C.III Het Rooms-katholieke paradigma van de Middeleeuwen
C.III.12 De Contrareformatie (vervolg)
Het is ook onder katholieken niet genoeg geweten dat de hervorming van de kerk onder Paulus III een echte hervorming had kunnen zijn en niet slechts een restauratie. Uiteraard is ze beïnvloed geweest door de opkomst van het protestantisme, maar in de kern was de bijbel de maatstaf voor de vele hervormers rond de paus, en wel onder invloed van mannen als Erasmus. Maar na diens dood in 1536 zet die hervorming zich helaas niet door. In 1542 wordt Rome middelpunt van de inquisitie voor alle landen, met de oprichting van het Sacrum Officium Sanctissimae Inquisitionis. Een sleutelfiguur is dan de conservatieve kardinaal Gian Pietro Caraffa, die in 1555 als paus Paulus IV de restauratie doorzet en alle vroegere ijveraars van de echte hervorming neutraliseert.
Op het concilie van Trente, dat in 1545 begonnen was en zich voortsleepte tot in 1563, waren de conservatieven in de meerderheid en hadden de gezanten van de paus het eerste woord. Het is dus niet echt een oecumenisch concilie geweest maar een pausconcilie, waar bijna uitsluitend prelaten uit Italië en Spanje aan deelnamen.
In de decreten over de leer wordt de juiste leer vastgelegd over erfzonde, rechtvaardiging, sacramenten, eucharistie, vagevuur, aflaten. In de disciplinaire decreten wordt de hervorming aangevat: over het huwelijk, de vorming van de clerus en oprichting van seminaries, benoeming en verplichtingen van bisschoppen en kardinalen, enz. Geen woord echter over de hervorming van het pausdom.
Het is duidelijk dat heel wat van die hervormingen vertrokken van de nood tot hervorming van de katholieke kerk. Maar het raam, waarbinnen die gebeurt, is de strijd tegen het protestantisme. De Contrareformatie is niet ná Trente, maar mét Trente begonnen. De binnenkerkelijke hervorming is niet een middel geweest om tot verzoening en hereniging te komen met de reformatoren, maar om ze te bestrijden. Om Europa terug te winnen voor het katholicisme.
Een voorbeeld, dat dit ten volle illustreert, is het decreet over de eucharistie. Die krijgt niet vanuit het inzicht van de reformatoren een nieuwe betekenis en vormgeving, ze wordt eenvoudig