Tegen de zon in kijken
Van de Britse SF-auteur en uitvinder Arthur Charles Clarke is de uitspraak: “De grootste tragedie in de hele geschiedenis van de mensheid is de kidnapping van de moraal door de godsdienst”. Daaraan moest ik regelmatig denken toen ik het boek las van Irvin D.Yalom: “Tegen de zon in kijken. Doodsangst en hoe die te overwinnen”.
“Doodsangst is de moeder van alle godsdiensten, die allemaal op hun eigen manier proberen de angst voor onze eindigheid te temperen” schrijft Yalom op p. 14. Toch weigert hij, en daarin is hij zeer consequent, in zijn praktijk godsdienstige ‘oplossingen’ aan te bieden. Niet uit een of andere berekening, maar gewoon omdat hij er niet in gelooft. Zijn wereldbeeld, schrijft hij “gaat uit van de rede, wijst bovennatuurlijke overtuigingen af en stelt dat het leven in het algemeen en ons menselijk bestaan in het bijzonder aan toevallige gebeurtenissen zijn ontsproten; dat we eindige wezens zijn, hoe graag we ook zouden voortbestaan; dat we zonder een vooropgezette structuur of doelstelling ter wereld komen; dat ieder van ons voor zichzelf moet beslissen hoe hij zijn leven zo volledig, gelukkig, moreel verantwoord en zinvol mogelijk moet leiden” (p. 152)
Ik vind dat een schitterend uitgangspunt voor alle ethische kwesties, die ons vandaag de dag kunnen of liever moeten bezighouden, los van elke ‘oplossing’ die ons in het verleden en ook nu nog door de godsdiensten wordt aangereikt. De dood is naast de eenzaamheid, de zin van het leven en de vrijheid één van die vier ‘ultieme zorgen’ (naar een term van de theoloog Paul Tillich) voor de mens.
Voor mensen met godsdienstige overtuigingen, die op hem beroep doen, heeft Yalom het volste respect, en hij voelt zich allerminst geroepen om hen van hun overtuiging af te brengen. Wel heeft hij het behoorlijk lastig, en ik kan hem daarin volgen, met allerlei bizarre overtuigingen, die ook nog vandaag onder moderne mensen de kop opsteken: auratherapie, halfgoddelijke goeroes; handopleggers, profeten en nog talloze anderen tot diegenen toe die geloven in ufo’s en buitenaardse wezens, die de Egyptische piramiden zouden hebben gebouwd en nu nog altijd figuren in graanvelden maken.
Wie worstelt met het vooruitzicht van zijn eigen dood (en wie doet dat niet?), kan ik de lectuur van dit boekje ten sterkste aanbevelen.