Boris Jeltsin, de goede Tsaar

De laatste tijd hoor je het regelmatig in het nieuws: de terugkeer van de koude oorlog. En onwillekeurig denk je dan aan Putin, de poulain van de onlangs overleden Boris Jeltsin. Was deze laatste meer dan een onbehouwen dronkaard, die Gorbatsjov zo onheus behandelde en van de vroegere Sovjet-Unie een paradijs maakte voor gewetenloze kapitalisten en een hel voor de gewone mensen? Het artikel van Cathy Young hangt een iets genuanceerder beeld op.



Islam en wetenschap

Tot in de veertiende eeuw bloeide in Bagdad wetenschap en filosofie. De Mutazila-strekking legde nadruk op het rationele denken, ook over religieuze kwesties. Ze werd echter in de veertiende eeuw overvleugeld en monddood gemaakt door de traditionalisten en conservatieven. En sindsdien is de wetenschap in de wereld van de Islam een zwak beestje. Dat ligt volgens de Pakistaanse professor Pervez Amirali Hoodbhoy van de universiteit in Islamabad aan het feit dat autonoom wetenschappelijk kennen staat tegenover het heteronome kennen, dat berust op het gezag van heilige boeken enz. Sinds zevenhonderd jaar wordt de islam door dat laatste gedomineerd, zoniet geterroriseerd. De laatste decennia steekt het machtiger dan ooit de kop op, mede dank zij de houding van het Westen.
Lees het artikel van de heer Hoodbhoy: het kan ons inspireren om onze houding tegenover de islam en ook tegenover het eigen fundamentalisme (dat vooral in Amerika maar ook hier de kop opsteekt) te bepalen en te corrigeren!



Naschrift Europa: vrede, internationalisering en democratie (5)

Deze vraag, die niet uniek Europees is, stelt zich wel des te meer prangend op het Europees niveau juist omdat het zo



Naschrift Europa: vrede, internationalisering en democratie (4)

De Europese Unie is dan ook een nieuwsoortige identiteit in de internationale politiek. Het is geen nationale staat en wellicht zal de droom van de Europese federalisten van één grote Europese superstaat nooit in vervulling gaan. Voor zo



Misdaad en straf

Er gaat geen maand voorbij of ergens in ons dierbaar België gaan cipiers in staking uit protest tegen de overvolle gevangenissen. En steevast is de reactie van de politiek: er moeten meer gevangenissen komen, justitie moet dringend worden aangepakt. Dat is ook zo in de nu lopende besprekingen die naar een volgende regering moeten leiden.
Maar misschien zit het probleem in een andere hoek, getuige dit artikel over het gevangeniswezen in de VS. In dat land van de échte democratie zitten proportioneel onnoemelijk meer mensen gevangen dan in welk ander land ook. En de overgrote meerderheid van hen zijn mensen met zwarte of donkere huidskleur. Ik ben geneigd de auteur te volgen wanneer hij dat feit verklaart als een reactie op de jaren zestig en zeventig, wanneer de burgerrechtenbeweging elke vorm van racisme (terecht uiteraard) politiek incorrect maakte. Het latente racisme van de heersende klasse heeft de kop weer opgestoken in een versterking van het punitieve karakter van de sociale wetten en voorzieningen. In de jaren tachtig en negentig werden veel meer mensen opgepakt en in de bak gestoken voor criminele feiten, drugsverkoop enz., ook al wijzen de statistieken op een daling van de criminaliteit en drugsdelicten in diezelfde jaren. Maar in tegenstelling tot wat sommigen beweren, heeft het ene feit (de vergroting van de kans in de bak te geraken) weinig met het andere (de vermindering van de criminaliteit) te maken. Het is veelmeer het gevolg van een perverse link tussen misdaad en zwart-zijn, die zich in het onderbewustzijn (of de onderbuik) van de gemiddelde (blanke) Amerikaan heeft genesteld. Dat sommige politici daar gretig op inspelen is natuurlijk evident, en natuurlijk “heeft dit niets met racisme te maken…”!
In ons land lopen dergelijke politici ook rond. Bij ons zijn bij gebrek aan voldoende zwarten de alloctonen het geliefde slachtoffer. Er is dus voldoende reden om twee keer na te denken over de te volgen politiek. Daarbij moet je evident voor ogen houden dat mensen zonder vooruitzichten op een decent leven gemakkelijker bezwijken voor de bekoringen van het kwaad…



