Koud weer
Het is eens wat anders: we moeten in Europa niet vrezen voor opwarming, maar integendeel voor een serieuze afkoeling in de komende decennia. Dat beweren althans Britse klimatologen, op basis van een onderzoek naar de golfstroom.
Het is eens wat anders: we moeten in Europa niet vrezen voor opwarming, maar integendeel voor een serieuze afkoeling in de komende decennia. Dat beweren althans Britse klimatologen, op basis van een onderzoek naar de golfstroom.
Tot besluit een samenvattend overzicht
Ongeveer twaalfduizend jaar geleden. Er komt een einde aan de (voorlopig) laatste ijstijd. Het klimaat wordt zachter en milder, de begroeiing neemt weer toe. De homo sapiens (zijn verwant, de neanderthaler, was al een paar tienduizend jaar ervoor om nog niet altijd duidelijke redenen uitgestorven) verovert de vrij gekomen gebieden.
Voor zover we weten hebben de vroegste pogingen om zich in kleine groepen (dorpen, gehuchten) blijvend te vestigen, althans gedurende een deel van het jaar, plaats in het land van Tigris en Eufraat, het genoemde Mesopotamië, het land dat omwille van zijn vruchtbaarheid later de Vruchtbare Sikkel werd genoemd.
In die streek ontstaan de eerste vaste landbouwgemeenschappen, de eerste dorpen, de eerste
Het Gilgamesj-epos
In de bibliotheek van koning Assurbanipal (zevende eeuw v.C.) gevonden, maar daterend van de 17e eeuw v.C., dus duizend jaar eerder.
In de grijze oertijd heeft koning Gilgamesj de grote stad Uruk gebouwd, met haar paleizen en tempels, haar poorten en wallen. Hij is bijzonder trots op zijn werk; het zal hem tot troost strekken, als later zijn verdere avonturen op een mislukking uitlopen. Gilgamesj is een goed bestuurder, maar zijn juk drukt zwaar op de schouders van zijn onderdanen, vooral op hun vrouwen en dochters.
Daarom bidden zij de vruchtbaarheidsgodin Aruru een schepsel te willen verwekken, dat al zijn aandacht zal vergen en hem minder tijd zal laten om zijn vrouwelijke onderdanen wellustige eisen te stellen. Aruru denkt een schepsel uit, werpt klei op de grond, boetseert een gestalte en maakt die levend. Het is Enkidu, een wilde, ruig over zijn hele lichaam en met een lange haardos als een vrouw. Beschaving kent hij niet; hij eet gras als de gazellen en lest zijn dorst op drinkplaatsen. Hij is meer een dier dan een mens; al de tomeloze kracht van Gilgamesj, die zelf als zoon van de godin Nin-Sun meer een god dan een mens is, zal nodig zijn om hem te temmen.
Toch staat Enkidu boven de dieren. Dat bevestigt hij door ze te bevrijden uit de strikken der jagers. Om hem van de dieren te vervreemden, zenden de gedupeerden een hiërodule (een tempelslavin) uit de tempel van Isjtar (de godin van de liefde) naar hem toe, die hem op niet mis te verstane wijze wereldwijs maakt en ontvankelijk voor de civilisatie
Als je toevallig van plan zoudt zijn de laatste remake van “King Kong” te gaan bekijken, lees dan eens eerst dit artikel. Om er toch maar op te wijzen dat het fictie is, die (gelukkig voor de mens wellicht) deze keer niet door de werkelijkheid wordt overtroffen. Ook al hebben biologen op verafgelegen eilanden dieren ontdekt, die groter zijn dan normaal. En bedenk ook maar eens dat we met zijn allen bezig zijn ervoor te zorgen dat onze kleinkinderen met veel geluk alleen nog in de dierentuinen enkele afgeleefde exemplaren van onze verwanten-primaten zullen kunnen ‘bewonderen’.
Met dank aan Mathias, die zich daar ook blijkbaar zorgen om maakt…
Eerste millennium vóór Chr. (1000-539)
Eerste millennium vóór Chr. (1000-539)
Bloei van het Nieuw-Assyrische rijk (883-612) en het Nieuw-Babylonische rijk (625-539). De Babyloniërs zullen met de hulp van de Meden (uit Perzië) Assyrië verwoesten en dan zelf door de Perzen worden veroverd.
Assyrië is in de achtste eeuw een
Enkele uittreksels uit de wetten van Hammoerapi (18e eeuw vóór Chr.):
(6) Wanneer een burger bezit van de god of het paleis steelt, dan wordt deze burger gedood, ook degene die het gestolen goed van hem ontvangt wordt gedood.
