De burgers gegijzeld

In de tweede wereldoorlog werden meer dan ooit gewone burgers het slachtoffer van oorlogsgeweld. Onder meer door de verwoestende bombardementen en het gooien van kernbommen. Een politiek-militaire strategie, die niet als bedoeling had de militaire kracht van de vijand te treffen, maar op hem indruk te maken door de burgerbevolking te terroriseren. Met het oog op wat nu in Irak gebeurt, is het wel goed zich te realiseren wat we nu niet zo lang geleden zelf hebben meegemaakt. Dit artikel van Friedrich Jörg, die met zijn boek “Der Brand” over de geallieerde bombardementen internationale aandacht kreeg, kan je lezen in het Duits, of in het Engels De titel ervan: “De verwoestingen van de Mongolen” Zes tot zeven eeuwen na de raids van de Mongolen heeft de mensheid blijkbaar in sommige opzichten niet veel vooruitgang geboekt.



Het Christendom: wezen en geschiedenis

C.III Het Rooms-katholieke paradigma van de Middeleeuwen

C.III.8 De kentekenen van het Romeinse systeem.

Het hoogtepunt in de lange, wisselende geschiedenis van het pausdom was echter niet Gregorius VII, maar Innocentius III (1198-1216). In hem vallen dat waar het pausdom aanspraak op maakte en de werkelijkheid ervan volledig samen. De staat Gods wordt in hem met de kerk geïdentificeerd, en de Kerk met de Paus. Met hem krijgen vijf kenmerken van het Rooms-katholieke paradigna hun volle en blijvende betekenis:

  • Romanisering betekent centralisering. Gregorius heeft hier een sleutelrol gespeeld: hij heeft ervoor gezorgd dat de kerk een pauselijke universele kerk werd, moeder en lerares van alle kerken. En Innocentius III noemde zichzelf bij uitstek


  • De dood van de paus

    In Der Spiegel een interview met een oude eerbiedwaardige dame uit Duitsland: Uta Ranke Heinemann, dochter van de voormalige bondspresident Gustav Heinemann. Ze was één van de bekendste katholieke theologen in Duitsland, maar kreeg spreekverbod in de Kerk wegens haar kritiek op de paus. Bij zijn overlijden heeft ze zich naar eigen zeggen verzoend met de man, die haar 26 jaar lang heeft geërgerd door zijn mediatiek en ander optreden. Over de toekomst van de katholieke kerk blijft ze echter meer dan pessimistisch.



    Het Christendom: wezen en geschiedenis

    C.III Het Rooms-katholieke paradigma van de Middeleeuwen

    C.III.7 Romanisering ten koste van de katholiciteit

    In de negende eeuw, bij het uiteenvallen van het Frankische Rijk (het verdrag van Verdun in 843), blijft het rooms-katholieke kader behouden, het zal zelfs nog versterkt worden:

    Nicolaas I (858-867) zal als eerste, op basis van nieuwe vervalste teksten, het niet volgen van voorschriften onder anathema stellen, dwz. onder dreiging met uitsluiting. Het gaat over de pseudo-isidorische decretalen, een verzameling van regels (canones): decreten van pausen, van synoden, van de Franken, die allemaal (authentiek, vervalst of helemaal vals) tot doel hadden aan te tonen dat alleen de paus het in de kerk voor het zeggen heeft en dit nota bene sinds de eerste eeuwen.
    Moderne historici hebben getracht de talrijke vervalsingen uit die tijd (achtste tot twaalfde eeuw) te vergoelijken: men moet ze



    Intelligent Design

    Sinds via Bush de fundamentalistische christenen in de USA een meer dan gewettigde invloed uitoefenen op het beleid, is de roep om in de scholen de leer over de evolutie (volgens Darwin) te vervangen door een leer over een ‘intelligent design’ (of als je wil creationisme, tussenkomst van God in de natuur) steeds maar groter geworden. Intelligent design staat eigenlijk voor de God van de Bijbel, die in het ontstaan van de mens een voorrangsrol zou hebben gespeeld. En dat heeft volgens de auteur van dit verhelderend artikel niets met wetenschap te maken, maar alles met religie.



