h3. C.V Het paradigma van de Moderne Tijd, georiënteerd op rede en vooruitgang
h5. C.V.6 De revoluties in Staat en Samenleving
De revolutie in wetenschap en filosofie, in cultuur en theologie is niet te scheiden van de revolutie op het vlak van de politiek, de staat en de samenleving. Absolute monarchen zoals Frederik II van Pruisen of Jozef II van Oostenrijk hebben geprobeerd de Verlichting in dienst te stellen van hun absolute macht. Maar in feite kon de Verlichting niet anders dan zich tegen de absolute monarchie keren. Uit de cultuurrevolutie van de Verlichting volgde de politieke revolutie.
De Franse revolutie is hét voorbeeld bij uitstek. Onmiddellijke oorzaak ervan was de economische en sociale crisis van de jaren 1770: vergrote levensduurte, hongersnoden, werkloosheid en armoede. Katalysator was de bijeenroeping van de (sinds 1615 niet meer bijeengeroepen) Staten-Generaal op 1 mei 1789.
Wat betekende die revolutie voor het christendom? Ook al had tijdens het Ancien Régime de haat en vijandschap zich ook tegen de kerk en de clerus opgestapeld, toch was de revolutie niet op de eerste plaats tegen de kerk gericht. Slechts een kleine minderheid, de hogere geestelijkheid, had zich met het establishment verbonden, de grote hoop lagere geestelijken verklaarden zich solidair met de derde stand. Een van de belangrijkste publicaties uit die tijd kwam trouwens van een