(14) Wanneer een burger het kind van een (andere) burger steelt dan wordt hij gedood
(16) Wanneer een burger hetzij een slaaf, hetzij een slavin van het paleis of van een horige, die voortvluchtig is, in zijn huis verborgen houdt, en niet te voorschijn laat komen bij het roepen van de omroeper, dan wordt de eigenaar van het huis gedood.
(25) Wanneer er in het huis van een burger brand uitbreekt en een ander die gekomen is om te blussen een (begerig) oog slaat op het roerend goed van de eigenaar van dat huis, en zich het roerend goed van die eigenaar van het huis toeëigent, dan wordt deze burger in dat(zelfde) vuur gegooid.
(42) Wanneer een burger een veld pacht om het te bebouwen, doch geen graan op het veld verbouwt, dan bewijst men dat hij niet op het veld gewerkt heeft, en hij moet de eigenaar van het veld graan geven overeenkomstig (de oogst) op de grond van zijn buurman.
(109) Wanneer er bedriegers in het huis van een biertapster bijeenkomen, en zij grijpt deze bedriegers niet en draagt hen niet aan het paleis over, dan wordt deze tapster gedood.
(110) Wanneer een naditoem of een entoem (priesteressen) die niet in een klooster woont, (de deur van) een bierhuis opent of zelfs een bierhuis betreedt voor bier, dan verbrandt men deze burgeres.
(131) Wanneer de echtgenote van een burger door haar echtgenoot beschuldigd is, doch niet gegrepen bij het liggen met een andere man, dan zweert zij bij de god en keert terug naar haar huis.
(138) Wanneer iemand van zijn eerste vrouw, die hem geen kinderen gebaard heeft, wil scheiden, dan geeft hij haar geld ten bedrage van haar bruidsprijs, ook vergoedt hij haar de bruidschat die zij uit het huis van haar vader heeft meegebracht. Dan kan hij van haar scheiden.
(157) Wanneer een burger na de dood van zijn vader in de schoot van zijn moeder ligt, dan verbrandt men hen beiden.
(175) Wanneer een slaaf van het paleis of een slaaf van een horige de dochter van een burger tot vrouw neemt, en zij baart hem kinderen, dan heeft de eigenaar van de slaaf ten opzichte van de kinderen van de dochter van de burger geen recht op hun slavernij.
(215) Wanneer een arts aan een burger met een bronzen lancet een diepe wond toebrengt, en (daardoor) de burger genezen laat, of met een bronzen lancet de wenkbrauw van een burger opent en (daardoor) het oog van de burger geneest, dan ontvangt hij daarvoor tien sjekel zilver.
(233) Wanneer een architect voor een burger een huis bouwt, en zijn werk niet met overleg (?) uitgevoerd heeft, en er een muur instort, dan zal deze architect deze muur uit eigen middelen op solide wijze herbouwen.
(244) Wanneer een burger een rund of een ezel huurt en een leeuw doodt hem in het open veld, dan raakt dat alleen de eigenaar.
Lezing van Bertrand: “Waarom ik geen christen ben”. Bertrand Russell, Brits filosoof, is vooral gekend omwille van zijn geschiedenis van de filosofie. Hij stierf in 1970. De tekst waarnaar ik verwijs is echt de moeite waard om te worden gelezen en bediscussieerd, vooral nu de strijd tussen neodarwinisten en creationisten vooral in de VS weer is opgelaaid. In de sfeer van het denken lijkt mij dat trouwens de belangrijkste ontwikkeling van het voorbije jaar. Mij spreekt die tekst vooral aan, omdat hij me uitdaagt tot een grotere verantwoording van wat ik geloof (of niet geloof).
Een korte Kerstboodschap, ook uit Amerika, dat gelukkig nog andere stemmen laat horen dan die van Bush en co. En met deze boodschap ga ik een paar dagen op vakantie. Voor iedereen een prettig jaareinde en een goed begin van een nieuw jaar!
Een niet zo gemakkelijk te lezen, maar interessante beschouwing van de Franse filosoof Jean Baudrillard over de betekenis van het neen, dat de meerderheid van de Fransen hebben uitgesproken over Europa. Als het van de filosoof afhangt, dan moeten we ons niet veel illusies meer maken over de ‘democratie’ en de aspiraties van ‘het volk’. Een nogal pessimistische visie, niet enkel op onze moderne samenleving maar ook op de mens tout court, een visie die ik persoonlijk niet helemaal deel. Natuurlijk heeft de idee van de ‘vooruitgang’ van de negentiende eeuw in de twintigste eeuw een ferme knauw gekregen, natuurlijk heeft het consumptiegedrag van de huidige mens hem voor een groot stuk vervreemd van de echte werkelijkheid, natuurlijk is er nog steeds de kloof tussen de politieke leiders en het ‘volk’. Maar kijk toch ook om je heen: er is nog veel edelmoedigheid, veel mensen zoeken nog naar een zinvolle invulling van hun bestaan en vinden die ook geheel of gedeeltelijk. Veel mensen zijn nog met politiek (in de ruimste zin van het woord) bezig en hebben gelukkig bezwaar tegen het soort politiek en het soort inspraak dat hen wordt opgedrongen.