    Het Christendom: wezen en geschiedenis

    C.III Het Rooms-katholieke paradigma van de Middeleeuwen

    C.III.6 Enkele elementen van het middeleeuws paradigma van het avondland (vervolg)

    De zoon van Pippijn, Karel de Grote, gaat nog een stap verder.Hij onderneemt in 800 (sinds de monnik Dionysius Exiguus in de zesde eeuw de tijd van Jezus



    Op te grote voet

    Nog maar eens een rapport, van maar liefst 1360 geleerden over de toestand van onze planeet. En over het feit dat we ze aan het uitputten zijn. Wie de actualiteit inzake milieu en zo wat volgt, weet dat al heel lang. Kwestie is het de politici en beleidsmensen wijs te maken: die moeten ingaan tegen de ongebreidelde winsthonger van veel bedrijfsmensen. Zoals in andere sectoren zitten daar uiteraard goeie tussen, maar helaas ook een minderheid (?) mafiosi en onverantwoorde gekken. Daar is zelfs geen onkruid tegen opgewassen, vrees ik.



    Het christendom: wezen en geschiedenis

    C.III Het Rooms-katholieke paradigma van de Middeleeuwen

    C.III.6 Enkele elementen van het middeleeuws paradigma van het avondland

    In de achtste eeuw is het zwaartepunt van het christendom definitief naar het westen verschoven. Het gaat om de dynamiek van de Germaanse volkeren tegenover een oostelijk rijk, dat verscheurd wordt door de beeldenstrijd en zich meer en meer op zichzelf terugplooit en van het westen isoleert.

    In het westen komt een versmelting tussen de vitale Westgermaanse-katholieke stammen en de oude Latijnse bevolking, waaruit levenskrachtige Romaanse naties voortkomen. Tegelijk begint de bekering van de Germanen ten oosten van de Rijn, en wordt het heidendom meer en meer teruggedrongen.
    We mogen niet vergeten dat in het Westen alleen de katholieke kerk als cultuurmacht was overgebleven. Onder de aanvoering van de paus en met hulp van de monniken wordt de kerstening van de Germaanse en Romaanse volkeren aangepakt.
    Daarbij hebben de Benedictijnen een grote rol gespeeld, in kloosters waar aan akkerbouw werd gedaan, aan handwerk en ook aan scholing, die moest dienen om het overschrijven van antieke en christelijke werken mogelijk te maken.
    Nochtans kan men tot in de achtste eeuw nog niet spreken van één westerse, rooms-katholieke kerk: niet de paus, maar de koningen en de adel hebben het in die noordelijke streken voor het zeggen. Dat geldt ook voor het grote rijk van de Franken, dat naast het rijk van de Longobarden in Italië op dat moment het enige rijk was in West-Europa.
    Het Romeinse pausdom heeft in die tijd wel de heel belangrijke beslissing genomen zich los te maken uit het kader van het Rooms-Byzantijnse rijk en zich tot het Frankenrijk te wenden. Met als bedoeling vrij te worden van zowel de Byzantijnen als de Longobarden en met het oog op een eigen pauselijke staat.
    Door zijn overwinning op de Moslims nabij Poitiers, in 732, had Karel Martel, de Karolingische hofmeier, het Frankenrijk gered. De Angelsaksische monniken Willibrord (in Nederland) en Bonifatius (in het Oostfrankische rijk)zetten een hervorming in van de Frankische Rijkskerk en stuurden aan op de onderwerping aan de paus van Rome.
    In ruil voor het feit dat Pippijn, de zoon van Karel Martel, door de paus tot Frankische koning wordt ‘benoemd’, zal de paus van Pippijn op de Longobarden veroverde gebieden krijgen, het embryo van de kerkelijke staat van later. Dat gebeurt zelfs als een soort teruggave, want volgens de ‘donatio Constantini’ was dit gebied al door Constantijn aan de paus van Rome toegezegd… Zo kreeg het vervalste document kracht in de realiteit!



    Karol Wojtyla

    Van de doden niets dan goed, zegt het spreekwoord. Daarom is het hoogste tijd het artikel van Hans Küng over de huidige paus te lezen. Wellicht is het volgende week al te laat!



