Archive for the 'GESCHIEDENIS EUROPESE EENMAKING' Category

Mijlpalen van de Europese eenwording (27)

Anderzijds moeten we vaststellen dat er ook vandaag nog steeds geen sprake is van een echt gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. Wat dan weer te maken heeft met de nog steeds niet opgeloste keuzes tussen een Europees en een Atlantisch Europa. Puur door zijn omvang en zijn economisch gewicht is het herenigd Europa, zoals de Gaulle had voorzien, inderdaad en belangrijke speler op het wereldtoneel. Maar het is dat meer op het vlak van handel, klimaat en ontwikkelingssamenwerking dan in de harde veiligheidskwesties (cfr. Irak). Juist omdat de vraag naar de finaliteit van de Unie, naar haar rol op het vlak van veiligheid en defensie, nog steeds niet beslecht is. Men kan dat betreuren of toejuichen maar het dient wel gezegd dat althans de Gaulle blijk gaf van een visie die het Europees project in een breder internationaal perspectief plaatste.

Dat was bij zijn tegenstanders niet altijd evenzeer het geval. Kleine landen als België en Nederland zwoeren tegelijkertijd bij de supranationaliteit en Atlantische inbedding. Luns



Mijlpalen van de Europese eenwording (26)

De Gaulle visionair of reactionair?

Men kan veel kritiek hebben op de nationalistische inslag van de conservatieve de Gaulle, op zijn exuberante stijl ook; maar men kan niet ontkennen dat de man een visie had die het dagelijkse diplomatieke gehakketak oversteeg. Bovendien blijft zij ook vandaag nog relevant omdat men bij een deel van de Franse politieke elite en publieke opinie, vooral maar niet uitsluitend ter rechterzijde, tot op vandaag de sporen van de Gaulles erfenis terug vindt.
Wat de Gaulle voorstelde was geen supranationaal federaal Europa maar een



Mijlpalen van de Europese eenwording (25)

De Franse lege stoel en het compromis van Luxemburg (1965-1966)

De Gaulles kruistocht tegen de supranationale integratie zou bovendien leiden tot de eerste diepe crisis in de EEG. In de zomer van 1965 weigerde hij de implicaties van het Verdrag van Rome te aanvaarden. Dat voorzag immers dat er na een overgangsperiode waarin de unanimiteit nog steeds gold, in 1965 voor de landbouwuitgaven en de begroting zou worden overgeschakeld op beslissingen met een gekwalificeerde meerderheid. De Fransen weigerden dit te aanvaarden en namen vanaf juni 1965 niet langer deel aan de vergaderingen van de ministerraad. Het spreekt voor zich dat dit de werking van de EEG grondig verstoorde.

Intussen fulmineerde de Gaulle tegen de Europese Commissie (



Mijlpalen van de Europese eenwording (24)

De gaullistische benadering van de Europese samenwerking kwam voor het eerst tot uiting in een door Frankrijk geïnspireerd voorstel tot een Europese Politieke Unie, het zogenaamde Plan Fouchet. Het plan stelde een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid voorop en samenwerking inzake, wetenschap, cultuur en mensenrechten. Het voorzag ook in een aantal instellingen zoals een raad van ministers, en commissies van ambtenaren om de verschillende beleidsterreinen te coördineren. Dit alles op stevige intergouvernementele basis: beslissingen zouden met met unanimiteit worden genomen, van meerderheidsbeslissingen of een rol voor de Commissie was geen sprake. In feite voorzag het plan Fouchet dat er naast de bestaande instellingen binnen de EEG een nieuw soort Europese samenwerking tussen dezelfde zes landen zou groeien die echter helemaal niet supranationaal zou zijn.
Voorstanders van de supranationaliteit liepen dan ook storm tegen het plan. Met name de Nederlandse minister van buitenlandse zaken Luns, de latere NAVO secretaris-generaal, was uitermate achterdochtig en hij vond hiervoor steun bij de Belgen. In feite was het standpunt dubbel: enerzijds moesten meer supranationale elementen in het plan komen, anderzijds moest het duidelijk Atlantisch worden ingebed en moest met name de deur worden open gehouden voor nieuwe leden. Intussen had Groot-Brittannië immers haar kandidatuur voor de EEG gesteld en Luns eiste dat de Britten mee aan de onderhandelingstafel over de Politieke Unie kwamen zitten. Het plan Fouchet stierf dan ook een stille dood. De Gaulle zou zich immers meer gaan toeleggen op de samenwerking met Duitsland en blokkeerde met zijn veto de Britse toetreding, die hij te Atlantisch achtte.



