Archive for the 'Nieuwe Tijd' Category

ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (II, 7)

Met het verbond tussen Frankrijk en Turkije begon de tweede ronde van de strijd: Frans I, de Turken, de protestantse vorsten, de Zwitsers, de Engelsen (die nu onder Hendrik VIII zich van het pauselijk gezag hadden losgescheurd) tegen Karel V. Het verging Karel aanvankelijk slecht, maar toen Hendrik VIII van Engeland, uit schrik voor het Frans-Turkse gevaar op zee (Engeland was vooral daar in geïnteresseerd) de zijde van Karel V koos, kwam het tot een status-quo, de Vrede van Crespy in 1544.

Profiterend van deze wapenstilstand riep de paus in 1545 het concilie van Trente bijeen, dat de kerk intern moest hervormen. De keizer deed zijn duitje in het zakje door tegen de protestantse vorsten ten strijde te trekken en hen te verslaan. Deze zege zou echter rampzalige gevolgen hebben: de katholieke vorsten in Duitsland schaarden zich aan de zijde van de protestantse tegen de keizer. Het conflict was niet zozeer meer een conflict tussen protestanten en katholieken. Het werd een conflict tussen twee bijna onoverbrugbare politieke visies: die van de Middeleeuwen, vertegenwoordigd door het feodale Duitsland, waar politieke chaos heerste en verdrukking van het volk door de vorsten, die niets dan familiebelangen vertegenwoordigden, en die van de moderne tijden, met als grote voorvechter de keizer als koning van Spanje en vorst der Nederlanden. De godsdienstvrede van Augsburg van 1546 was een laatste poging van Karel V om tot een godsdienstige verzoening te komen. In feite is het mislukt en van dan af moest Karel V zich neerleggen bij de idee dat het Heilige Roomse Rijk geen zuiver katholiek rijk meer was. De Fransen, die zich met de Duitse protestanten tegen Karel V hadden gekeerd, kregen onder de opvolger van Frans I, Hendrik II, de bisdommen Metz, Toul en Verdun,



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (II, 6)

Eerste ronde van de strijd: Karel, gesteund door Engeland, tegen Frans I. Door het verraad van de Connétable de Bourbon, één van de laatste grote vazallen van Frankrijk, lijdt Frans I een verpletterende nederlaag tegen Karel V te Pavia (Italië) in 1525. Paniek in Europa: tegenover de grote macht van Karel V stelt Hendrik VIII (Engeland) een verdrag met Frans I van Frankrijk voor; ook de paus is bang voor de eenmaking van Italië onder Karel V en stelt zich aan de zijde van Frans I. Karel V reageert met de plundering van Rome in 1527: Sacco di Roma.

In 1529 staat Karel zijn bezittingen in Centraal Europa af aan zijn broer Ferdinand: zo ontstaat een splitsing van de Oostenrijkse en de Spaanse Habsburgers. In Spanje zullen ze uitsterven in 1700, in Oostenrijk in 1740. In beide gevallen zal dat de aanleiding zijn voor een oorlog. In Oostenrijk zal Maria Theresia de hertog van Lotharingen huwen en zal de dynastie verder regeren onder de naam Habsburg-Lotharingen.

Eveneens in 1529 is heel Italië onderworpen aan Karel V. Gelukkig voor de paus en de Fransen komen de Turken opdagen als de redders: hun opmars naar Wenen in 1529 doet Karel V de Vrede van Kamerijk sluiten met Frans I, om een verbond van alle krachten tegen het Turks gevaar te bewerkstelligen.
Dat verbond werd echter in gevaar gebracht door de godsdienstige tegenstellingen in het Duitse rijk. Karel riep in 1530 een Rijksdag bijeen in Augsburg. Die veroordeelde Luther. De vorsten die ondertussen al tot het protestantisme waren overgegaan namen dat niet en verenigden zich in de Schmalkaldische Liga. Ze deden een beroep op Frans I, die als katholiek vorst in zijn eigen land bezig was de



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (II, 5)

2. Het rijk van Karel V versus Frankrijk.


Karel , geboren te Gent in 1500, als zoon van Philips de Schone, zelf zoon van Maximiliaan I en Maria van Bourgondië, en van Johanna de Waanzinnige, dochter van Ferdinand en Isabella van Spanje. In 1515 werd Karel hertog van Bourgondië, in 1516 koning van Spanje. Dankzij de hulp van de Fuggers verovert Karel op zijn rivaal Frans I van Frankrijk in 1519, na de dood van Maximiliaan, de Duitse keizerlijke waardigheid, en wordt Keizer Karel V. Voor de eerste maal beslisten de financies over het lot van Europa.