    Het Christendom: wezen en geschiedenis

    C.III Het Rooms-katholieke paradigma van de Middeleeuwen

    C.III.5 De grote tegenmacht: de Islam

    De tegenspelers van het katholiek-middeleeuwse christendom zijn niet de heidense en later Ariaanse Germanen geweest, maar de Islam. Dat het christendom in het oosten, in Noord-Afrika en zelfs in Spanje relatief weinig weerstand bood aan die islamitische verovering, ligt ten dele natuurlijk aan de onweerstaanbare militaire kracht van de moslims, maar ook aan het christendom zelf: zijn verscheurdheid, zijn innerlijke theologische twisten, vooral wellicht de ontoereikende basis voor zijn visies op Christus en de Drievuldigheid. De ongelukkige drang om alles in het christelijke geloof te



    Het christendom: wezen en geschiedenis

    C.III. Het Rooms-katholiek paradigma van de Middeleeuwen

    C.III.4 Constanten en wisselende elementen in de verschuiving van Oost naar West

    Naast de theologie van Augustinus en de uitbouw van het Romeinse pausdom heeft de vroomheid en de kerkopvatting van de Germaanse volkeren het rooms-katholieke paradigma van de middeleeuwen getekend. Een jaar voor de dood van Augustinus, in 429, hadden die Germanen (de Vandalen) zijn standplaats Hippo in Noord-Afrika bereikt. Rome was dan al één keer veroverd, in 410, door de Westgoten. En in 455 was het de beurt aan de Vandalen, om de eeuwige stad te plunderen. In 476 tenslotte werd de keizer van het West-Romeinse rijk afgezet en werd het Westen door de minder ontwikkelde, primitievere Germaanse stammen in een economische, sociale en culturele terugval gestort. De Kerk bleef uiteindelijk nog als enige factor van continuïteit met het roemrijke verleden over. In die omstandigheden werden de Germaanse stammen gekerstend, of, als je dat beter vindt, werd het christendom gegermaniseerd.

    Wat dat laatste betreft verwijst Küng naar een aantal gebruiken en ontwikkelingen, die door de aanwezigheid van de Germaanse stammen gestimuleerd zijn in de kerk:

  • de kinderdoop wordt regel, de doop van volwassenen verdwijnt helemaal
  • de liturgie, meer en meer een liturgie van clerici, waarbij het volk passief toeschouwt
  • de privaatbiecht,door de missionarissen-monniken uit Ierland naar het vasteland gebracht; zij gaat de openlijke boete vervangen, omdat deze laatste te compromitterend was
  • de relikwie- en heiligenverering: de mens Jezus Christus wordt meer en meer met God geïdentificeerd en als bemiddelaar vervangen door Maria en de heiligen
  • de volksvroomheid die in haar primitiviteit dikwijls meer bijgeloof dan wat anders was
  • de groeiende nadruk op de celibaatsverplichting, in plaats van op de zorg voor vorming van de clerus
  • het net van kloosters dat zal worden uitgebouwd en zich naast en los van de plaatselijke bisschop zal ontwikkelen
  • de taak van de plaatselijke bisschop, die in de verwarring van die 5e-6e eeuw dikwijls ook een politieke functie kreeg, en daardoor uit de hoogste kringen kwam; toen door de opkomst van de Islam het christelijke Noord-Afrika ten onder ging, alsmede een groot stuk van het christelijke Spanje, had het Gallisch episcopaat een dam kunnen opwerpen tegen het Romeinse centralisme; dat dit niet gebeurde is te wijten vooral aan de neergang van de Merovingers.
  • En zo bleef de bisschop van Rome in het Westen zonder concurrentie en zal hij aansturen op de leiding, niet enkel van de kerk in Rome, maar van de hele kerk.
    Maar voor het zover kwam, wisten de pausen in Rome zich nog lange tijd afhankelijk, eerst van de Oostgotische koning Theodorik de Grote, dan van de byzantijnse keizer Justinianus.
    Pas toen de Longobarden vanaf 568 Italië binnendrongen en de Byzantijnen in grote delen van Italië van de kaart veegden, kon het pausdom een politieke rol gaan spelen als bemiddelaar tussen de Byzantijnen en de Longobarden. Maar de controle van Byzantium bleef, en elke nieuwe benoeming van een paus moest het fiat krijgen van de keizer van Byzantium. Dat heeft zo geduurd tot in de achtste eeuw. Langzaam echter begint de macht in het Westen ten gunste van Rome te verschuiven.

