Richard Dawkins en religie (1)
Richard Dawkins en de religie
Het laatste boek van Richard Dawkins:
Richard Dawkins en de religie
Het laatste boek van Richard Dawkins:
De Frans-Duitse tandem als motor, de Britten aan de zijlijn.
Is de EGKS gegroeid uit de Frans-Duitse tegenstelling en het overwinnen van deze tegenstelling, dan valt het omzeggens zestig jaar later op, hoe sterk deze Frans-Duitse as een dragende kracht van de Europese integratie is geworden. Na drie Frans-Duitse oorlogen in zeventig jaar tijd was die verzoening geen geringe prestatie die, zoals we nog verder zullen zien, in Frankrijk alles behalve algemeen aanvaard was. Schuman werd in het Franse parlement regelmatig onthaald op spreekkoren genre
Tot slot trad men als EGKS ook sturend op, men trachtte de economische evolutie in de sector wel degelijk te beïnvloeden. Aanvankelijk ging het hierbij vooral om het garanderen van een voldoende bevoorrading tegen een redelijke prijs. In latere jaren, toen er bv. in België eerder sprake was van overproductie van staal, zou de EGKS maatregelen nemen om de staalindustrie af te bouwen, en nauwlettend toekijken op nationale overheidsinitiatieven die poogden bedrijven in moeilijkheden te redden. De EGKS speelde ook een belangrijke rol in de herscholing van mijnwerkers na de sluiting van de mijnen in de jaren zestig tot tachtig.
Samenvattend kunnen we stellen dat de EGKS de typische mengeling vertoonde van vrije markteconomie met sturend optreden dat, ook hier weer mits de nodige nationale accenten, in het na-oorlogse West-Europa opgang maakte. Vrije markt en vrijhandel, privaatinitiatief en een overheid die via stimuleringen of beperkingen sturend tracht op te treden, waren algemeen verspreid. Fundamenteel is dat ook vandaag nog het geval, al is de algemene sfeer er vandaag in heel Europa, en dus ook in de Europese instellingen, een die veel meer dan in de jaren zestig de nadruk legt op privé initiatief, vrije markt en terugdringing van overheidsinterventie.
Wat hierbij opvalt is dat men ook van in het prille EGKS-begin discussies heeft gezien waarbij kritiek op het beleid van de Europese instellingen vermengd wordt met kritiek op het Europees project als dusdanig. Zo was één van de reden waarom de Britse Labour regering zich tegen het Plan Schuman kantte, de vrees dat de regels van de EGKS haar eigen nationale opties zouden doorkruisen: Labour voerde immers een beleid van selectieve nationalisaties, o.m. in de kolen- en staalsector. Omgekeerd zetten de Belgische staalbazen een campagne tegen datzelfde plan op, omdat zij er een verdoken vorm van overheidsdirigisme en
Vrijhandel, georganiseerde mededinging en overheidsinterventie
Naast de instellingen van de EGKS, was er natuurlijk ook het beleid van de organisatie. En ook hier zien we van in het begin een aantal grote economische principes opduiken die, weliswaar met de nodige variaties, tot vandaag het Europese beleid zullen bepalen.
Het was de bedoeling tot één gemeenschappelijke markt voor kolen en staal te komen: een grote markt waarin dezelfde spelregels golden. Dat hield een aantal dingen in.
Vooreerst werd er binnen de EGKS en later binnen de Europese Gemeenschap resoluut gekozen voor vrijhandel. De ervaring van de jaren dertig indachtig werd elke protectionistische afscherming van de markt via invoerheffingen tussen de lidstaten verboden.
Tegelijkertijd kwam een gemeenschappelijk buitentarief tot stand: alle lidstaten hanteerden dezelfde in- en uitvoertarieven voor kolen en staal in de handel met landen van buiten de EGKS (douane-unie).
Het tweede grote principe was dat men opteerde voor de vrije markt en vrije mededinging, zij het op een gecontroleerde manier. De EGKS keek er op toe dat bv. overheidssubsidies niet marktverstorend werkten. Vrije markt was na de oorlog heilig in Europa en is dit wellicht vandaag meer dan ooit. Tegelijkertijd wordt ook gecontroleerd of fusies en kartelvorming tussen bedrijven niet leiden tot monopolies of prijsafspraken. Dat is tot vandaag één van de meest cruciale taken van de Europese Commissie.
