De discussie over het al dan niet samengaan van religie en wetenschap woedt verder in de kringen van wetenschappers en gelovigen in de VS. Al bij al een zeer verwarrende discussie: het lijkt meer te gaan over de meningsverschillen tussen mensen, die zoals Dawkins en Dennett duidelijke standpunten innemen ten voordele van de wetenschap en tegen de religie, en mensen die verzoenend willen optreden.
Zelden wordt de vraag gesteld naar wat zowel tegen- als voorstanders verstaan onder religie. Teveel wordt ervan uitgegaan dat religie gelijk staat aan fundamentalisme (in de VS is dit inderdaad dikwijls het geval), dus aan opvattingen over de oorsprong van de wereld en de mens en over de tussenkomst van God in deze wereld. Maar m.i. zijn die opvattingen (de theologie, of de ideologie) mensenwerk en is ‘religie’ (of misschien beter ‘geloof’) eerder een levenshouding, een openheid van geest, een visie op de mens en de wereld waarin we leven.
In het verre verleden heeft die houding, die visie aanleiding gegeven tot het ontstaan van ‘godsdiensten’, die een verklaring gaven voor ons bestaan, gebonden aan de tijdsgebonden kennis waarover men toen beschikte. De huidige wetenschappelijke kennis heeft die verklaringen onderuit gehaald, heel terecht. Het is aan ons nu om een nieuwe verklaring te zoeken, vanuit onze huidige kennis. In het besef dat niets, ook onze kennis niet, eeuwig en onveranderlijk is of moet zijn.