    Gregorius I, de Grote genoemd (590-604) kan men terecht de eerste middeleeuwse paus noemen. Na Ambrosius, Hieronymus (die de officiële Latijnse bijbelvertaling – de Vulgata – verzorgde in de vierde eeuw) en Augustinus wordt hij de vierde van de “Doctores ecclesiae” genoemd. Zijn theologische opvattingen zijn echter zeer praktisch en pastoraal gericht: een echt grote, originele theoloog was hij niet. Maar met zijn populaire geschriften, die meer werden gelezen dan die van Augustinus luidde deze laatste der Latijnse kerkvaders tegelijk de Middeleeuwen in.
    Inzake bestuur was Gregorius ongetwijfeld een groot man. Enerzijds bleef hij zijn hele leven monnik en asceet, anderzijds was hij een zeer praktisch ingestelde bisschop.
    Hij, meer dan de exarch van Ravenna (de vertegenwoordiger van de Keizer van Byzantium), vormde de hoogste macht en zorgde voor vrede met de Langobarden die een groot deel van Italië hadden bezet. Hij legde daardoor in die benarde tijden de basis voor de wereldlijke macht van de pausen. Ook zijn bekommernis voor de culturele situatie van het land is opmerkelijk geweest, ook al heeft hij het ‘gregoriaans’ niet uitgevonden! Deze ‘cantus romanus’ werd door de Karolingers over het hele rijk verspreid vanaf de negende eeuw, mede dank zij de legende dat hij van Gregorius I zou stammen.
    Gregorius, die een deel van zijn leven in Byzantium had doorgebracht, was er zich van bewust dat de westerse kerk het roomse primaatschap niet kon opdringen aan het oosten. Hij was zoals alle pausen van de zesde tot de achtste eeuw politiekrechterlijk onderdaan van de Byzantijnse keizer en bisschop geworden pas na diens toestemming.
    Toch heeft hij door zijn pastorale zorgen de kerk in het westen naar het Noorden en Westen uitgebreid en zo de grondslag gelegd voor een culturele eenheid van Europa:

  • hij zorgde voor de heropleving van de onder Clovis katholiek geworden kerk van het Westfrankenrijk, weliswaar met een beperkt succes
  • hij zorgde voor het Westgotenrijk dat in 586 zich vanuit het arianisme bekeerde tot het katholiek geloof
  • hij stuurde in 597 missionarissen naar Brittanië, o.m. Augustinus, die later aartsbisschop van Canterbury zou worden.


  • Hoe goed de Duitsers zich voelden onder Hitler

    Hitler, de Holocaust, het Nazisme: bijna dagelijks verschijnen er boeken of artikels over. En nog altijd blijft de vraag overeind: hoe is dat mogelijk geweest? Hoe komt het dat een heel volk bijna unaniem tot in de laatste lijn voor de ultieme nederlaag achter een dergelijke figuur is blijven staan? Een nieuw boek is zopas verschenen, dat de discussie weer de hoogte injaagt: “Hitlers Volksstaat” door Götz Aly, een gastprofessor aan de universiteit van Frankfurt. Volgens Aly zou Hitler zijn volk voor zich hebben gewonnen door allerlei sociale maatregelen, waardoor het goed leven was in Nazi-Duitsland. Keerzijde was dat hij dan ook verplicht was de middelen daarvoor elders te zoeken: in plunderingen, diefstal en vooral door de Joden uit te melken en daarna de gasovens in te jagen. Interessante theorie, die – dat spreekt vanzelf – in de nadagen van de herdenking van Ausschwitz de gemoederen bij onze oosterburen weer in beroering brengt.