Mijlpalen van de Europese eenwording (23)

De Gaulles Europa der vaderlanden.

Terwijl de Gaulles relatie tot de Amerikanen en de NAVO steeds moeilijker werd, maakte ook de EEG turbulente tijden mee met de eigenzinnige generaal. De Gaulle



Mijlpalen van de Europese eenwording (22)

De Gaulles visie op Europa had ontegensprekelijk een sterke nationalistische inslag. Afstand van nationale soevereiniteit was daar uiteraard mee in tegenspraak en dit maakte de generaal in de jaren vijftig



Mijlpalen van de Europese eenwording (21)

Europa in de jaren zestig: de uitdaging van de Gaulle

De jaren zestig worden vaak beschreven als een periode van malaise in het Europese integratieproces. Dat is echter niet helemaal terecht. Vrij snel na haar oprichting kon de EEG zich in de jaren zestig consolideren als een, weliswaar beperkte, maar toch vaste waarde op het Europese en wereldtoneel, tenminste voor zover het over handel en landbouw ging. De jaren zestig waren ook een periode van voorspoed en voorstanders van de integratie schreven dit toe aan de Europese verwezenlijking.
Wat er ook van zij, naar het dagelijks leven van de gewone mensen had de vrijhandelszone zeker meer gevolgen dan wij nu vaak beseffen. Reizen werd makkelijker door soepeler grenscontroles, talrijke producten die voorheen als exotisch of luxe werden beschouwd werden betaalbaar. Dat veranderde onze dagelijkse gewoontes grondig. Kunnen we ons nog een leven voorstellen zonder Duitse auto



Mijlpalen van de Europese eenwording (20)

Van vrijhandel naar politieke eenwording?

Toch reikten de ambities van het Verdrag van Rome in principe verder dan vrijhandel en landbouwbeleid. Het was immers een kaderverdrag waarin ook een aantal doelstellingen op lange termijn naar voor werden geschoven, een agenda die samen moest uitgevoerd worden.
Het Verdrag stelde weldegelijk een echte gemeenschappelijke markt in het vooruitzicht, wat meer is dan enkel een douane-unie omdat dan ook de wetgeving (bv. op het vlak van veiligheid van apparaten) over hetzelfde moet gaan. Ook een economische en monetaire unie met een gemeenschappelijke munt werden in het vooruitzicht gesteld. Dit alles zou dan moeten uitmonden in een politieke unie, een organisatie die ook bevoegdheid zou hebben op traditionele domeinen van de staten als buitenlandse beleid, defensie, politie, justitie, enz



Mijlpalen van de Europese eenwording (19)

Vrijhandel en landbouwbeleid

Ook op een andere manier week men af van de ideeën die Monnet en Schuman geïnspireerd hadden bij hun initiatief voor de EGKS. Hun functionalistische benadering ging men immers uit van een integratie per sector. Van die sectoriële benadering werd nu afgestapt. Men werkte breder maar tegelijkertijd veel minder vergaand.
In een eerst fase voorzag men naar het voorbeeld van de Benelux in de creatie van een vrijhandelszone. Aan die vrijhandelszone werden ook een paar grote principes gekoppeld, zoals het vrij verkeer van goederen en werknemers. Dat gold voor alle sectoren en niet voor één enkele zoals in de EGKS maar ging tegelijkertijd veel minder ver.
Dat verschillende landen afspraken om onderling niet langer invoerrechten te heffen was historisch niet echt revolutionair te noemen.
Het Verdrag voorzag ook in een douane-unie, wat al een stap verder ging. Hierbij wordt een gezamenlijk tarief ten aanzien van derde landen gehanteerd: éénzelfde invoerheffing dus, voor bv. Braziliaanse koffie of die nu gelost werd in Le Havre of in Antwerpen. Hierdoor stelde de EEG zich op als één handelsblok en het zou ook de Europese Commissie zijn die van in de jaren zestig in naam van de lidstaten optrad in internationale handelsbesprekingen (GATT, voorloper van de Wereldhandelsorganisatie).
De verwezenlijking van deze vrijhandelszone en douane-unie gaf dan ook geen grote problemen. Zij werden geleidelijk ingevoerd en tegen het begin van de jaren zeventig was deze eerste fase van deze eenwording rond.

