GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel V (21)

Tenslotte nog enkele data over landen, waar de islam een niet onbelangrijke minderheid uitmaakt:

    India: hoewel volgens de grondwet van het moderne India de moslims gelijke rechten hebben, worden ze in de praktijk toch als tweederangsburgers behandeld. Talrijk zijn de botsingen tussen eerder radicale moslims en even radicale Hindoes, met dikwijls honderden slachtoffers. Een speciaal geval vormt de provincie Kashmir, waar 70% van de bevolking moslim is. Nationalistische en integristische moslims van Kasjmir worden bewapend door het nabije Pakistan en vechten voor onafhankelijkheid of aanhechting bij Pakistan.
    Filippijnen: in Mindanao, in het zuiden, leven een 3 miljoen Filippijnse moslims, of Moros, die een hardnekkige strijd voerden eerst tegen de Spanjaarden, dan tegen de Amerikanen en tenslotte tegen de Filippijnse regering in Manila. De fameuze president Marcos heeft hen in 1980 na een lange secessie-oorlog een zekere autonomie beloofd. Onder Cory Aquino kwam er een zekere ontspanning, maar het probleem is niet opgelost.
    Bosnië-Herzegovna: dit gebied was in 1482 door de Turken veroverd en een groot deel van de Slavische bevolking bekeerde zich tot de islam. Maar ook katholieke Kroaten en orthodoxe Serven bewoonden het gebied, dat in 1946 binnen het federale systeem van Joegoslavië een afzonderlijke republiek werd. Vanaf 1969 konden de moslims de nationaliteit ‘Moslim’ verwerven, zonder daarom noodzakelijk een gelovige moslim te zijn. Na 45 jaar communisme was een groot deel van de moslims inderdaad niet meer gelovig. Naast die moslims van Bosnië, is ook een meerderheid van de bewoners van de provincie Kosovo en een 30% van die van de provincie Macedonië moslim.
    Ex-Sovjet-Unie: ongeveer 44 miljoen moslims (op een totaal van 263 miljoen inwoners) leefden volgens de volkstelling van 79 in de vroegere Sovjet-Unie. Voor 70% van Turkse afkomst, de rest Iraans en Ibero-kaukasisch, leefden ze voornamelijk in de vier Centraal-Aziatische republieken van de gewezen Sovjet-Unie: in Kirghizistan, Oezbekistan, Tadjikistan, Turkmenistan, en in Kazakhstan en Azerbeidjan. Dit laatste, sji’itisch en Turkssprekend keerde zich naar Turkije, Kazakhstan met de helft van de bevolking Europees, is gericht op Moskou, Europa en het verre Oosten. De vier Centraalaziatische republieken hebben een soennitische bevolking en hebben onder de Sovjet-overheersing een eigen nationaal en etnisch gevoel meegekregen, dat voorlopig althans stand houdt tegen een eventuele herschikking van grenzen en loyauteiten. Nochtans beantwoorden die grenzen niet aan de verschillende etnische realiteiten en inter-etnische conflicten zijn dan ook niet van de lucht. Een panislamitisch politiek project is er evenmin, zodat in veel gevallen het oude (communistische) kader op basis van een etnisch nationalisme nog steeds de touwtjes in handen heeft.



You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.