GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel V (14)
Libië
In september 1969 werpt kolonel Kadhafi de koning, die sinds de onafhankelijkheid van 1951 over het land heerst, omver. Hij roept een culturele revolutie af, om het socialisme op te bouwen in Libië: met in de hand het ‘groene boekje’ richt hij in het hele land basiscomités op van het volk, en revolutionaire comités, die o.m. tot opdracht hadden opponenten van het regime in het buitenland te liquideren. Geen wonder dat voor o.a. de V.S. Libië en Kadhafi synoniem werden van internationaal terrorisme. Vandaar op 15 april 1986 de raid van de Amerikaanse luchtmacht op de residentie van Kadhafi.
Deze raid, de nederlaag van zijn troepen door die van Tchaad in 1987 en de groeiende ontevredenheid van het volk dwingen Kadhafi tot een (relatieve) liberalisering van zijn politiek. Op religieus gebied lijkt Kadhafi eerder een hervormer dan een islamist of integrist. Hij verwierp de Soenna en erkende enkel de Koran als wetsbasis voor zijn staat en kwam zo in aanvaring met de religieuze autoriteiten. Hij heeft de imams dan ook verboden in hun toespraken nog politieke onderwerpen ter sprake te brengen.
In 1988 ontplofte een bom in een vliegtuig boven het Schotse Lockerby: 259 inzittenden en 11 mensen op de grond kwamen om het leven. Heel vlug rees het vermoeden dat Libië achter de aanslag zat, als wraak voor die raid van de Amerikanen op Tripoli. Deze raid gold op zijn beurt als vergelding voor een aanslag op een disco in West-Berlijn in 1986, die de Amerikanen toeschreven aan Libië