Mijlpalen van de Europese eenwording (1)
Mijlpalen van de Europese eenwording.
We kunnen inderdaad het reilen en zeilen van de huidige Europese Unie niet verklaren, zonder enig inzicht in haar ontstaansgeschiedenis en evolutie. Dat is een zeer complex verhaal dat we hierna sterk vereenvoudigd en in grote stappen zullen weergeven. Een heel belangrijk element geven we hier alvast mee: Europa is het resultaat van een compromis, van verschillende visies op de wereldpolitiek en op de rol die Europa daarin moet spelen. Dat is nu zo, maar dat was ook zo in het allerprilste begin van het Europese eenwordingsproces: de jaren na het einde van de tweede wereldoorlog.
De beginjaren: eenwording en deling in de Koude Oorlog (1945-1956)
Inderdaad, het was opvallend hoe bij viering van de 50ste verjaardag van het Verdrag van Rome, vele in talrijke commentatoren en overzichten deze overeenkomst uit 1957 werd voorgesteld als hét beginpunt van de Europese integratie, de start van de Europese eenwording. Toch zijn juist de jaren voor 1957 van uitzonderlijk belang voor de gedaante die de Europese eenwording in latere jaren zal krijgen.
Een eenwording die, laten we dat niet vergeten, toen in eerste instantie een West-Europese eenwording was. De eerste stappen naar integratie gingen immers hand in hand met de deling van het grotere Europa in twee tegengestelde blokken. Eenwording en deling zijn met andere woorden twee aspecten van een zelfde proces waarbij we de discussie over de vraag of de groeiende samenwerking in West-Europa een gevolg was van het uiteenvallen in twee blokken, dan wel of die samenwerking juist de deling heeft gestimuleerd, nu even laten voor wat ze is.
In ieder geval kunnen we de eerste stappen van Europese integratie niet los zien van de bredere internationale context van die dagen, van het proces waarbij Europa in de jaren na de tweede wereldoorlog langzaam maar zeker in een Koude Oorlog tussen Amerikanen en Russen verzeild raakte.
Daarom zou het ook verkeerd zijn de eerste stappen van West-Europese eenwording te zien als louter het in praktijk brengen van de idealen van de Europese federalistische beweging die streefde naar een Verenigd Europa. Die beweging had zeker aanhang en invloed. De herinnering aan de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog lag nog vers in het geheugen. Velen hadden ook de massaslachting van de eerste oorlog nog bewust meegemaakt. In die context kreeg een beweging die pleitte voor samenwerking, en verzoening tussen Frankrijk en Duitsland (de tegenstelling die aan de basis lag van die oorlogen) en het opgaan van de nationale tegenstellingen in een groter geheel, in verlichte kringen zeker enige aanhang. Dat de Europese instellingen er in de volgende vijftig jaar inderdaad in geslaagd zijn om het eng nationalisme te overbruggen en zo ontegensprekelijk bijgedragen hebben tot stabiliteit en vrede op het continent is iets dat we nu vaak onderschatten.
Dat neemt echter niet weg dat de Europese federalisten hun ideeën nooit zouden gerealiseerd hebben als zij niet in overeenstemming waren met de belangen van de belangrijkste grootmachten in die dagen.