Nuclair geweld
Gisteren zagen we ze weer verschijnen in Moscou: de intercontinentale raketten met nucleaire lading, die jaren geleden onze reële wereld én onze nachtmerries bevolkten, en aanleiding gaven tot de grote antirakettenbetogingen van de jaren tachtig van vorige eeuw.
Sinds de implosie van de Sovjet-Unie waren ze een beetje op de achtergrond geraakt, maar ze zijn er nu helaas terug. En met hen de gevaren van een nucleaire dreiging tussen de twee gewezen grootmachten, die de wereld blijkbaar niet veel anders meer te bieden hebben.
Dat die dreiging er altijd onderhuids is geweest, en de laatste tijd weer meer de kop opsteekt, moet ons toch wel een beetje blijven bezighouden. De stappen van de Westerse NAVO om in de vroegere Oostbloklanden, bijna aan de grens met Rusland, weer raketten te plaatsen; de ambities van Putin en Medvedev om Rusland weer op de nucleaire kaart te zetten: het zijn allemaal maar al te vertrouwde geluiden voor wie in de jaren tachtig van vorige eeuw de wereldsituatie volgde.
Meer verontrustend nog is het feit dat sindsdien de mogelijkheden om de computergestuurde systemen in de war te sturen en valse meldingen de wereld in te sturen sterk zijn toegenomen. En dat dus een niet gewild uitbreken van een catastrofaal nucleair conflict iets meer waarschijnlijk is geworden.
Jammer dat we daarmee nog bezig moeten zijn, op deze mooie, warme zomerdag, een gelijkaardige dag aan die waarop we zoveel jaren geleden de eerste Duitse soldaten voor ons deur zagen verschijnen. Nihil novi sub sole, inderdaad!