Met dank aan Marcel, die me attent maakte op dit artikel!
Tweede millennium vóór Chr. (2000-1000)
Deze periode begint met een nieuwe semitische volksverhuizing, ook weer vanuit Arabië, die der Kanaänieten, die de hele staatkundige toestand en de cultuur ingrijpend zal veranderen. Het is het millennium van de langzame opkomst en groei van twee rivaliserende machtspolen in het gebied: in het noorden de militaristische Assyriërs, in het zuiden de verfijndere Babyloniërs, die het culturele peil van de Sumeriërs overerven.
In diezelfde periode, het begin van het tweede millennium, duiken in Klein-Azië (het huidige Turkije) de Hettieten op , een Indo-Europees volk, dat weldra een geduchte tegenstander zal worden van de volkeren in Mesopotamië en van Egypte.
Assyrië en Babylonië
Opkomst, in het noorden, van Assoer, erfgenamen van de Akkadiërs in dat noordelijke stuk van Mesopotamië. Ze trekken weldra ten strijde tegen de zuidelijke Akkadiërs, die rond de stad Babylon een rijk opbouwen.
Opkomst en verval van verschillende rijken (o.m. de Mitanni, de Hoerriten, de Kassieten), strijd om de macht vooral tussen de twee aan macht en invloed toenemende Assyriërs en Babyloniërs.
De wetstèle van Hammoerapi
De Babyloniërs in het zuiden hebben de sumerische cultuur geassimileerd. De Babylonische cultuur zal eeuwenlang tweetalig blijven, waarbij in de religie vooral het Sumerisch de gebruikte taal is.
Onder Hammoerapi, koning van Babylon van 1793-1750, wordt Babylonië voor vele eeuwen het geestelijke middelpunt van voor-Azië. De wetstèle van Hammoerapi, gevonden in Soeza (Elam), en zijn brieven aan de god Mardoek getuigen daarvan.
De wetten van Hammoerapi: tegelijk strafrecht, burgerlijk recht en handelsrecht. Bij de straffen hoort niet zelden doodstraf door verbranding of verdrinking. Gevangenisstraf kent dat oude strafrecht niet. Het was een beetje zoals in het oude Israël een wet van vergelding: oog om oog, tand om tand.
De vrouw bezat ondanks de patriarchale structuur van de maatschappij als echtgenote en als priesteres maar ook als zakenvrouw meer rechten dan in het oude Israël. Een sterke nadruk ligt op de drie sociale klassen: de vrije mensen, de horigen van het paleis (een klasse van half-vrije mensen, die tot speciale diensten aan de sjeiks verplicht waren) en de slaven.
Uit zijn brieven blijkt dat Hammoerapi een heerser was die er op uit was zijn onderdanen recht te doen wedervaren. Zijn godsvoorstelling heeft ook een meer ethische inslag: de opvatting dat de koning ook maar een mens is haalt het van de vroegere opvatting die de koning als een god aanzag.
De taal die Hammoerapi gebruikt is bij voorkeur het Akkadisch, hier en daar ook het Sumerisch. Nochtans is er in zijn teksten geen spoor van etnische tegenstelling tussen Akkadiërs en Sumeriërs. Het begrip
Een verhelderend betoog van een aartsconservatief, een zekere Gerard Alexander, over het conservatisme in Amerika en in Europa. Als het van de eersten afhangt, hangt ons, weke en verwende Europeanen, één en ander hier boven het hoofd. Want de conservatieven hier zijn in de ogen van de heer Alexander softies, die nog veel te leren hebben. Raap al je moed bijeen en lees dit stukje proza, dat niet gespeend is van Amerikaanse zelfgenoegzaamheid. Van je vijanden moet je leren!
Derde millennium vóór Chr. (3000-2000)
Periode van de Sumerische beschaving in het zuidelijk deel van Mesopotamië, slechts onderbroken door een eerste dominantie van een Semitisch volk onder vorst Sargon
Van 3000 tot 2350 krijgen we de vroege dynastieke periode, met van elkaar onafhankelijke stadstaten en staatjes, die vooral omwille van het water regelmatig met elkaar overhoop liggen: Uruk, Kish, Lagash, Umma, Ur