In de val van de consensus

Volgens de socioloog Wolf Lepenies is het gebrek aan politieke oppositie de oorzaak bij uitstek van de belabberde buitenlandse politiek van de VS. Het is niet de democratische partij die de scherpste kritiek uitoefent op dat beleid, maar onderzoeksjournalisten en intellectuelen. Interessante analyse! Voorlopig althans enkel in het Duits.



GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel III (1)

HET OTTOMAANSE RIJK (16e tot 18e eeuw)

Voorgeschiedenis:

Zoals hoger reeds vermeld, worden de eerste Turkse stammen, geleid door het vorstengeslacht der Seldjoeken, in de tiende eeuw door de Iraanse dynastie der Samaniden (die heersten over een rijk met hoofdstad Boechara) tot de islam bekeerd.

In de elfde eeuw (in 1055) zullen die Turken profiteren van de zwakheid van de Arabische islam om in Bagdad de macht te grijpen. Die zwakheid was het gevolg van het overwicht van de sji’itische dynastieën der Bouyiden in Bagdad en van de Fatimiden in Egypte, sji’itisch en dus in de ogen van veel islamieten heterodoks. De Seldjoekenvorst krijgt de titel van ‘sultan’. Vanaf het moment, waarop de Seldsjoeken een einde maken aan de ‘arabische anarchie’, zal de geschiedenis van het Midden- en Verre Oosten een Turks feit worden en niet meer een Arabisch feit. De Turken waren strikt soennitisch, en met hen zullen de veroveringen van de islam, die twee eeuwen lang waren stilgevallen, weer een aanvang nemen.

In 1071 versloegen de Turken in het oosten van Anatolië, in de slag bij Manzikert,ten noorden van het meer van Van, het leger van de Byzantijnen. Deze nederlaag zal de keizer van Byzantium ertoe brengen de hulp van het Westen in te roepen: de aanleiding voor de latere kruistochten.
In de tien jaren, die op die slag bij Manzikert volgden, veroverden de Seldsjoeken drie vierden van Azië, van Boechara tot Antiochië. De Seldsjoeken zullen in Klein-Azië gedurende twee eeuwen het rijk van Roem stichten, met Konya als hoofdstad en zich handhaven tegen de Byzantijnen en de Kruisvaarders. Een opstand van derwisjen en de inval van de Mongolen zullen een einde maken aan dat rijk. Maar de verturksing van Klein-Azië maakte dat het volgende grote Turkse rijk, dat van de Osmanen of Ottomanen, in dat gebied tot ontwikkeling zal kunnen komen.

De herovering van de gebieden, die de Frankische kruisvaarders in het Nabije Oosten hadden ingepalmd, is voor een groot stuk het werk van de Seldsjoeken.
Zij veroverden als eerste Edessa op de Franken, wat aanleiding was voor de tweede kruistocht. Noer al-Dien stichtte een turks-arabisch koninkrijk in Syrië. Zijn neef Salaah al-Dien (Saladin) profiteerde van de zwakheid van het Fatimidische rijk in Egypte, dat door de kruisvaarders werd bedreigd, om de macht daar over te nemen. De dynastie van Salaah al-Dien, de Ayyoebiden, zal een kleine eeuw over Egypte regeren en het land weer soennitisch van geloof maken. Daarna zullen de mamloeks, soldaten-slaven van de sultans, de macht grijpen. Het zijn deze mamloeks, die de Mongolen zullen verslaan en de Franken voorgoed uit Syrië zullen verdrijven.
In 1517 zullen de Osmaanse Turken Egypte binnenvallen, maar er niet in slagen de kaste van de mamloeks helemaal uit te schakelen. Pas in 1811, na de veldtocht van Napoleon in Egypte zullen ze worden uitgemoord.



GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel II (35)

De Moslimsamenlevingen (11e tot 15e eeuw)(6)

De reactie van Europa op de uitdaging van de islam aan zijn grenzen, heeft zich gedurende deze eeuwen (elfde tot dertiende eeuw) militair uitgedrukt in de Reconquista en in de Kruistochten. Opvallend is daarbij het vertekende beeld dat Middeleeuws Europa zich van de islam heeft gemaakt en dat sindsdien niet meer weg is geweest uit het Europees denken.
De contacten in Spanje, naar aanleiding o.m. van het succes van de bedevaart naar Compostella, en de kruistochten hadden al enige kennis van de islam naar Europa gebracht. Maar er heersten wel enige misvattingen: zo zouden de Saracenen afgodendienaars zijn die Mohammed aanbaden. Losbandigheid en promiscuïteit zouden in de islam zijn toegestaan.
In de twaalfde eeuw verschenen echter boeken die de kennis van de islam verfijnden en tegelijkertijd probeerden de koran te weerleggen. De auteurs ervan gingen daarbij bewust of onbewust uit van de eigen overtuiging, het ‘zelfbeeld’ dat het christendom in Europa in die eeuwen had gevormd. De vier belangrijkste punten daarbij waren:

