Een ongelijke wereld (11)
Zowel in Australië (zo’n 40.000 jaar geleden) als in Amerika (zo’n 12.000 jaar geleden) zijn alle grote landzoogdieren uitgestorven, in beide gevallen rond de tijd dat daar mensen neerstreken. Je kan niet bewijzen dat de mens daar schuld aan heeft, maar het zou niet zo verwonderlijk zijn, aangezien in beide continenten de dieren niet de tijd hadden zich aan te passen aan de aanwezigheid van mensen, en te ervaren hoe gevaarlijk die zijn.
Desondanks kan de vraag worden gesteld: Hoe komt het dat in Amerika slechts één, en in Afrika en Australië geen enkel groot landzoogdier werd gedomesticeerd? Hadden de volkeren van Amerika, Afrika en Australië misschien een culturele belemmering voor domesticatie gemeen die de Euraziatische volkeren niet hadden?
Het antwoord is ondubbelzinnig nee, en wel omdat
– de in Eurazië gedomesticeerde dieren snel elders werden geaccepteerd, eens dat ze door de Europeanen waren ingevoerd: denk maar aan de paarden in Amerika
– de klassieke veertien heel snel zijn gedomesticeerd
– sommige ervan herhaaldelijk onafhankelijk werden gedomesticeerd
– de domesticatie, in de moderne tijd, van nieuwe soorten een heel beperkt succes kende; denk maar aan de zebra’s in Afrika
De soorten, die nu nog niet gedomesticeerd zijn, blijken ‘gedoemd te zijn voor eeuwig wild te blijven’ om allerlei van de soort afhankelijke redenen: het dieet (bv. Carnivoren), de groeisnelheid, de problemen met de voortplanting, of het kwaadaardig karakter.