Een ongelijke wereld (15)
Technologie
Technologie, in de vorm van wapens en transport, vormt het rechtstreeks middel waarmee bepaalde volkeren hun gebied hebben uitgebreid en andere volkeren hebben veroverd. Ze ontwikkelde zich op verschillende continenten op een heel verschillend tempo.
Hoe droegen technologische uitvindingen bij aan de ongelijkheid? Om dat te begrijpen moeten we vertrekken van het feit dat blijkbaar slechts weinig uitvindingen een antwoord zijn op een bestaande behoefte. Veeleer is het omgekeerd: iets wordt uitgevonden, door mensen die er tijd voor hebben, en daarna komen de toepassingen. En zelfs de meest befaamde uitvinders, bv. Watt en Edison, hadden veel voorlopers, wiens vondsten ze verbeterden.
Dat is zo voor de moderne tijd en zal ook zo gelopen hebben in het ongedocumenteerde verre verleden. Daar zijn aanwijzingen voor bij de ‘uitvinding’ van glas, van buskruit en benzine.
En de grootste moeilijkheid was wellicht het doen aanvaarden, door de gemeenschap, van de nieuwe uitvinding. In elk continent zijn er aanwijzingen dat er gemeenschappen leefden die open stonden voor nieuwe uitvindingen en andere, die er om allerlei redenen weigerachtig tegenover stonden.
Omdat technologie meer technologie voortbrengt, is het belang van de verbreiding van een uitvinding potentieel nog belangrijker dan het belang van de oorspronkelijke uitvinding. En hier komen we dan weer terecht in hetzelfde verhaal als dat van de voedselproductie zelf.