Daarnaast kwam er ook een Raad van Ministers, die afgevaardigd waren door de verschillende regeringen en hun nationale belangen vertegenwoordigde. Dit orgaan is in feite een klassieke diplomatieke vergadering, op intergouvernementele basis. Maar daar werd dan weer van afgeweken omdat er niet gestemd wordt bij consensus. Er werd en wordt ook nu nog gestemd bij meerderheid, waarbij landen met meer kolen en staalproductie ook meer stemmen hadden. Dit laatste
De EGKS als eerste supranationale organisatie?
In de EGKS vinden we reeds de voorlopers van de vier instellingen die later de kern zullen vormen van de Europese Unie:
Deze instellingen waren ook toen al het resultaat van een compromis.
Als Europees federalisten geloofden Schuman en Monnet in supranationale instellingen die konden optreden los van de instructies van nationale staten. De Hoge Autoriteit (later de Commissie) is zo
Kolen en staal als Frans-Duits bindmiddel (2)
De economische crisis van de jaren dertig lag nog vers in het geheugen. Men was er algemeen van overtuigd dat die crisis de oorzaak was geweest van de opkomst van het nationalisme in Europa en van het Duitse nazisme in het bijzonder. Als men niet oppaste zou hetzelfde scenario zich herhalen en zou niet alleen revanchisme maar ook de sympathie voor de communistische partijen en de Sovjet-Unie groeien. Om dat te voorkomen, aldus het standpunt van de Amerikanen, waren twee dingen noodzakelijk.
Vooreerst moesten de economische grenzen open. Economisten als Keynes wezen er op dat het beleid van devaluaties en protectionisme de Europese landen voor de oorlog had meegesleurd in een spiraal van steeds dieper wordende crisis en stilvallende handel. Wat nodig was, was daarentegen vrijhandel en meer economische samenwerking tussen de Europese landen. Bij de Amerikaanse Marshallhulp was samenwerking een voorwaarde en hierdoor ontpopten de Amerikanen zich tot prille promotors van de Europese economische eenmaking.
Ten tweede kon West-Duitsland, met zijn sterk industrieel potentieel (cfr. de Ruhr) niet buiten heel dit proces worden gehouden. Juist dit beleid ten aanzien van Duitsland zou bij de Sovjets groeiende argwaan wekken en zo bijdragen tot de Koude Oorlog. Maar ook bij de Fransen was er lange tijd veel tegenstand tegen het herstel van de Duitse economische soevereiniteit.
De directe aanleiding tot Schumans oproep was dan ook de Amerikaanse eis om de laatste internationale controles op de kolen- en staalindustrie in het Ruhrbekken op te geven, wat op weerstand bij de Franse stuitte. Het is veelzeggend dat niet alleen de Duitsers maar ook de Amerikanen
Kolen en staal als Frans-Duits bindmiddel.
John Pilger daagt ons uit: blijven wij in de kwestie Irak aan de zijlijn toekijken, zoals die Duitse vrouwen die tijdens de laatste wereldoorlog toekeken hoe Joodse vrouwen en kinderen de dood werden ingejaagd? Een uitdaging voor de vorming van een nieuwe ethiek in deze moderne, post-religieuze wereld!
Amerikanen en Russen, Fransen en Duitsers.
De rol van de Amerikanen valt bij die eenwording niet te onderschatten. In de jaren na de oorlog waren zij sterke voorstanders van (West-) Europese samenwerking. Het zijn zij die de Europeanen via de Marshall-hulp gedwongen hebben tot economische samenwerking. Evenzeer zijn het de Amerikanen geweest die de West-Europeanen onder druk hebben gezet om ook op militair vlak samen te werken. Bij dit alles speelde uiteraard de groeiende tegenstelling met de Russen een belangrijke rol. Van Paul-Henri Spaak, de Belgische founding father van Europa, is de uitspraak dat Stalin Europa heeft gemaakt. De schrik voor wat door de publieke opinie, al dan niet terecht, gezien werd als een Russische dreiging en het besef dat de Amerikanen enkel zouden helpen als de West-Europeanen zelf hun interne tegenstellingen overwonnen, vormden een belangrijke stimulans voor de eerste vormen van West-Europese samenwerking.
Maar er speelde meer dan enkel de groeiende oostwesttegenstelling. Over de NAVO, de door Amerika gedomineerde militaire alliantie die in dezelfde periode tot stand kwam, werd ooit gezegd dat ze opgericht was
Mijlpalen van de Europese eenwording.