Naschrift Europa: vrede, internationalisering en democratie (3)

Wat meteen ook het m.i. grootste probleem van de Europese Unie bloot legt: dat van de democratische beslissingsprocedures en controle op de besluitvorming. Als we het democratische gehalte van de Europese beslissingen vergelijken met dit van de nationale staten en ons op een louter formeel standpunt zetten, dan moeten we vaststellen dat ondanks de gestadig groter wordende bevoegdheid van het Europees Parlement Europa de democratische toets niet doorstaat. Daarvoor is de invloed van dat parlement over het wetgevende werk nog te zwak. Dat geldt zowel ten aanzien van de Raad van Ministers (die zich een boel domeinen exclusief voorbehouden) als ten aanzien van de Commissie. Het parlement heeft bv. geen volledige financiële controle en kan bovendien ook geen wetsvoorstellen indienen, dat is de exclusieve bevoegdheid van de Commissie. Nu moet men zo



Naschrift Europa: vrede, internationalisering en democratie (2)

De staatslieden van de 19de en begin van de 20ste eeuw, van Palmerston en Bismarck tot Willem II en Clémenceau zouden wellicht met enige verbijstering naar hun opvolgers in de 21ste eeuw kijken. Het Europa van de Unie is een voor hen volkomen vreemde en zelfs onbegrijpelijke wereld waar conflicten gaan over visserijquota of dienstenrichtlijnen, over de bescherming van vogels of stemprocedures in internationale organen allerhande, of over het al dan niet toetreden van Turkije (een land dat ze ooit onder elkaar wilden verdelen).
Leopold II zou wellicht met enige verbijstering kennis nemen van het feit dat de Belgische regering verwoede pogingen doet om de andere Europese landen bij een Congo-beleid te betrekken, terwijl ook ik nog op de lagere school mocht leren hoe slim Leopold was geweest toen hij dit rijke gebied voor de neus van de andere koloniale grootmachten wegkaapte.
Want dat is de Europese Unie natuurlijk ook geweest: een alternatief project dat de frustraties van de dekolonisatie kanaliseerde, ook voor kleinere landen zoals Nederland en België die toch een groot deel van hun nationale glorie uit hun kolonies putten.

Niet te verwonderen dus dat Centraal- en Oost-Europa stonden te trappelen om aan te sluiten én dat het Europese model zowel in Azië als in Latijns-Amerika min of meer aarzelende navolgers kent. Meer zelfs, de Unie zelf stimuleert regionale samenwerking in Afrika (vrijhandelszones, enz



Naschrift Europa: vrede, internationalisering en democratie (1)

Hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze reeks over de geschiedenis van de Europese eenwording. Door omstandigheden ontbreekt ons de tijd om dieper in te gaan op de ingewikkelde besluitvormingsprocessen van de Europese Unie. We willen onze bijdragen afsluiten met enkele persoonlijke bedenkingen bij deze hele evolutie.

Als we terugblikken op zestig jaar Europese eenwording, dan kunnen we niet anders dan vaststellen dat het Europese integratieproces één van de factoren is geweest die



Mijlpalen van de Europese eenwording (46)

Waarom was er dan toch zo veel commotie rond de grondwet? Omdat men dat bewust zo gewild heeft. Het lijkt er op dat mensen als de Belgische premier Verhofstadt die zichzelf met de Verklaring van Laken (2001) als een van de geestelijke vaders van het grondwetidee beschouwt, bewust hebben afgezien van de stapsgewijze benadering die sinds de jaren vijftig het handelsmerk van de Europese integratie is. Men heeft met de grondwet niet alleen een antwoord willen geven op een aantal praktische problemen die inderdaad dringend moesten opgelost worden. Men heeft bewust ook een groot symbolisch gebaar willen stellen waardoor de Unie zich in de verwarrende internationale context zowel ten aanzien van de eigen bevolking als op het wereldtoneel wou positioneren. Dat is jammerlijk mislukt want wie grote gebaren stelt, mag ook grote gebaren terug verwachten en daar had men blijkbaar niet op gerekend.

Bovendien is de wijze waarop de grondwet tot stand kwam én het uiteindelijke resultaat wederom een compromis tussen voor- en tegenstanders van Europees federalisme. Immers terwijl tot dan toe nieuwe Europese verdragen werden onderhandeld tussen de regeringen (zoals dat voor alle internationale verdragen het geval is), greep men nu naar een hybride formule waarbij de grondwet werd voorbereid door een zogenaamde Conventie bestaande uit afgevaardigden van de nationale parlementen, het Europese parlement en de nationale staten.

