Sacraliteit
We moeten het sacrale opnieuw uitvinden en een plaats geven in ons leven. We moeten de betovering van Galilei breken. Dat zegt professor Stuart A. Kaufmann, bioloog en biochemicus aan verschillende universiteiten in de VS.
Volgens hem is Galilei (de Amerikanen gebruiken zijn voornaam Galileo) de man, die aan het begin staat van de moderne wetenschap, gegroeid uit de verlichting, en aan het bakermat van de seculiere maatschappij, waarin wij hier in het Westen leven. Maar ook aan het begin van een aantal misvattingen over de verhouding tussen geloof en wetenschap…
De moderne wetenschap herleidt (‘reduceert’) de hele werkelijkheid tot een samenspel van fundamentele partikels. Vandaar dat Simon Pierre Laplace (een Frans wiskundige, die stierf in 1827) al in de negentiende eeuw kon zeggen dat de mens eens in staat zou zijn heel de toekomst en het verleden van het universum te berekenen (‘compute’!). Dat reductionisme is echter volgens de auteur van het artikel inadequaat: de partikels van Laplace wijzen slechts op dingen die gebeuren, niet op opvattingen, waarden of handelingen.
Het tevoorschijn komen (emergence) van die opvattingen, waarden of handelingen kan niet worden herleid tot de fysica, meer nog: niet alles wat op deze aardkloot gebeurt wordt beheerst door de zogenaamde natuurwetten. Hier moeten we de betovering (the ‘spell’) van Galilei doorbreken: de evolutie van de biosfeer, de economische ontwikkeling, de geschiedenis van de mens kan niet worden beschreven door middel van natuurwetten alleen. Hier heerst iets, wat je creativiteit zoudt kunnen noemen, een creativiteit die inherent is aan onze wereld (ik denk hier spontaan aan het boek van de Franse filosoof, Bergson: “L’évolution créatrice”, dat ik jaren geleden heb bestudeerd).
Het inzicht dat niet alleen de natuurwetten maar ook een vorm van creativiteit alles op deze wereld verklaart kan ons helpen om de kloof tussen geloof en wetenschap (het verstandelijk redeneren) te dichten. Want voor de auteur staan de god of goden, waarin zovele mensen hier op aarde geloven slechts symbool voor die creativiteit (hij is van oordeel dat God een schepping is van de mens zelf), en kan de wetenschapper dus voeling krijgen met de vele mensen, die wel in een God geloven. Wetenschap alleen kan ons dus niet tot de waarheid brengen, zoals Galilei beweerde: we hebben behoefte ook aan het sacrale, aan spiritualiteit, aan een globale ethiek (dieper en wijder dan zuiver ‘humanisme’) om te verstaan wat het betekent mens te zijn.
Het is geen gemakkelijke lectuur, dat geef ik toe. Maar ik vind het wel een verdienstelijke poging om de verhouding tussen geloof en denken (of tussen geloof en wetenschap) wat meer uit te klaren.