De Holocaust
Wie in de geschiedenis van de twintigste eeuw is geïnteresseerd, moet op zijn minst de naam van Hannah Arendt kennen. Haar boek over Eichmann is gekend, en haar uitspraak over de banaliteit van het kwade klinkt vertrouwd in de oren.
Wat echter Hannah Arendt en vele anderen te danken hebben aan het levenswerk van Raoul Hilberg is minder geweten. Deze Hilberg, prof aan de universiteit van Vermont, heeft hét werk over de Holocaust geschreven: “The destruction of the European Jews” (oorspronkelijk in 1961 verschenen).
Veel van wat Arendt bv. in haar boeken vermeldt, komt van het onderzoekswerk van Hilberg. O.m. het lot van de katholieke priester in Berlijn, Bernard Lichtenberg, die in een concentratiekamp terecht kwam omdat hij had opgeroepen te bidden voor de joden (de gelovigen én ongelovigen).
Ondanks het feit dat Hilberg het Arendt kwalijk nam dat ze veel van hem had overgenomen zonder hem te vernoemen (je zou voor minder…), hadden ze beide gelijkaardige ideeën over de kwestie. Beide voelden zich sterk teleurgesteld door het feit dat de joden zich niet (of niet genoeg) hebben verzet tegen de Nazi’s.
Hilberg zegt ergens dat hij het niet heeft over de joden maar over de Nazi’s en hun administratieve vernietiging van de joden. Toch vind ik het merkwaardig dat pas in de jaren zestig/zeventig van vorige eeuw de aandacht volop is gegaan naar de Holocaust. Een kwestie van ‘ontkenning’ tegenover het totaal ondenkbare?