GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel V (5)
Het hoogtepunt van het arabisme situeert zich in de jaren vijftig en zestig. Het volksnationalisme van die tijd putte uit drie bronnen:
-
de idee van een gemeenschappelijk front van landen die zich in een proces van ontwikkeling bevonden: ‘derde-wereldlanden’ met een meerderheid in de algemene vergadering van de Verenigde Naties
-
het concept van een Arabische eenheid
-
een nieuw element: het socialisme, dwz het politieke idee dat onder meer behelsde: zeggingschap van de overheid over de hulpbronnen in het belang van de hele samenleving, staatseigendom van en leiding over de productie, eerlijke verdeling van de welvaart door belastingen en zorg voor maatschappelijke voorzieningen.
Nieuwe bewegingen en ideologieën, die de elementen nationalisme, religie en sociale rechtvaardigheid combineerden, zullen in die jaren de strijd opnemen tegen de traditionele politieke formaties: bv. tegen de Moslim-broeders (in Egypte, Syrië en Soedan). Daar zijn ook communistische en socialistische groeperingen onder. Twee ervan zijn belangrijk voor die tijd:
Het programma van sociale hervormingen werd gedragen door het idee van een specifiek “Arabisch socialisme”, een systeem dat ergens halverwege stond tussen het marxisme, met zijn klassenstrijd, en het kapitalisme met zijn voorrang voor individuele belangen en zijn dominerende rol van de klassen die de productiemiddelen in handen hadden.