Westen, dat ondanks zijn maatschappelijke deugden slechts vreemde normen en waarden, immoraliteit, missionaire activiteit en koloniale overheersing had gebracht. Ter genezing van deze kwalen moesten de moslims terugkeren tot de ware islam en proberen de voorschriften ervan op alle terreinen van het leven op te volgen. Egypte moest een islamitische staat worden, gebaseerd op een vernieuwde sjarie’a.
De politieke implicaties van deze opvattingen zijn duidelijk: alleen zij zijn rechtmatige heersers die handelen in overeenstemming met de sjarie’a. Aan het einde van de jaren dertig hadden de Moslimbroeders vooral aanhang onder de bevolking van de steden: de middenklasse van handswerklieden, kleine handelaren, onderwijzers, beoefenaren van vrije beroepen. De stichting van Saoedi-Arabië sterkte bewegingen als die van de Moslimbroeders in hun overtuiging dat de doctrines en de wetten van de islam de basis konden leveren van een maatschappij in de moderne wereld.