    Philips de Schone stierf jong, 28 jaar oud, in 1506, in Burgos, tijdens een bezoek aan Spanje, waar hij aanspraak wilde maken op Castilië, tegen de zin van Aragón. In de tijd tussen zijn dood en de volwassenheid van Karel (in 1515 werd deze heer van de Nederlanden), regeerde de zuster van Philips de Schone, Margaretha van Oostenrijk, als landvoogdes, over de Nederlanden, vanuit Mechelen.
    Deze Margaretha was eerst uitgehuwelijkt als driejarig meisje aan de Dauphin van Frankrijk , de latere Karel VIII, en was enige tijd, na de dood van Lodewijk XI, koningin van Frankrijk. Maar om Bretagne te verwerven, werd het huwelijk ontbonden en trouwde Karel VIII met hertogin Anna, de erfgename van Bretagne. Margaretha kwam na enkele jaren terug naar Mechelen en werd dan uitgehuwelijkt aan Don Juan, prins van Castilië en erfgenaam van de Spaanse troon. Na een half jaar moest Margaretha terug naar de Nederlanden, want haar ziekelijke man Don Juan stierf. Na diens dood werd ze tenslotte uitgehuwelijkt aan de hertog van Savoye, die na enkele jaren ook stierf: de derde keer was blijkbaar de goede keer geweest, want ze heeft heel haar leven om die man getreurd. Ze bleef dan, als jonge 24-jarige reeds tweemaal weduwe, voorgoed in de Nederlanden, waar ze als landvoogdes fungeerde als Karel weg was. Bij haar dood in 1530 werd ze in Brou (Bourg-en-Bresse, het zuiden van Bourgondië) bijgezet bij haar tweede man, in een basiliek die ze daar liet bouwen met behulp van kunstenaars en bouwheren uit Vlaanderen.

Door keizer te worden verenigde Karel V in zijn rijk twee soorten



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (II, 4)

1. Frankrijk versus Bourgondië en in Italië

Sinds de 11e eeuw was het de



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (II, 3)

De zeventiende eeuw is de eeuw van het Franse absolutisme. Frankrijk is de machtigste natie van Europa, vooral dan na 1659 (de Vrede van de Pyreneeën, als gevolg van de oorlog tegen Spanje) Het toppunt is de regering van zonnekoning Lodewijk XIV (1661-1715).

Ondertussen is sinds de 15e eeuw en volop in de 16e eeuw het Ottomaanse rijk zich aan het ontwikkelen in Oost- en Centraal Europa. In de strijd tussen Karel V en Frans I van Frankrijk zal deze laatste in 1536 het bondgenootschap, hem door de Ottomaan Süleyman I de Grote aangeboden, aanvaarden en zo de Turken binnenbrengen in de Europese politiek. Frankrijk zal er zijn status van eerste Middellandse Zeemogendheid door verkrijgen, met Marseille als poort van Europa op het Oosten, en die behouden tot in de 19e eeuw. De Turken of Ottomanen zullen in 1541 Hongarije bijna helemaal veroveren en hoewel met de dood van Süleyman I in 1566 langzaam het verval gaat optreden zal de druk van de Turken op Europa aanhouden tot lang in de 17e eeuw. In 1572 wordt een eerste halt toegeroepen aan de Turkse expansie wanneer te Lepanto (in Griekenland) de Turkse vloot wordt vernietigd door een coalitie van Westerse vloten, maar pas in 1683 zal de Poolse koning Jan Sobieski bij de Kahlenberg (in de buurt van Wenen) de Turken definitief verslaan.

Het Duitse rijk kende in de 16e en 17e eeuw een diep economisch en intellectueel verval, met als dieptepunt in de eerste helft van de zeventiende eeuw de dertigjarige oorlog. Dit was oorspronkelijk een oorlog tussen protestantse en katholieke vorsten. De Oostenrijkse Habsburgers, de grootste macht in Centraal Europa, zullen onder druk van de Turken en niet in staat de verbrokkeling en het verval van het rijk tegen te gaan, in 1648 bij de Vrede van Westfalen, die een einde maakt aan de dertigjarige oorlog, veel aan macht hebben ingeboet. Centraal Europa is nog slechts een mozaiek van kleinere soevereine staten. Frankrijk komt naar voor als de leidende mogendheid. Pas in de volle achttiende eeuw zal het daarin door Engeland worden bedreigd en overvleugeld.



