Mijlpalen van de Europese eenwording (7)
Vrijhandel, georganiseerde mededinging en overheidsinterventie
Naast de instellingen van de EGKS, was er natuurlijk ook het beleid van de organisatie. En ook hier zien we van in het begin een aantal grote economische principes opduiken die, weliswaar met de nodige variaties, tot vandaag het Europese beleid zullen bepalen.
Het was de bedoeling tot één gemeenschappelijke markt voor kolen en staal te komen: een grote markt waarin dezelfde spelregels golden. Dat hield een aantal dingen in.
Vooreerst werd er binnen de EGKS en later binnen de Europese Gemeenschap resoluut gekozen voor vrijhandel. De ervaring van de jaren dertig indachtig werd elke protectionistische afscherming van de markt via invoerheffingen tussen de lidstaten verboden.
Tegelijkertijd kwam een gemeenschappelijk buitentarief tot stand: alle lidstaten hanteerden dezelfde in- en uitvoertarieven voor kolen en staal in de handel met landen van buiten de EGKS (douane-unie).
Het tweede grote principe was dat men opteerde voor de vrije markt en vrije mededinging, zij het op een gecontroleerde manier. De EGKS keek er op toe dat bv. overheidssubsidies niet marktverstorend werkten. Vrije markt was na de oorlog heilig in Europa en is dit wellicht vandaag meer dan ooit. Tegelijkertijd wordt ook gecontroleerd of fusies en kartelvorming tussen bedrijven niet leiden tot monopolies of prijsafspraken. Dat is tot vandaag één van de meest cruciale taken van de Europese Commissie.