ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (V, 4)

2. Groot-Brittannië onder het huis van Hannover

Groot-Brittannië was in de 18e eeuw op financieel, economisch en militair gebied de sterkste staat van Europa. Sinds de Glorious Revolution van 1688 had het parlement duidelijk het overwicht op de monarchie. Deze tendens werd nog sterker toen vanaf 1714 de koningen uit het huis van Hannover de troon bezetten. George I (1714-1727) en George II (1727-1760) waren niet erg thuis in het koninkrijk, spraken slecht Engels en brachten hun vakanties in Hannover door. De staatszaken schoven ze naar het kabinet toe, dat onder die twee koningen overheerst werd door de Whigs.
Ook al deden deze koningen lang niet van al hun voorrechten afstand, toch begon door die omstandigheden het princiep gelding te krijgen:



Religieus Rechts in de VS

Bush is president bij de genade van God. Hij is door God geroepen om de wereld tot de democratie te bekeren. Als je denkt dat dit niet zijn overtuiging is, maar een beschuldiging van kwaadwillige tegenstanders, dan moet je dit artikel lezen over religieus rechts in de VS. Het is geschreven door een protestantse ‘evangelical’, een naar mijn gevoel vrij onverdachte bron. Religieus rechts in de VS (en elders) is even onchristelijk als de zelfmoordenaars in het Midden-Oosten onislamitisch zijn. Maar het is even misleidend en gevaarlijk. Als je er meer over wilt lezen, dan beveel ik het boek aan van Karen Armstrong: “De Strijd om God. Een geschiedenis van het fundamentalisme”.



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (V, 3)

1. Frankrijk onder Lodewijk XV (1715-1774)

De verdragen van Westfalen hadden een Europees evenwicht proberen te realiseren tegen de keizerlijke ambities in van de Oostenrijkse Habsburgers, ten voordele van Frankrijk. Lang heeft het niet geduurd: weldra probeerde Lodewijk XIV zijn hegemonie en imperialisme op te leggen aan de overige Europese mogendheden. Het putte Frankrijk financieel uit. De Vrede van Utrecht van 1713 was een nieuwe poging tot evenwichtige verhoudingen tussen de Europese staten, ditmaal gericht tegen het Franse imperialisme.

Frankrijk, dat tijdens de laatste van de oorlogen van Lodewijk XIV, de Spaanse successieoorlog, door de blokkade van Engeland aan de grond zat, zal na die vrede van Utrecht er vrij vlug financieel en economisch bovenop komen. Dit, ondanks de meer dan grote middelmatigheid van zijn bestuurders. Eerst was er de hertog van Orléans, regent na de dood van Lodewijk XIV van 1715 tot 1723, en een groot verkwister. Met hem op kop probeerde de adel haar financiële en politieke bevoorrechte plaats opnieuw in te nemen. Maar onbekwaamheid was troef. Nog één man, kardinaal Fleury, gouverneur en minister van Lodewijk XV, zal bekwaam genoeg zijn om in zijn oude dag Frankrijk enige stabiliteit en welstand te geven.
Als na zijn dood in 1743 Lodewijk XV zelf het roer in handen neemt, verdween de stabiliteit en dreef Frankrijk vooral op de golven van de stemmingen van de maîtresses van de koning, o.m. de beruchte Madame de Pompadour.
Ondanks dat alles bleef Frankrijk een grote, leidinggevende mogendheid met grote uitstraling, een sterk leger en een indrukwekkende vloot. Pas op het einde van de 18e eeuw zal Groot-Brittannië de Fransen van de eerste plaats in de handel overzee verdringen.



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (V, 2)

De achttiende eeuw is de eeuw, waarin drie economische veranderingen



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (V, 1)

Europa in de achttiende eeuw

Inleiding:

De achttiende eeuw is de eeuw van de Verlichting, van de orde en redelijkheid. Dat blijkt ook enigszins uit de geschiedenis van de nationale staten, die in de eerste helft van die eeuw het Europese toneel beheersen.
Enerzijds zijn dat Groot-Brittanië en Frankrijk, die tussen 1713 en 1740 naar een vergelijk zullen streven, dan echter omwille van vooral koloniale belangen elkaar weer in het haar zullen vliegen. Dit is het begin van de zogenaamde tweede



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (IV, 14)

6. Centraal Europa in de tweede helft van de zeventiende eeuw

Ontwikkeling van de drie grote naties in Centraal Europa: Oostenrijk, Brandenburg (Pruisen) en Rusland.
We hebben al gezien hoe als gevolg van de verdragen van Westfalen in 1648 in het Duitse rijk het hertogdom Brandenburg op de voorgrond komt, en onder keurvorst Frederik-Willem I in die tweede helft van de zeventiende eeuw aan macht en aanzien wint. In 1701 krijgt de keurvorst de titel van



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (IV, 13)

In 1685 wordt Karel II opgevolgd door Jacobus II, zijn broer, hertog van York en katholiek. Deze had als bedoeling de katholieke eredienst te herstellen. De reactie was hevig: heel de natie kwam in opstand. Een aantal protestantse lords brak met de koning en nodigde Willem III, stadhouder van Holland en calvinist, uit het protestantisme in Engeland te komen herstellen.