Slechts op één terrein kwam men van meetafaan tot een gemeenschappelijk beleid, dat veel verder ging dan afschaffing van onderlinge grenscontroles, enz. en dat was de landbouw. Landbouw werd op die manier vanaf de jaren zestig een materie die hoofdzakelijk door Europa werd geregeld. Dit was een toegift aan de Fransen, waar de landbouwsector nog veel belangrijker was dan in het veel meer geïndustrialiseerde West-Duitsland (het Ruhrbekken), in België of zelfs in Nederland. In ruil voor de vrije toegang van de Duitse industriële producten tot de grote Franse markt, nam de EEG de ondersteuning en transformatie van de landbouw voor zijn rekening. Hier ligt de oorsprong van de roemruchte PAC (Politique Agricole Commune) met zijn nachtelijke marathons over jaarlijkse prijszetting en zijn vleesbergen en melkplassen toen die politiek uit de hand begon te lopen. Tot diep in de jaren tachtig stond Europa voor de gewone mensen dan ook gelijk met een meer en meer controversieel landbouwbeleid, iets wat al bij al slechts een kleine minderheid van de Europeanen aanbelangde maar veel geld en aandacht opslorpte.



Mijlpalen van de Europese eenwording (18)

De EEG, rechtstreekse voorloper van de Europese Unie

Ten tweede werd een Europese Economische Gemeenschap opgericht (EEG). Het is die EEG die later via naamsveranderingen en het opslorpen van de EGKS en Euratom (1967) na het verdrag van Maastricht (1992) zou uitgroeien tot wat we nu de Europese Unie noemen.
Met uitzondering van de Europese Raad (Franse president en eerste ministers) die in de jaren zeventig werd opgericht, dateren alle belangrijke organen van de huidige Unie reeds van het verdrag van Rome: de Europese Commissie, de Raad van Ministers, het Europese Hof van Justitie en het Europees Parlement (in die tijd zonder wetgevende bevoegdheid). Zoals we vroeger hebben gezien werd hier het model van de EGKS overgenomen. Maar er was, zoals reeds eerder aangestipt, een verschil. Het zwaartepunt verschoof van de Commissie, het orgaan bij uitstek dat de supranationale benadering van de Europese eenwording vertegenwoordigde, naar de Raad van Ministers. De Europese commissie kon nog enkel voorstellen doen voor nieuwe Europese regels. De uiteindelijke beslissing werd genomen door de Raad van Ministers, een orgaan dat gezien werd als een typisch uiting van de intergouvernementele benadering. Die Raad zou weliswaar met een gekwalificeerde meerderheid beslissen en niet met consensus zoals dat de gewoonte was in intergouvernementele organen. Wel was een overgangsperiode voorzien waarin die consensus weldegelijk nog van kracht zou blijven.
Al bij al beschouwden voorstanders van de supranationaliteit, met hun nadruk op onafhankelijke instellingen op Europees niveau, de EEG als een stap terug in vergelijking met de EGKS. Terzijde merken we op dat de Benelux-landen zich in deze periode ontpopten tot de grote voorstanders van de supranationaliteit. Zij zagen hierin, aldanniet terecht, een tegenwicht tegen al te grote invloed van de grote staten, meer bepaald van Frankrijk, en dus een garantie dat met de belangen van de kleintjes rekening zou worden gehouden.



Mijlpalen van de Europese eenwording (17)

Het Verdrag Van Rome: antwoord op een crisis en basis van de Europese Unie

Het débacle van de Europese Defensiegemeenschap veroorzaakte in de jaren vijftig de eerste grote crisis in het Europese integratieproces. Het zou niet de laatste zijn en sommige waarnemers menen dat in heel haar bestaan de Europese Unie meer in crisis is geweest dan wat anders. Er waren in ieder geval meer crisissen dan echte mijlpalen. Maar het Verdrag van Rome was zeker zo



Mijlpalen van de Europese eenwording (16)

Wat we in de EDG discussie bovendien ook naar voor zien komen, is de spanning tussen de Atlantische en de Europese optie voor de verdediging van West-Europa. Een deel van de tegenstand tegen de EDG, met name uit Amerikaanse hoek maar ook in bepaalde Belgische kringen, kwam ook voort uit het geloof dat de defensie van West-Europa zich in Atlantisch verband onder Amerikaanse leiding diende te ontwikkelen en dat




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.