Socrates en democratie
Iedereen heeft al wel gehoord van Socrates, de man die in de vijfde eeuw voor Chr. door de Atheners ter dood werd veroordeeld omdat hij ‘de jeugd bedierf’. Hij moest de beker drinken, gevuld met dolle kervel, en deed dit, zoals Plato schrijft in zijn “Apologie” heel lucide en moedig, zoals zijn hele leven trouwens was geweest.
Heeft die Socrates ons nu nog iets te vertellen? De auteur van dit artikel, Angus Kennedy, vindt uiteraard van wel, vooral nu onze tijd de meeste mensen in de VS maar ook ongetwijfeld bij ons twijfelen aan de bekwaamheid en de integriteit van de beleidsmensen ofte politici. Het politieke debat omtrent het goede leven en de ethiek moet dringend weer op gang worden gebracht en een filosoof als Socrates kan daarbij erg inspirerend werken.
Het artikel waarnaar boven wordt verwezen is een bespreking van een nieuw boek over Socrates: “The Hemlock Cup. Socrates, Athens and the Search for a good Life” van Bettany Hughes. Hemlock zijnde de dolle kervel, die de Grieken Socrates zouden hebben doen drinken.
Ethiek wordt al te veel gelieerd aan het individu, in zijn zoektocht naar geluk en zin voor het leven. Politiek en ethiek (of als je wilt filosofie) schijnen moeilijke partners te zijn. Zou dat niet komen omdat de ethiek al te veel door de godsdienst is opgeëist en de godsdienst door de politici maar al te graag wordt verwezen naar de sacristie?
Moeten zij, die aan politiek doen, zich dan geen vragen stellen over het goede leven? Socrates, ook al had hij geen hoog gedacht van de politiek, zou daar geen twijfel over hebben laten bestaan: ethiek ofte de zoektocht naar het goede moet een zaak zijn van iedereen, zoals ook iedereen aan politiek moet doen (en althans in principe ook deed in het oude Athene).