GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel V (16)
Marokko
De Ottomanen kregen nooit vaste voet in Marokko. De Fransen wel, in 1912. In 1956 herkrijgt het land zijn onafhankelijkheid. Koning Hassan II volgt in 1962 zijn vader op en vaardigt een grondwet uit, die o.m. verbiedt dat er maar één partij zou zijn… Dat weliswaar niet uit bezorgdheid voor de democratie, maar voor zijn eigen positie. Het autoritaire bestuur van Hassan roept oppositie op. In 1971 en 72 tracht het leger de koning te vermoorden, maar het mislukt en een onbarmhartige repressie volgt. Naar het einde van de jaren zeventig mildert de koning zijn regime en bevordert hij het ontstaan van meerdere partijen. Hij blijft echter, als telg van een dynastie die sinds 1666 het land bestuurt, ondubbelzinnig de meester. O.m. dank zij de bouw van een reusachtige moskee in Casablanca heeft koning Hassan de opmars van de islamisten in zijn land kunnen stuiten.
Vanaf 1975 heeft hij de Marokkanen rond zich kunnen aaneensluiten in zijn strijd tegen het volk van de Westelijke Sahara, een gebied dat door Spanje in het begin van deze eeuw was bezet geworden. Het bevrijdingsfront voor de Westelijke Sahara, het Polisariofront, werd in 1967 opgericht om te strijden voor de onafhankelijkheid van dit stuk land. In 1975 trekt Spanje zich terug na een akkoord over de verdeling ervan tussen Marokko en Mauretanië. De strijd begon en dank zij de steun van Libye en Algerije behaalde het Polisariofront enkele overwinningen. Na een vijftal jaren trok Mauretanië zich er uit terug. Marokko vocht voort en behaalde in de jaren tachtig enkele successen. Maar het Polisariofront behaalde een grote diplomatieke overwinning, toen in 1982 de Organisatie van Afrikaanse Staten de Republiek van de Westelijke Sahara als 51e lid aannam.
In 1999 heeft Mohammed VI zijn vader Hassan II opgevolgd en is een voorzichtige democratisering van het land begonnen. Heel wat dissidenten keerden terug.