Het valt niet te ontkennen: nooit is een Europese Verdrag op zo



De Bonobo-mythe

Volgens de wetenschapper Frans de Waal, een Nederlander die in de VS woont en publiceert, kan het verschil tussen de chimpansee en de bonobo niet groter zijn. De eerste is gewelddadig, de tweede vredevol en attent voor zijn soortgenoten. Bij de bonobo’s domineren de wijfjes en wordt elk conflict opgelost door seksueel contact. De bonobo’s bewijzen volgens de Waal dat de mens in zijn voorhistorische ontwikkeling allesbehalve het primitieve, onbeschaafde wezen was, waar de beschaving als een vernisje op gegoten is.
Maar zijn de bonobo’s werkelijk zo vredelievend en attent? Frans de Waal heeft nooit bonobo’s in het wild bestudeerd. In dit relaas vertelt Ian Parker over zijn reis naar het binnenland van Congo om de bonobo’s te zien, over de geschiedenis van de ontdekking ervan en over hun plaats in de wetenschap over onze voorouders. Prettige lectuur in een door regen overgoten vakantie! En een goeie voorbereiding voor een trip naar Plankendaal!



Mijlpalen van de Europese eenwording (45)

Het is vooral op het vlak van beslissingsprocedures dat er nieuwe stappen werden gezet: zo was er de vereenvoudiging van de stemprocedure in de Raad van Ministers. Reeds in het Verdrag van Nice was een poging ondernomen om dit in het licht van de naderende uitbreiding te vereenvoudigen maar niemand was echter tevreden met dat compromis.
Voor de Raad van Ministers voorzag de grondwet veel meer gevallen van stemming met gekwalificeerde meerderheid in plaats van per consensus (vijfenveertig nieuwe gevallen, o.m. inzake buitenlands beleid) waardoor het onderscheid tussen de drie pijlers van Maastricht verminderde. Bovendien had men nu telkens een dubbele meerderheid nodig: de stemmen moesten ten minste 55% van de lidstaten vertegenwoordigen én 65% van de totale bevolking van de Unie. Om te vermijden dat de lidstaten met de meeste inwoners een besluit kunnen blokkeren, moet de blokkerende minderheid ten minste vier lidstaten omvatten. Als dit niet het geval is, zal de gekwalificeerde meerderheid worden geacht te zijn bereikt, zelfs indien niet aan het criterium inzake bevolking is voldaan.
Kenners waren het er in het algemeen over eens dat deze manier van werken tot gemakkelijkere besluitvorming zou leiden terwijl er toch een evenwicht was tussen de belangen van grote en kleine landen. Grote landen vonden immers dat het ondemocratisch was hun bevolking blijvend onder te vertegenwoordigen; de kleine landen argumenteerden dan weer dat internationale democratie ook veronderstelt dat zij niet verworden tot de speelbal van de groten.

Naast dit alles werd ook de rol van het Europees parlement vergroot en kwamen er meer terreinen waarop het zijn macht kon laten gelden. Andere nieuwigheden betroffen het beperken van het aantal commissieleden, openbaarheid van sommige vergaderingen van de Raad, veranderingen in het systeem van voorzitterschap van de Raad, de omvorming van de Hoge Vertegenwoordiger tot een Minister van Buitenlandse Zaken, én een petitierecht voor de burgers.
Het ontbreekt ons aan de tijd om dit allemaal uit de doeken te doen maar kort gezegd kunnen we stellen dat de impact van de vernieuwingen in de grondwet relatief beperkt was. Er was bv. nauwelijks of geen sprake van nieuwe bevoegdheden die naar het Europese niveau werden overgedragen, ook al werd dat in het debat dikwijls beweerd. Alles bij elkaar had bv. het Verdrag van Maastricht veel meer impact op het dagelijkse leven van de burgers en op het reilen en zeilen van de Unie. Kortom sommigen waren van mening dat, had men het etiket grondwet niet op de tekst geplakt, er in Frankrijk zelfs geen noodzaak zou zijn geweest voor een referendum.



Solshenitsyn kijkt terug

Een interessante kijk van een 88-jarige op de geschiedenis van de Sovjet-Unie en Rusland in de twintigste eeuw, en op het hedendaagse Rusland van Putin.