We kunnen inderdaad het reilen en zeilen van de huidige Europese Unie niet verklaren, zonder enig inzicht in haar ontstaansgeschiedenis en evolutie. Dat is een zeer complex verhaal dat we hierna sterk vereenvoudigd en in grote stappen zullen weergeven. Een heel belangrijk element geven we hier alvast mee: Europa is het resultaat van een compromis, van verschillende visies op de wereldpolitiek en op de rol die Europa daarin moet spelen. Dat is nu zo, maar dat was ook zo in het allerprilste begin van het Europese eenwordingsproces: de jaren na het einde van de tweede wereldoorlog.
De beginjaren: eenwording en deling in de Koude Oorlog (1945-1956)
Inderdaad, het was opvallend hoe bij viering van de 50ste verjaardag van het Verdrag van Rome, vele in talrijke commentatoren en overzichten deze overeenkomst uit 1957 werd voorgesteld als hét beginpunt van de Europese integratie, de start van de Europese eenwording. Toch zijn juist de jaren voor 1957 van uitzonderlijk belang voor de gedaante die de Europese eenwording in latere jaren zal krijgen.
Een eenwording die, laten we dat niet vergeten, toen in eerste instantie een West-Europese eenwording was. De eerste stappen naar integratie gingen immers hand in hand met de deling van het grotere Europa in twee tegengestelde blokken. Eenwording en deling zijn met andere woorden twee aspecten van een zelfde proces waarbij we de discussie over de vraag of de groeiende samenwerking in West-Europa een gevolg was van het uiteenvallen in twee blokken, dan wel of die samenwerking juist de deling heeft gestimuleerd, nu even laten voor wat ze is.
In ieder geval kunnen we de eerste stappen van Europese integratie niet los zien van de bredere internationale context van die dagen, van het proces waarbij Europa in de jaren na de tweede wereldoorlog langzaam maar zeker in een Koude Oorlog tussen Amerikanen en Russen verzeild raakte.
Daarom zou het ook verkeerd zijn de eerste stappen van West-Europese eenwording te zien als louter het in praktijk brengen van de idealen van de Europese federalistische beweging die streefde naar een Verenigd Europa. Die beweging had zeker aanhang en invloed. De herinnering aan de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog lag nog vers in het geheugen. Velen hadden ook de massaslachting van de eerste oorlog nog bewust meegemaakt. In die context kreeg een beweging die pleitte voor samenwerking, en verzoening tussen Frankrijk en Duitsland (de tegenstelling die aan de basis lag van die oorlogen) en het opgaan van de nationale tegenstellingen in een groter geheel, in verlichte kringen zeker enige aanhang. Dat de Europese instellingen er in de volgende vijftig jaar inderdaad in geslaagd zijn om het eng nationalisme te overbruggen en zo ontegensprekelijk bijgedragen hebben tot stabiliteit en vrede op het continent is iets dat we nu vaak onderschatten.
Dat neemt echter niet weg dat de Europese federalisten hun ideeën nooit zouden gerealiseerd hebben als zij niet in overeenstemming waren met de belangen van de belangrijkste grootmachten in die dagen.
Europa als een project?
We zouden nog op andere verschillen in het beleven van het verleden kunnen wijzen. Zo kijken Oost-Europeanen en West-Europeanen op een heel andere manier naar het recente verleden: naar de tweede wereldoorlog en zijn gevolgen, naar de holocaust, naar de rol van Rusland en Amerika in Europa. Juist omdat de ervaringen heel verschillend liggen in Oost en West
Wat er ook van zij, duidelijk is wel dat het moeilijk is om Europa strikt te definiëren. Het gaat hier over een geografisch vaag gebied, het westerse uiteinde van het Euro-Aziatisch continent dat een stuk gemeenschappelijke cultuur en verleden heeft maar ook grote diversiteit kent. Daarom zien velen Europa ook eerder als een project dan als een vaststaand gegeven. Europa als een nieuw model van samenleven voor de 21ste eeuw waarin men juist probeert een evenwicht te vinden tussen die verschillen in traditie en geheugen, die ook respecteert en toch tracht te streven naar eenheid.
Critici zullen zeggen: het klinkt mooi maar het staat wel mijlenver af van de dagelijkse praktijk van Europese bureaucraten die vanuit Brussel de gewone mensen met allerlei zinnige of minder zinnige regels om de oren slaan. Gelijk hebben ze. Tussen de idealen die door de voorstanders van Europese eenwording naar voor worden geschoven en de praktijk gaapt een diepe kloof. Die kloof kan enkel verklaard worden door de historische ontwikkeling van de Europese eenwording. Dat is het volgende deel van ons verhaal.