De dynastieke en godsdienstige crisis deed Jacobus II naar Frankrijk vluchten. Het parlement bood de kroon dan aan aan zijn protestantse dochter Maria Stuart, echtgenote van stadhouder Willem III (1688). Beiden werden samen koning, maar nu niet meer op basis van rechten rechtstreeks van God gekregen, maar als vertegenwoordiger van de natie en diens soevereiniteit: door dat soort contract, de



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (IV, 12)

5. Ontwikkeling van de parlementaire monarchie in Engeland na Cromwell (1659-)

Dank zij de Schotten en het nieuwe parlement, beducht voor de anarchie van militaire regimes, herstelde Karel II van de Stuartdynastie op slag het prestige van het koningschap in Engeland. De doelstelling van Karel was dubbel: de maritieme en koloniale expansie van Engeland verder zetten, en het absolutisme vestigen. Wat het eerste betreft deed hij schitterend werk, in de lijn van wat Elisabeth in de vorige eeuw en Cromwell vóór hem hadden gedaan, o.m. door te huwen met de dochter van de koning van Portugal en zo het Portugese rijk open te stellen voor de maritieme handel van Engeland.

Zijn politiek van absolutisme daarentegen was minder geliefd. Zijn weelderig hofleven deed hem zoeken naar geld en hij wendde zich daarvoor tot Lodewijk XIV, van wie hij financieel afhankelijk werd. In 1662 verkocht hij Duinkerken aan Lodewijk XIV. Maar de weelde aan zijn hof stak de ogen uit van de vele armen, die bovendien nog door de grote pest van 1665 en de brand van Londen werden geteisterd. Het parlement kwam in oppositie, daarin gesteund door het volk.

De invloed van de godsdienstige overtuigingen bij de politiek, die Karel II voerde ten aanzien van de continentale naties en bij de oppositie van het parlement is niet gering geweest. Om van Lodewijk XIV geld te krijgen had hij een



Theodicee

Een theodicee poogt aan te tonen dat het bestaan van een algoede en almachtige God kan samengaan met de onvolmaaktheden van deze wereld. Dikwijls worden deze laatste dan verklaard als straf van God voor de zondigheid van de mens. Dat was zo bv. toen in 1755 Lissabon door een aardbeving werd verwoest. Dat was het nog steeds, in de ogen van sommigen, toen de dag voor Kerstmis 2004 de tsunami in Azië duizenden slachtoffers maakte.
Maar toch zijn de tijden sinds Lissabon veranderd, en botst een dergelijke ‘theodicee’ op steeds grotere weerstand. Tegenover een kennis, gebaseerd op een traditioneel gezag (bv. van de bijbel) komt een ander soort kennen te staan: het wetenschappelijk empirisme, dat berust op de activiteit van het menselijk verstand.
De schrijver van deze inleiding op zijn boek “The Follies of the wise” (de dwaasheden van de wijzen), Frederick Crews, betwist het recht van de mensen op een ‘geloof’ niet, hij wil enkel de puntjes op de i zetten, in verband met het denken over de werkelijkheid zoals die op de mens afkomt. En aantonen dat het wetenschappelijk denken steeds minder en minder plaats laat voor andere dan wetenschappelijke ‘verklaringen’ van de werkelijkheid.
Een niet zo gemakkelijke maar m.i. heel belangrijke bijdrage tot de discussie over het al of niet samengaan van religie en wetenschap.



ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (IV, 11)

  • de oorlog om de Spaanse erfopvolging (1700-1713). Resultaat van de vorige oorlog was een ernstige crisis zowel in Engeland als in Frankrijk. In Frankrijk werden het absolutisme en de absolute monarchie in vraag gesteld; er werd gestreefd naar een herstel van de politiek van Mazarin en Colbert, en van een goede verstandhouding met Engeland. In Engeland was de opinie tegen de oorlog, maar men werd geconfronteerd met nieuwe opkomende staten in Centraal Europa (Oostenrijk



  • ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (IV, 10)

    Hadden die eerste oorlogen nog een stuk economische motivatie, de volgende zijn uitingen van een imperialisme, voortvloeiend uit de absolutistische ideeën van Lodewijk XIV. De negenjarige oorlog, tussen Frankrijk en de Liga van Augsburg, onder leiding van de oudste tegenstander van de zonnekoning, Willem III van Oranje, die ondertussen ook koning van Engeland was geworden, eindigde op een status-quo. De Spaanse successieoorlog putte Frankrijk geleidelijk uit, en eindigde op de Vrede van Utrecht in 1713 met een paar merkwaardige resultaten: Engeland ontneemt Spanje Gibraltar, en gaat zo de toegang tot de Middellandse zee beheersen; de Oostenrijkse Habsburgers worden voor het verlies van de Spaanse erfopvolging (die aan de Bourbons wordt toegewezen) schadeloos gesteld doordat hen de vroegere Spaanse Nederlanden worden gegeven; Savoie krijgt Sicilië; de keurvorst van Brandenburg wordt



    Karl Marx

    Sommigen zullen misschien menen dat met de Sovjet-Unie ook de filosoof Karl Marx van het toneel is verdwenen. Niets is minder waar, althans volgens twee gezaghebbende schrijvers, de Engelse Eric Hobsbawm en de Franse Jacques Attali. Volgens hen heeft Marx exact voorspeld wat nu aan het gebeuren is: de globalisering van de wereld en de problemen van de democratie en vrije markt.