Geschiedenis van Amerika III-14
Op het Latijnsamerikaanse continent is de geschiedenis van de drie eeuwen van afhankelijkheid er één van de vermenging van drie verschillende beschavingen: de Europese in haar Iberische vorm, de Indiaanse en de Afrikaanse. De confrontatie en synthese gebeurde op het gebied van de religie, de taal, de kunst, de staatkundige inrichting, de economie, de sociale structuur en de techniek. De Europese beschaving wist zich door de verovering en de latere invloed van immigranten een dominerende positie te verwerven, maar zowel de Indiaanse als de zwarte beschavingen hebben na de verovering een grote continuïteit gekend.
Door de synthese van die drie beschavingen zijn in Amerika samenlevingen ontstaan met een heel eigen karakter. De Europese invloed is het grootst gebleven op het economisch-historisch terrein. Op vele andere terreinen is de Europese invloed reeds onder het koloniale regime gaan verminderen.
In tegenstelling tot Europa is in Latijns Amerika de kerk de overheersende factor geweest tot in de negentiende eeuw. En op kunstgebied is het vooral de barok geweest, die in die landen heeft gebloeid, een barok die vermengd is met kenmerken die doen denken aan de vroege middeleeuwen in Europa, dus een soort “middeleeuwse barok”: een wat werelds getinte vroomheid vermengd met allerlei uitingen van volksgeloof, een hiërarchische sociale structuur, een voornamelijk theologisch en juridisch gerichte wetenschap, een besloten mercantilistische economie en een “reruralisatie” (d.w.z. een verplattelandsing van de steden).