Soedan
In de negentiende eeuw was Soedan onder de Turks-Egyptische heerschappij een politieke entiteit geworden. In de eerste helft van deze eeuw leefde het land onder het Engels-Egyptisch condominium. De onafhankelijkheid volgde op de revolutie van 1952 in Egypte, die in dat land een einde had gemaakt aan de Britse voogdij.
Soedan wordt doorkruist, horizontaal en verticaal, door verschillende tegenstellingen: de etnische (tussen de Arabieren in het Noorden en de zwarte Afrikanen in het Zuiden), de sociale (rijk in het Noorden, arm in het Zuiden), de taalkundige (Arabisch in het Noorden, Engels en zowat 115 dialecten in het Zuiden), de religieuze (soennitische islam in het Noorden, christendom en animisme in het Zuiden) en politieke (het Noorden wordt goed bestuurd, het Zuiden slecht).
In zo’n land is een centraal bestuur uiterst moeilijk. En dus hebben sinds de onafhankelijkheid de militairen er sterk de hand in gehad: vooral Ja’affar Nimeiry (van 1969 tot 1985). Kort voor hij werd afgezet, voerde Nimeiry de sjarie’a in als wet, vooral omwille van de moeilijke situatie in het Zuiden. De huidige ‘dictator’, generaal Omar Hassan el-Bechir, regeert met steun van het Islamitisch Nationaal Front van Hassan Al-Toerabi (de Moslimbroeders van Soedan).
De burgeroorlog in Soedan tussen Noord en Zuid kreeg in 1983 een beslissende wending door het invoeren, in het Noorden, van de sjarie’a en de oprichting van het MPLS, de bevrijdingsbeweging van het Soedanese volk in het Zuiden. Sinds de val van Mengistu (Ethiopië) in 1991 is het Zuiden een belangrijke bondgenoot kwijt. De burgeroorlog heeft de economische situatie van Soedan hopeloos gemaakt. Bovendien heeft Soedan in de golfoorlog de kant van Irak gekozen, wat de relatie met de overige Arabische landen sterk heeft bemoeilijkt. Als klap op de vuurpijl zocht Soedan in 1991 contact met Iran.
In 2003, toen een staakt-het-vuren een einde maakte aan de burgeroorlog, kwam de regio Darfur (in het Westen van Soedan) in opstand tegen de centrale regering, die ervan beschuldigd werd de Arabische bevolking te bevoorrechten ten koste van de Afrikaanse. Gevolg was een repressie en etnische zuiveringen, die door de USA werden betiteld als een volkerenmoord.