GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel V (19)

Iran

Als Iran als enige land een islamitische revolutie heeft gekend, dan ligt dat vooral aan het feit dat het ook het enige land is in de islamitische wereld, dat een gestructureerde, onafhankelijke en gepolitiseerde geestelijkheid heeft. De grote ayatollahs kwamen op in Iran als gevolg van de discussie tussen de voorstanders van de eenvoudige navolging (van de profeet) en die van het recht tot interpretatie van de leer. Deze laatsten haalden het en de ayatollahs werden de interpretatoren van de religieuze traditie. Ze vormden een piramidaal korps, met aan het hoofd de grote ayatollah. Ze waren financieel onafhankelijk omdat de gelovigen hen onderhielden, en ook politiek onafhankelijk van de staat, aangezien de hoogste geestelijkheid sinds de 18e eeuw in Irak (Nadjaf en Kerbala) resideerde.

Vanaf het einde van vorige eeuw verzette de Iranese clerus zich met hand en tand tegen de westerse invloed en dus tegen de sjahs. De laatste sjah, Mohammed Reza Sjah (sinds 1941 aan de macht) wilde de macht van de clerus breken. In 1963 begon ayatollah Khomeyni het verzet. Hij gaat in ballingschap in Irak, waar hij een politieke filosofie ontwerpt, die veel radicaler was en slechts door een minderheid van de andere grote ayatollahs zal worden aanvaard. Zijn volgelingen echter zullen samen met de marxistisch geïnspireerde intelligentsia van Iran de revolutie van 1979 ontketenen en de sjah verjagen. Nadien zijn de marxisten uitgeschakeld. Maar de revolutie is steeds beperkt gebleven tot het land zelf.
Van 1980 tot 1988 vocht Iran een bloedige oorlog uit tegen Irak (dat daarbij heimelijk door de VS werd gesteund).
In 1989 is Khomeyni gestorven. De meer pragmatische Rafsandjani werd de nieuwe president, terwijl Khamenei Khomeyni opvolgde als




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.