Geschiedenis van Amerika III-7
Nederlanders
De Nederlanders waren laatkomers in het Atlantische gebied. Hoewel de handelsbewegingen tussen Europa, Afrika en Amerika gedurende de zestiende eeuw overheerst werden door de Spanjaarden en Portugezen, hadden zowel de Engelsen als de Fransen zich gedurende deze eeuw reeds in het Atlantische gebied gepresenteerd. De Nederlandse afwezigheid in het Atlantische gebied gedurende de zestiende eeuw was echter slechts van formele aard, de Nederlandse koopvaardij voer onder de Spaanse paraplu die het kooplieden uit Antwerpen mogelijk maakte een aanzienlijk deel van de Atlantische handel buiten Europa in de Scheldestad te concentreren.
Een aanwijzing voor het belangrijke aandeel van de Zuid-Nederlanders in de opbouw van Spaans-Amerika vormt een overeenkomst voor de levering van negerslaven, die in 1528 gesloten werd tussen de Spaanse kroon en twee kooplieden met de Nederlandse namen Willem Sailler en Hendrik Eynger. Dit tweetal diende gedurende vier jaar vierduizend slaven van Afrika naar het Caraïbische gebied te brengen.
Deze import van negerslaven in Amerika was door de Spanjaarden geregeld in asientoverdragen, waarbij aan particulieren of compagnieën tegen betaling van een bepaalde som aan het Spaanse staatshandelshuis, de Casa de Contratación te Sevilla, het recht werd verleend negerslaven naar de koloniën in de Nieuwe Wereld te brengen en daar te verkopen. Tussen 1528 en 1552 werden verscheidene kooplieden met Nederlandse namen als slavenleverancier voor Spaans-Amerika gecontracteerd.