  • de islam is een leugen en een opzettelijke verdraaiing van de waarheid. O.a. Thomas van Aquino in zijn ‘Verhandeling tegen de heidenen’ verdedigde die thesis. Daartegenover was de bijbel de pure en onvervalste uitdrukking van de goddelijke waarheid, volmaakt van vorm en geldig voor elke tijd en elke plaats.
  • de islam is een godsdienst van geweld: Mohammed zou door militair geweld zijn godsdienst hebben verspreid. Dat klopt natuurlijk niet met de werkelijkheid. De militaire activiteiten van de moslims leidden enkel tot politieke expansie, terwijl bekeringen tot de islam door geloofsverkondiging of sociale druk tot stand kwamen. Daartegenover stond natuurlijk de idee dat het christendom een vreedzame godsdienst was, die zich door overtuigingskracht verspreidde. Sommige beseften natuurlijk wel dat dit meer een ideaal was dan een realiteit.
  • de islam is een godsdienst van genotzucht en bandeloosheid: het feit van de vele vrouwen, waarmee een moslim mag getrouwd zijn, en allerlei allusies op seksuele toestanden in de koran en in het leven van Mohammed werkten die opvatting in de hand. Ook de verfijning van de Arabische beschaving zal in de ogen van de minder aan luxe gewende westerlingen decadent zijn toegeschenen. Daartegenover stond natuurlijk het christelijk ideaal van een monogaam huwelijk en het algemene gevoelen dat geslachtsgemeenschap eigenlijk niet goed was, en er alleen was in functie van de voortplanting.
  • Mohammed is de antichrist. Mohammed is geen profeet en heeft toch een godsdienst gesticht: zo heeft hij het kwaad aangemoedigd, en was hij een werktuig in de handen van Satan. In deze visie is de islam precies de tegenpool van het christendom.
  • De uitdaging van de Islam aan de grenzen van de christenheid was dus zeker niet alleen militair. De Arabische natuurwetenschappen en filosofie kwamen via vertalingen in de handen van de Europese denkers, die zo weer in contact kwamen met de bronnen van hun beschaving, het klassieke Grieks-Romeinse verleden, en dan heel speciaal met Aristoteles. Dit gebeurde via de werken van Avicenna en Averroës.
    Thomas van Aquino heeft in de dertiende eeuw, in zijn “Summa contra Gentiles” willen aantonen dat het christendom als godsdienst niet alleen superieur is aan de islam, maar ook aan de ideeën van filosofen als Avicenna en Averroës. Later in de Renaissance zal de bewondering voor alles wat Arabisch is omslaan in afkeer. Europa heeft zich voorgoed gekeerd naar zijn klassiek verleden. In de figuur van de Turken wordt de Islam nog eenmaal de grote bedreiging.



    Mel Gibson en de Maya’s

    Mel Gibson, je weet wel de man van Braveheart en van het leven van Jezus, houdt blijkbaar van geweld. In zijn films toch. En hij heeft zich in zijn nieuwe film “Apocalypto” weer eens kunnen uitleven, deze keer met de Maya’s als slachtoffer. Die gewelddadige Maya-cultuur, die blijkbaar aan het wachten was op onze missionarissen (als brave versies van de veroveraars) om eindelijk tot het besef te komen van hun totale perversiteit. Gibson, de bekeerling, de man die met het zwaard in de hand de goede boodschap gaat verkondigen. Hij heeft in Bush een geestesgenoot. Als het nog nodig is, kan je hier lezen welke kloof er heerst tussen de film en de werkelijkheid.



    Geweld in de Islam

    Fundamentalisme en geweld: veel mensen verbinden deze begrippen met de islam vandaag. En niet helemaal onterecht, zegt de Franse schrijver van Tunesische afkomst Abdelwahhab Meddeb. Dit interessante interview verscheen in september in de Duitse krant Die Zeit, dit naar aanleiding van de uitspraken van de paus over het geweld in de islam. Zelfs nu, na het bezoek van de paus aan Turkije en zijn verklaring dat Turkije volgens hem (toch) lid moet worden van de EU, kan ik de lectuur van dit interview ten sterkste aanbevelen aan al wie de geschiedenis van de islam wil doortrekken naar de problemen van de huidige tijd. Je kan het interview ook lezen in een Engelse vertaling.



    GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel II (34)

    De Moslimsamenlevingen (11e tot 15e eeuw)(5)

    Ondanks de vele verschillen, spanningen en conflicten, bleef de islam toch één grote gemeenschap, oemma, en dit onder meer door het verrichten van bepaalde handelingen en rituelen. Deze worden de ‘zuilen van de islam’ genoemd.
    De eerste was de belijdenis (sjahada), die luidt: “Er is geen god dan God en Mohammed is de Profeet van God”. Het uitspreken van deze belijdenis was de formele handeling waardoor iemand moslim werd, en zij werd dagelijks herhaald in de rituele gebeden.
    Dit rituele gebed (salaat) is de tweede van de zuilen. Vijfmaal per dag uit te voeren: bij het aanbreken van de dag, ’s middags, in de namiddag, na zonsondergang, vroeg in de nacht. De tijden van gebed werden aangekondigd door een openbare oproep, door een moëddzin vanaf een toren of minaret gedaan. Het werd als een loffelijke daad aangezien om in het openbaar, samen met anderen te bidden in een gebedshuis of moskee. Eén gebed in het bijzonder diende in het openbaar te worden gedaan: het middaggebed van de vrijdag, in een speciale moskee, waarin zich een preekstoel (minbar) bevond. Dat gebed werd gevolgd door een preek van de voorganger.
    De derde zuil was de zakaat, het doen van giften uit het inkomen voor armen, behoeftigen, het helpen van schuldenaren, het bevrijden van slaven, het welzijn van reizigers.
    De laatste twee pijlers hoefden niet zo vaak te worden gedaan: de sawn of jaarlijkse vasten in de maand ramadan, en de hadj, de bedevaart naar Mekka, die men minstens één keer in zijn leven moest volvoeren.
    Het besef tot een gemeenschap van gelovigen te behoren, kwam ook tot uiting in de opvatting dat het de plicht was van iedere moslim elkaars geweten te bewaken, de gemeenschap te beschermen en deze waar mogelijk te vergroten. Jihaad, oorlog tegen degenen die de gemeenschap bedreigden, werd gewoonlijk beschouwd als een verplichting die gelijkwaardig was aan een van de zuilen. De plicht van jihaad was gebaseerd op de korantekst: “O gij die gelooft, bestrijdt de ongelovigen die u na staan”. Na de veroveringen van de eerste eeuw zal deze verplichting vooral te maken krijgen met de verdediging en niet meer de aanval.



    GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel II (33)

    De Moslimsamenlevingen (11e tot 15e eeuw)(4)

    Tegen het einde van de twaalfde eeuw komt vrij bruusk een einde aan de islamitische beschaving. De reden daarvan is niet zeer duidelijk:

      sommigen menen dat dit het gevolg is van de aanvallen van al-Ghazali op de filosofie en het vrije denken, maar dat lijkt vrij onwaarschijnlijk, want altijd heeft in de islam de reactie tegen de ‘filosofie’ bestaan
      het zou ook de schuld van de barbaren kunnen zijn, die de islam hebben gered, toen die werd bedreigd zowel vanuit het Westen als vanuit Azië, maar hem zo innerlijk zouden hebben uitgehold. Die redders waren in Andaloes de Almoraviden en Almohaden, Berbers uit Noord-Afrika. In het oosten waren het de Turkse Seldsjoeken, nomaden uit de verre Aziatische steppen of vroegere slaven uit de Kaukasus. Maar de Almohaden waren de beschermers van Averroes, en Saladin, de grote sultan van koerdische afkomst, sloeg dan toch geen slecht figuur tegenover de barbaren uit het Westen, die zijn tegenstanders waren tijdens de kruistochten.
      een derde uitleg heeft te maken met de betekenis van de Middellandse Zee: tegen het einde van de elfde eeuw was Europa begonnen aan de herovering van die zee, die zo uit de handen van de islam geraakte. In de achtste en negende eeuw had Europa, beroofd van de vrije doorgang daar, zich op zichzelf teruggeplooid (sic Henri Pirenne), nu vanaf einde elfde eeuw is het de islam, die zich terugplooit en zo in zijn ontwikkeling wordt afgeremd.

    Hoe dan ook, na de twaalfde eeuw gaat de islam een sombere periode tegemoet, vanuit het Westen aangevallen door de kruistochten, vanuit het Oosten door de Mongolen. Deze teruggang is echter niet beperkt tot de islam alleen, de hele wereld ondergaat een paar moeilijke eeuwen. In Europa bv. is dat de tragische periode van de honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland.