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (II, 2)

De zestiende eeuw is de eeuw, waarin Spanje zijn Europese ambities zal botvieren, iets wat begonnen was met de bemoeienissen van het huis Aragón op Sicilië en in Zuid-Italië (Napels) vanaf het einde van de 13e eeuw. In de 14e eeuw kwamen de belangen van Spanje in Italië in botsing met die van de Fransen aldaar en kregen de Spanjaarden een bondgenoot in de Oostenrijkse vorsten, de Habsburgers, die na 1477 (de dood van hertog Karel de Stoute van Bourgondië) Bourgondië erfden door het huwelijk van de dochter van Karel de Stoute, Maria van Bourgondië, met Maximiliaan van Oostenrijk. Die Spaans-Habsburgse connectie werd dan versterkt door een dubbel huwelijk van de zoon en dochter van Maximiliaan met de zoon en dochter van Ferdinand van Aragón en Isabella van Castilië: dat was de grondslag voor het rijk van Karel V en voor de Europese ambities van het jonge Spaanse koninkrijk. Door het conflict met Frankrijk en Engeland zal dat koninkrijk in twee eeuwen verspillen wat het aan interne en externe mogelijkheden bezat. De nederlaag, in 1588, van de onoverwinnelijk geachte vloot van Spanje, de Armada, luidt het begin in van het einde van de Spaanse macht.

Diezelfde zestiende eeuw ziet in Rusland de opkomst van Moscou als centrum van een absolutistisch bestuurd rijk. Naar goede Byzantijnse traditie (Moscou als het nieuwe Byzantium) zocht de Tsaar (=Cesar, keizer) het wereldrijk te herstellen in nauwe samenwerking met de Orthodoxe kerk, op basis van de grondeigendom. Iwan IV de Verschrikkelijke is de bekendste tsaar van die tijd, een absoluut heerser met imperialistische neigingen. Onder zijn regering drongen de Russen door tot in Siberië en werd één der machtigste rijken, die ooit hebben bestaan, gesticht.



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (II, 1)

Inleiding op de politieke geschiedenis van die tijd.

De politieke geschiedenis van de 16e, 17e en 18e eeuw is die van een aantal



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (I, 10)

Luther heeft in feite de elementen van Wicliff en Hus weer opgenomen in een strijd tegen het pausdom. Dat het Luteranisme er gekomen is en geslaagd is, is ergens wel te danken aan de politieke constellatie van het moment: aan het feit dat heel wat vorsten er belang bij meenden te hebben over te gaan tot het nieuwe geloof. En het feit dat ook hun onderdanen blijkbaar zonder veel protest overgingen tot dat nieuwe geloof, bewijst hoe sterk die Lutherse beweging een zaak van politiek belang was en niet op de eerste plaats een volksbeweging. In Zuid-Duitsland (Beieren) vond Luther aanvankelijk veel bijval onder het volk, maar toch zou niet Zuid-Duitsland maar het Noorden, door de overgang van de vorsten daar tot het nieuwe geloof, Luthers worden: Saksen, Hessen, Brandenburg. Dat eerste



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (I, 9)

4. De Reformatie

De hervormingsbeweging, die in de 16e eeuw is doorgebroken niet meer binnen de kerk, maar tegen de gevestigde klerikale kerk in: het Lutheranisme, en iets later het Calvinisme, beide nu als protestantisme bekend.

We herinneren ons hun voorlopers: Wicliff in het Engeland van de 14e eeuw, Hus in het Bohemen van de 15e eeuw. In beide gevallen ging het om volkse bewegingen, die vanuit een radicaalevangelische stellingname in opstand kwamen tegen de kerkelijke hiërarchie en wellicht ongewild politieke allure kregen. Wicliff raakte vermengd met de sociale boerenopstand in Engeland naar aanleiding van de nieuwe belastingswetten, genoodzaakt door de kosten van de oorlog tegen de Franse koning; Hus steunde op het anti-Duitse ressentiment van de Tsjechische bevolking in Bohemen.

