GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel IV (1)

Het tijdperk van de Europese rijken (1800-1939)

In de tijd dat het Frankrijk van de revolutie en daarna dat van Napoleon oorlog voerde tegen de andere Europese mogendheden, Engeland op kop, drong Frankrijk voor het eerst door tot in het hart van de islamitische wereld. Een Frans expeditieleger onder leiding van Napoleon bezet vanaf 1798 gedurende drie jaar Egypte, en wil vandaar naar Syrië oprukken. Dat wordt hen belet door een gezamenlijk Brits en Ottomaans optreden, het eerste formele militaire verbond tussen de Ottomanen en een niet-islamitisch land.
De wanverhouding in sterkte tussen de Franse troepen van Napoleon en deze van de Egyptische mamloeks was enorm. Deze mamloeks bv. “vertrouwden op hun eigen kracht en waren ervan overtuigd dat als alle Franken zouden komen, deze toch niet tegen hen opgewassen waren en dat zij ze onder de hoeven van hun paarden zouden verpletteren” (volgens de historicus al-Djabarti). De nederlaag kwam des te harder aan.

Na de oorlogen van Napoleon, breidde de Europese macht en invloed zich nog verder uit. Dank zij het katoen, de invoering van stoomschepen en spoorwegen, de bevolkingsgroei en het nieuw soort politieke cultuur vond een enorme ontplooiing van Europese energie en macht plaats en begon de overheersing.
In 1830 werd met hulp van Europa de autonome Servische staat gesticht, in 1833 ontstond het onafhankelijke Grieks koninkrijk na een opstand die begonnen was in 1821 en kon rekenen op de sympathie van heel Europa.
Eveneens in 1830 bezette Frankrijk Algiers, omdat de kooplieden uit Marseille behoefte hadden aan een sterk handelsbolwerk op de Algerijnse kust. Bij het uitbreiden van hun macht naar het binnenland toe ondervonden ze vooral tegenstand van ‘Abd al-Qadir, een plaatselijke leider die in het binnenland een feitelijk onafhankelijke staat had gevormd. De symbolen van zijn verzet tegen de Fransen waren traditioneel. Zijn oorlog was een jihaad, hij rechtvaardigde zijn gezag door te verwijzen naar zijn uitverkiezing door de ‘ulama en zijn eerbiediging van de sjarie’a – maar zijn organisatie van het bestuur vertoonde moderne aspecten. Al-Qadir werd verslagen en verbannen en immigranten begonnen zich in Algerije te vestigen. In 1860 telde de Franse bevolking van Algerije bijna 200.000 zielen, op een moslimbevolking van ongeveer 2,5 miljoen (minder dan vroeger, ten gevolge van de verliezen in de veroveringsoorlog, epidemieën en hongersnood in slechte oogstjaren).




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.