    Religie en de seculiere staat

    Onlangs werd in Antwerpen het verbod uitgevaardigd op het dragen van een hoofddoek bij het uitoefenen van publieke functies (aan loketten enz.) Naar aanleiding van dergelijke maatregelen en van kerkelijke uitspraken tegen euthanasie en abortus komt geregeld de verhouding tussen de religie(s) en de seculiere staat ter sprake. In het artikel van Jan Philipp Reemtsma gaat het daarover.
    Religie noemt de auteur de groepering van mensen, die de persoonlijke overtuiging toegedaan zijn dat de essentie van alles, de ultieme betekenis van ons bestaan niet kan achterhaald worden door de kennis, die van de mens uitgaat, de wetenschap dus, maar dat we die enkel bij benadering kunnen kennen vanuit een andere bron (in de katholieke theologie noemt men die bron de openbaring, door God zelf gebracht). Mensen, die geloven in vliegende schotels, of in alternatieve geneeskunde en andere niet te bewijzen fenomenen zijn per definitie niet religieus, maar ‘bijgelovig’.
    Een seculiere samenleving is een samenleving, waarin niemand het alleenrecht heeft van aanspraak op de waarheid. Geen samenleving waarin de religie wordt vervangen door één of ander geloof in de wetenschap. Maar ook geen samenleving die haar betekenis of bindende waarden of oriëntatie moet hebben van één of andere religie. Want als ze dat doet, is die samenleving niet meer seculier. De waarden, waarop deze samenleving is gestoeld, zijn waarden op zichzelf, door de mens zelf in het leven geroepen. Eén van deze waarden is uiteraard het respect voor iedereen in zijn bepaalde overtuiging, ook als je die niet deelt, zelfs als je geen respect kunt opbrengen voor die overtuiging zelf.
    Volgens de auteur is het verbod op het dragen van de hoofddoek daarom een vergissing…
    Voor een noodzakelijke discussie over de waarden, die een seculiere samenleving aan iedere burger moet voorhouden, een interessante insteek.



    Conservatisme in de VS

    Wie vandaag de dag de politiek van de VS volgt – en iedereen die in politiek is geïnteresseerd zou dat moeten doen – kan niet heen om een aantal basisbegrippen zoals conservatief en liberaal. Het conservatieve ideaal, vertegenwoordigd in de GOP, the Grand Old Party of de Republikeinen, het liberale in de Democratische Partij.
    Maar welke inhouden dekken die begrippen in 2006? Het artikel van Bradley Thompson poogt daar een antwoord op te geven, weliswaar vanuit een conservatieve hoek. Maar niettemin heel verhelderend. Hij verklaart zich aanhanger van de staatsopvatting van de stichters van de Verenigde Staten. Voor hen bestond een goed bestuur in



    GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel II (32)

    De Moslimsamenlevingen (11e tot 15e eeuw)(3)

    In die eeuwen heeft in Andaloes, rond het hof van de Oemayyaden te Córdoba, een schitterende beschaving het licht gezien. Ze was gebaseerd op een vruchtbaar mengsel van verschillende bestanddelen: moslims, joden, christenen; Arabieren, Berbers, inheemse Spanjaarden en huursoldaten uit West- en Oost-Europa. Artsen en hoge ambtenaren studeerden filosofie en natuurwetenschappen; de macht van de heersers en de elite kwam tot uiting in schitterende gebouwen en in de poëzie. Er werden tenminste vijf talen gesproken. Twee waren spreektalen: het specifieke Andalusische Arabisch en het Romaanse dialekt waaruit later het Spaans zou ontstaan; beide in verschillende mate gesproken door moslims, christenen en joden. Drie waren geschreven talen: klassiek Arabisch (de Moslims), Latijn (de christenen) en Hebreeuws (de joden). Joden, die over filosofie of natuurwetenschappen schreven, gebruikten hoofdzakelijk Arabisch, maar dichters maakten gebruik van het Hebreeuws. Meest verbreid was de romantische vertelling: grote verhalencycli over helden, zoals ‘Antar ibn Sjaddaad, een Arabische stamheld, Iskander ofte Alexander de Grote, Baybars, de overwinnaar van de Mongolen en stichter van de dynastie der Mamelukken in Egypte.
    Ook de filosofie in Andaloes kent een paar grote namen, waarvan de grootste en bekendste Ibn Roesjd ofte Averroës (1126-1198) is. Die heeft zich vooral toegelegd op de verdediging van de filosofie tegen al-Ghazali, en op kommentaar op Aristoteles. Voor invloed op het latere islamitische denken is Averroës wellicht wat te laat gekomen, maar dankzij vertalingen in het Latijn heeft hij een diepgaande invloed gehad op de westers-christelijke filosofie, ook al werden zijn ideeën zowel door de islam als door het christendom afgewezen en weerlegd.



    GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel II (31)

    De Moslimsamenlevingen (11e tot 15e eeuw)(2)

    Al in de eerste eeuw van de geschiedenis van de islam was de vraag gesteld: wie was de legitieme opvolger van de Profeet als leider van de gemeenschap, de kalief of de imam? Hoe moest hij gekozen worden? Wat waren de grenzen van zijn gezag? Had hij recht op onvoorwaardelijke gehoorzaamheid of had men het recht om in opstand te komen tegen een vorst die goddeloos en onrechtvaardig was, of om hem af te zetten?
    Bij de Soennieten was men al tot de opvatting gekomen dat de kalief het hoofd van de gemeenschap was maar niet de onfeilbare vertolker van het geloof en dat de ‘ulama de behoeders van het geloof waren en daarom, in zekere zin, de erfgenamen van de profeet. Die opvatting had de volgelingen van de Abassiden ertoe gebracht te revolteren tegen de Oemayyaden, die in hun ogen hun gezag tot een wereldlijk koningschap hadden omgesmeed.
    Echter pas in de tiende eeuw, toen het kalifaat van de Fatimiden in Cairo ontstond en dat van de Oemayyaden in Andaloes, werd de vraag heel acuut: wie was nu de wettige kalief, en kon er meer dan één kalief zijn of bracht de eenheid van de oemma met zich mee dat deze één hoofd had? Het was nl. zo dat zelfs binnen het gebied waar de soevereiniteit van de Abassiden nog werd erkend, de lokale heersers in feite onafhankelijk werden. Zelfs in Bagdad nam een militaire dynastie, die der Boeyiden, de touwtjes van de kanselarij van de kalief in handen en leken ze soms aanspraak te maken op onafhankelijk gezag.
    Tot aan het einde van het kalifaat van Bagdad zal het evenwicht tussen macht en gezag in één of andere vorm worden gehandhaafd, met drie hoofdrolspelers: de kalief, de sultan als drager van militaire macht en de ‘ulama als diegenen die er aanspraak op maakten te bepalen wat de ‘juiste godsdienst’ was. Volgens al-Ghazali (Algazel) en anderen behoorde de macht aan de kalief toe maar kon de uitoefening ervan over meer dan één persoon verdeeld worden. Het kalifaat (of ‘imamaat’) bezat drie elementen: de wettelijke opvolging van de Profeet, het leiding geven in wereldse zaken en het behoeden van het geloof. In die tijd, ‘een tijd van nood’, werden ze gescheiden beoefend.
    Nadat het kalifaat van Bagdad door de inname ervan in 1258 door de Mongolen ophield te bestaan, is in feite ook het kalifaat opgehouden te bestaan als instelling. En werd nadien de vraag theoretisch als volgt geformuleerd: wat is de aard van betrekkingen tussen de heerser die het zwaard voert en de ‘ulama die de ware godsdienst behoeden en er aanspraak op maken namens de gehele oemma te spreken?
    Algemeen werd erkend dat de vorst, ook al was hij onrechtvaardig of goddeloos toch gehoorzaamd moest worden, want iedere orde was te verkiezen boven anarchie. Ghazali zei: “De honderdjarige tirannie van een sultan richt minder schade aan dan één jaar onderlinge tirannie van zijn onderdanen”.



    Naguib Mahfouz

    Een beetje vooruitlopend op de hedendaagse geschiedenis van de islam, verwijs ik hier naar een artikel van Tarek Osman over de dit jaar overleden Egyptische schrijver Naguib Mahfouz. In het leven van deze nobelprijs voor literatuur – tot nog toe de enige in de Arabische wereld – is de strijd weerspiegeld tussen de traditionalisten en de progressieven (schrijver spreekt van de ‘liberalen’) in de hedendaagse islam. Een strijd met een rampzalig einde, nl. de dood van het Arabische ‘liberalisme’, althans in Egypte. Dat moet ons in het Westen, de ‘verlichten’, nog maar eens aan het denken zetten. Als ik foto’s zie van Bush in Jordanië en elders in het Midden Oosten, dan zakt me de moed in de schoenen…