De hervormingsbewegingen van Luther en Calvijn waren evenmin een zuiver religieuze aangelegenheid, net zo min trouwens als het pausdom en de hiërarchische katholieke kerk, waartegen die hervormers zich afzetten. Het pausdom had met de ballingschap van Avignon, met het daarop volgende grote schisma (een tijdlang twee, en zelfs op zeker ogenblik drie pausen) en met het conciliarisme uit het begin van de 15e eeuw heel wat pluimen gelaten. Tekenend daarvoor is het feit dat de herhaalde oproepen van de paus om front te vormen tegen het opkomend Turks gevaar (we zijn in de 15e eeuw: Constantinopel is gevallen in 1453!) geen gehoor vinden bij de Europese vorsten. Dit in schrille tegenstelling tot hun oproep, een paar eeuwen eerder, om op kruistocht te gaan tegen de Islam in Syrië en Palestina, die hen niet eens bedreigde. De tijden zijn grondig veranderd. Het pausdom betekende nog enkel in Italië zelf een politieke macht, die dan nog moest onderdoen voor die van Milaan, Venetië enz. De pausen van het einde van die 15e en het begin van de 16e eeuw, de fameuze Renaissancepausen, gaven bovendien nog aanstoot door hun wereldse en weelderige manier van leven (Alexander VI is daarvoor berucht). De overige gezagsdragers in de kerk, de kloosterordes, de priesterklasse, ze waren er even erg aan toe. Misbruiken, geldzucht, gebrek aan verantwoordelijkheidszin, oppervlakkigheid: het kon bijna niet erger. De dominicanen waren de enige kloosterorde, die in die periode nog vrij actief waren: bij gebrek echter aan echte ketters hadden ze zich toegelegd op het vervolgen van heksen!

Reactie kon niet uitblijven, hoezeer ze ook niet voorzien werd door de verantwoordelijken in de kerk, die koketteerden met de ideeën van de Renaissance en het humanisme. Ze kwam uit Duitsland, waar bij gebrek aan centraal gezag de paus zijn macht nog het meest kon doen gelden en dus tegenstand opriep. Daar bovenop leefde bij het Duitse volk een wrok tegen de Italianen, voor wie de Duitsers maar barbaren waren, afstammelingen van de Germanen, die het Romeinse rijk ten val hadden gebracht. De burgerij in het Duitse rijk was ook sterk antiklerikaal, vanwege de vele voorrechten waarvan de geestelijke kaste genoot. Al deze elementen samen verklaren dat de Reformatie haar oorsprong in Duitsland vond. Maar de Fransman Calvijn toont wel aan dat de reformatie niet typisch Duits is, maar in haar oorsprong een godsdienstige aangelegenheid, ook al komt dit vooral bij Calvijn tot uiting.



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (I, 8)

3. De Renaissance in het overige Europa

Toen de landen ten noorden van de Alpen kennis kregen van de Renaissance in Italië, zo ongeveer in het midden van de 15e eeuw, waren ook zij in een crisis geraakt van sociale en economische verandering. Het kapitalisme, dat zich in de 12e en 13e eeuw daar al had ontwikkeld bij de rijke kooplieden in de steden, was daar door twee oorzaken afgeremd:

    eerst en vooral door de onweerstaanbare concurrentie van het Italiaans kapitaal dat zich tegen het einde van de 12e eeuw al overal van de geldhandel had meester gemaakt
    daarnaast door de beperkingen van het ambachtswezen dat de kleine burgerstand in de steden begunstigde en door de kerkelijke wetten tegen woeker (lenen tegen rentevergoeding).

Het gevolg was dat in de 14e eeuw de patriciërs, dwz de gegoede burgers in de steden, renteniers waren geworden, die op hun geld teerden en bij wijze van spreken niets meer deden. Wie nog zaken deed had met Italianen te doen en het kapitaal zelfs in Vlaanderen was grotendeels Italiaans.
Dat veranderde pas in de 15e eeuw, toen een nieuwe klasse van



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (I, 7)

De Renaissance in Italië

Nog enkele gegevens voor een paar belangrijke steden:
Milaan : tot midden 15e eeuw waren de Visconti



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (I, 6)

2. De Renaissance in Italië

Die maatschappelijke ontwikkeling als gevolg van handel, industrie en bankwezen, van een vroeg-kapitalisme dus, doet zich het eerst voor in het noorden van Italië. Daar verloren de traditionele leiders van het maatschappelijke en intellectuele leven hun gezag veel eerder dan in de rest van Europa, vooral als gevolg van de snelle ontwikkeling van het stadsleven daar en het ontbreken van een centraal gezag. De adel in die steden ging zich moeien met de twisten tussen burgers en met de handel, en zo vervaagde de scheidingslijn tussen edelman en burger. Er ontstond daar een gelijkheid van zeden en belangen, ongeacht de geboorte. De oorlog en krijgskunst kwamen daar ook in handen van




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.