Mijlpalen van de Europese eenwording (8)
Tot slot trad men als EGKS ook sturend op, men trachtte de economische evolutie in de sector wel degelijk te beïnvloeden. Aanvankelijk ging het hierbij vooral om het garanderen van een voldoende bevoorrading tegen een redelijke prijs. In latere jaren, toen er bv. in België eerder sprake was van overproductie van staal, zou de EGKS maatregelen nemen om de staalindustrie af te bouwen, en nauwlettend toekijken op nationale overheidsinitiatieven die poogden bedrijven in moeilijkheden te redden. De EGKS speelde ook een belangrijke rol in de herscholing van mijnwerkers na de sluiting van de mijnen in de jaren zestig tot tachtig.
Samenvattend kunnen we stellen dat de EGKS de typische mengeling vertoonde van vrije markteconomie met sturend optreden dat, ook hier weer mits de nodige nationale accenten, in het na-oorlogse West-Europa opgang maakte. Vrije markt en vrijhandel, privaatinitiatief en een overheid die via stimuleringen of beperkingen sturend tracht op te treden, waren algemeen verspreid. Fundamenteel is dat ook vandaag nog het geval, al is de algemene sfeer er vandaag in heel Europa, en dus ook in de Europese instellingen, een die veel meer dan in de jaren zestig de nadruk legt op privé initiatief, vrije markt en terugdringing van overheidsinterventie.
Wat hierbij opvalt is dat men ook van in het prille EGKS-begin discussies heeft gezien waarbij kritiek op het beleid van de Europese instellingen vermengd wordt met kritiek op het Europees project als dusdanig. Zo was één van de reden waarom de Britse Labour regering zich tegen het Plan Schuman kantte, de vrees dat de regels van de EGKS haar eigen nationale opties zouden doorkruisen: Labour voerde immers een beleid van selectieve nationalisaties, o.m. in de kolen- en staalsector. Omgekeerd zetten de Belgische staalbazen een campagne tegen datzelfde plan op, omdat zij er een verdoken vorm van overheidsdirigisme en