Het Verdrag van Maastricht: antwoord op woelige tijden
Als we het over mijlpalen in de Europese eenwording hebben dat is het Verdrag van Maastricht er zeker één. Er is veel inkt gevloeid over dit verdrag en zijn gevolgen, het is verguisd en de hemel in geprezen maar twee dingen zijn zeker: Maastricht heeft geleid tot een fundamentele verandering in de integratie, die nu uitgroeide tot een breed proces dat steeds meer terreinen van het maatschappelijk leven besloeg. De Europese Gemeenschap werd een Europese Unie. Daarnaast kan Maastricht ook niet los gezien worden van de omwentelingen in Oost-Europa, de val van de Berlijnse Muur en de Duitse hereniging.
Het was die gewijzigde situatie die de aarzelingen om snel over te gaan tot een eenheidsmunt (zoals voorgesteld door Delors) weg nam. Want Maastricht was een poging om voor de grote uitbreidingsgolven – talrijke kandidaat-leden stonden plots te trappelen voor de deur – nog een verdere economische en politiek integratie te realiseren. Eerst verdiepen en dan uitbreiden, dus. De aarzeling om deze weg te volgen, waren gezien de omstandigheden snel overwonnen, ook al waren er die eerder voorstander waren van het omgekeerde, zoals Thatcher in haar nadagen als Brits premier.
Maar vooral kan men Maastricht zien als een direct antwoord op de Duitse hereniging die in een jaar tijd in versneld tempo werd doorgevoerd. De Europese integratie keerde daarmee terug naar haar oorspronkelijke rol: de Frans-Duitse verzoening inbedden in een breder Europees kader. De Duitse eenwording leidde immers niet alleen tot een sluipende uitbreiding van de Gemeenschap met het economisch verouderde Oost-Duitsland. We kunnen het ons bijna twintig jaar later nog nauwelijks voorstellen, maar in bepaalde kringen, en met name in Frankrijk, heerste toen weldegelijk een bepaalde vrees voor Duitse arrogantie, voor een mogelijk wegdrijven van Duitsland in een neutralistische richting, waarbij het land opnieuw