Een ongelijke wereld (7)
Voedselproductie gaat over het kweken van planten en over het domesticeren en kweken van dieren, steeds met het oog op menselijke consumptie. Laten we beginnen bij de planten.
Wat betekent planten veredelen? Het is het kweken van een plant en daardoor bewust of onbewust ervoor zorgen dat hij genetisch gaat verschillen van zijn wilde stamvormen op een manier die de plant nuttiger maakt voor menselijk gebruik.
De selectie van de planten, die daarvoor in aanmerking kwamen, kon op twee manieren gebeuren. Eerst en vooral op basis van eigenschappen, die de boeren duidelijk konden waarnemen: het formaat van de vruchten, de smaak, de vlezigheid, het oliegehalte en de vezellengte.
Maar daarnaast ook op basis van vier andere belangrijke veranderingen die niets te maken hadden met vruchtenplukkers die zichtbare keuzes maakten. In die gevallen veroorzaakten de plukkers veranderingen ofwel door beschikbare planten te oogsten, terwijl andere planten om onduidelijke redenen onbeschikbaar bleven, ofwel door de selectieomstandigheden die op planten inwerkten te veranderen.
Die vier veranderingen (of mutaties) zijn:
Verandering in de zaadverspreiding: het al of niet bezitten van een speciaal mechanisme om hun zaden te verspreiden. Planten werden dus geselecteerd op het behoud van de zaden in de aar (zie voorbeeld van de tarwe)
Verandering door aanwezigheid van kiemremmers, die ervoor zorgen dat de zaden niet allemaal tegelijkertijd kiemen en op verschillende tijd kunnen worden geoogst
Verandering in het omhullen van de zaden met een stevige zaadhuid, waardoor ze beschermd worden tegen invloed van buitenaf, of gemakkelijker bewaard blijven.
Veranderingen in verband met het effect van mutaties op het voortplantingssysteem zelf.